Wetenschapskort

Er is leven na de dood!

Verkies je om begraven of gecremeerd te worden? In de toekomst komt daar mogelijks nog een optie bij die beter is voor het milieu: je lichaam laten omzetten in compost. Bodemwetenschapper Lynne Carpenter-Boggs van Washington State University testte voor het eerst dit proces van natuurlijke organische reductie uit op zes gedoneerde lichamen. De lichamen werden in vaten met plantaardig materiaal geplaatst. Na vier tot zeven weken waren ze door micro-organismen volledig gereduceerd tot compost. Uit deze pilootstudie blijkt de methode alvast een veelbelovend, ecologisch alternatief om de vervuilende impact van balsemen, doodskisten en crematies te verminderen. Wil je écht terug één worden met Moeder Natuur? Verhuis dan naar de Amerikaanse staat Washington, want dat is voorlopig de enige plek waar deze methode legaal is. De tuinplanten van je geliefden zullen je dankbaar zijn.

A piece of your mind

Dat je bloed, weefsels en organen kan doneren wist je wellicht al. Sinds kort startte een onderzoeksteam van het Allen Institute for Brain Science in Seattle een programma voor levende hersendonoren op. Patiënten met een hersentumor of met epilepsie die een hersenoperatie ondergaan, kunnen zo een stukje levend hersenweefsel schenken aan de wetenschap. Het staaltje, dat zo groot is als een suikerklontje, zou anders toch worden weggegooid als medisch afval. Om het gedoneerde hersenweefsel in leven te houden, wordt het staaltje snel getransporteerd naar het laboratorium en in een schaaltje met voedingsstoffen gelegd. De hersenen van levende mensen bieden een meerwaarde ten opzichte van post mortem weefsel, aangezien de neuronen nog met elkaar interageren. Dit zet neurowetenschappers een stapje dichter bij het ontrafelen van de geheimen van het menselijk brein.

Improbot

Ooit al een improviserende robot op het toneel zien verschijnen? Het publiek van de improvisatievoorstelling 'Improbotics', die op 19 februari in première ging, alvast wel. Regisseur Ben Verhoeven, doctor in de Taalkunde en oprichter van het wetenschappelijk improvisatietheater ERLNMYR, liet zich voor 'Improbotics' inspireren door internationale improvisatievoorstellingen met artificieel intelligente robots. Computerwetenschappers trainden de kunstmatig intelligente chatbot A.L.Ex. door het de ondertitels van meer dan honderdduizend films, van 'Star Wars' tot 'Frozen', te laten analyseren. Tijdens het geïmproviseerde theater gaan levensechte acteurs en de chatbot -niet altijd feilloos - met elkaar in dialoog, wat kan leiden tot absurde of hilarische wendingen. Zo verzon chatbot A.L.Ex. het antwoord “de baby lijkt wat op mijn broer” tijdens een kraambezoek. Is de volgende stap een comedyshow?

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen