Biografie: Tinariwen

Chants de lutte in de Berbermuziek

Tinariwen is ook het meervoud van ténéré, Tamasheq voor 'woestijn'. Het ensemble had dus evengoed 'The Desert Boys' kunnen heten, maar de Touaregmuzikanten dragen met deze benaming net een zwaarbeladen geschiedenis met zich mee. Met het verschijnen van hun negende album ‘Admadjar’ eerder deze maand, wordt het tijd voor hen bij wie de naam nog geen belletje doet rinkelen, om van onder hun steen te kruipen.

De groep rond Ibrahim Ag Alhabib ontpopte zich geleidelijk aan tot het huidige wereldbekende collectief, maar een rimpelloos succesverhaal kan je Tinariwen bezwaarlijk noemen. 

Over lijden en strijden

Ag Alhabib zag als vierjarige jongen zijn vader geëxecuteerd worden tijdens de Toearegopstanden in Noord-Mali. Tijdens zijn verblijf in een vluchtelingenkamp in Algerije verliet hij samen met enkele andere jongeren, de latere groepsleden, vaak het kamp om even verderop muziek te spelen. De jongens beantwoordden in 1980 de militaire oproep van Muammar al-Gaddafi en streden vijf jaar later opnieuw mee met de Toeareg in Libië, waar ze de andere muzikanten leerden kennen.

De groep slaagde er ondanks de omstandigheden in om tijdens die periode muziek op te nemen, en dat helemaal gratis voor al wie hen een lege cassette bezorgde. In 1990 vochten ze een laatste keer mee tegen de regeringstroepen, waarna de groep besloot om zich uitsluitend nog op muziek te focussen. Ze reisden enkele kleinschalige festivals af, waarna grotere evenementen volgden, zoals Roskilde en ook het Belgische Sfinks Festival.

Berberse sound, barbaarse background

Tinariwen omschrijft hun sound met de term assouf, ‘nostalgie’ in het Nederlands; een mix van elektrische gitaren met onderhuidse rock en blues en het traditionele geluid van Toearegmuziek. Dat laatste herken je aan twee typische instrumenten uit deze stijl: de anzad, een eensnarige viool, en de tende, een soort drum bedekt met geitenvellen. Dat elektrische gitaren en een pentatonische sound, die men in de Westerse wereld minder goed kent, verweven zitten in muziek, zorgt ervoor dat Tinariwen toch zeer herkenbaar is.

Elektrische gitaren en een pentatonische sound zorgen ervoor dat Tinariwen toch zeer herkenbaar is

Qua sound en ritme lijkt assouf dan wel in de lijn van de traditionele Toearegmuziek te liggen, maar de inhoud verschilt enorm. In hun teksten beschrijven ze geen helden uit het verleden, maar spreken ze over de huidige schrijnende situatie van hun thuisland. Een grote (r)evolutie die breekt met de schrijfstijl van weleer. Mensen die tijdens de opstanden Tinariwen beluisterden, hoorden over de tragische realiteit die brandend actueel was. De parallel met blues wordt dan ook vooral getrokken op vlak van teksten, aangezien ze beide vertellen over de verschrikkelijke omstandigheden in hun thuishavens.

De grootste familie

De bezetting van Tinariwen is, met uitzondering van een paar vaste groepsleden, een collectief dat nooit constant blijft. “Één grote familie”, zegt Ag Alhabib er zelf over. En die familie heeft zich de laatste jaren ook internationaal sterk uitgebreid. Zo werkten ze voor ‘Elwan' samen met Alain Johannes, gitarist van Queens of the Stone Age, en hoor je op ‘Admadjar’ ook duizendpoot Warren Ellis, rechterhand van Nick Cave. In het programma ‘Off the Record’ biechtte Trixie Whitley zelfs op 'Emmaar' als inspiratie te gebruiken voor haar eigen gitaarspel. Best een aardig palmares tot nu toe.

Dat je het laatste nog niet gehoord hebt van Tinariwen, is zeker. Figuurlijk dan, want hun laatste album heb je hopelijk wél al volledig beluisterd.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen