Als belangrijke universiteit staat de Universiteit Gent voor grote duurzaamheidsuitdagingen. Hoe ziet rector Rik Van de Walle impopulaire hervormingen, protesterende studenten, en de rol van de UGent tegenover de samenleving?
In de voorbije Schampers kwam de UGent naar voor als een instelling die duurzaamheid steeds hoger in het vaandel draagt, maar evenzeer verre van perfect is in de voortrekkersrol die ze zichzelf graag aanmeet. Helemaal aan de top zit een man die deelnam aan de klimaatmarsen, in de media liet verstaan dat kernenergie niet volledig afgeschreven mag worden, en de niet-invoering van een kilometerheffing betreurt.
U was aanwezig op de klimaatmarsen en spreekt u geregeld uit over duurzaamheidskwesties. Vanwaar die uitgesprokenheid?
“In alles wat ik doe, komen twee personen aan bod. Je hebt de mens Rik, en je hebt de rector Rik. Wanneer ik een stelling inneem in het duurzaamheidsdebat, doe ik dat niet alleen als rector maar ook als mens. Was ik geen rector geweest, dan deed ik het ook. Ik vind anderzijds dat ik sowieso mijn persoonlijk standpunt mag uiten, ook nu ik rector ben.
Eerst Rik als mens. Ik ben natuurkundig ingenieur. Daardoor begrijp ik net voldoende van de klimaatproblematiek om er enerzijds van overtuigd te zijn dat ik er iets van begrijp, en anderzijds dat ik er zeer veel niet van begrijp. Ingenieurs, technologen, klimaatwetenschappers, ethici, sociologen, enz. kunnen het klimaatprobleem niet op hun eentje oplossen; ze zullen het samen moeten doen. Uiteraard is technologie heel belangrijk, en draagvlak is dat ook. Het frustreert me dat er nog altijd mensen zijn die beweren dat er geen klimaatprobleem is. Daarom heb ik deelgenomen aan de klimaatmars, om aandacht te vragen voor de ernst van het klimaatprobleem.
Ik geloof niet dat het allemaal vanzelf opgelost zal geraken, maar ik ben wel optimistisch over de toekomst als ik onze studenten bezig zie
Ten tweede, Rik als rector. Ik vind dat de stem van wetenschappers gehoord moet worden. Ik zeg bewust: gehoord, niet gehoorzaamd. Het komt politici toe beslissingen te nemen, maar ze hebben de morele plicht zich maximaal te informeren. Ze moeten beleid voeren op basis van actuele en wetenschappelijk gevalideerde kennis omtrent alle mogelijke aspecten die te maken hebben met de klimaatproblematiek. De plek bij uitstek waar kennis gecreëerd wordt, is de universiteit. Ik ben rector, ik sta aan het hoofd van een grote en belangrijke universiteit. Ik vond dus dat ik, los van mijn persoonlijke overtuiging, als rector aan de klimaatmars moest deelnemen om het belang van wetenschappelijk onderzoek uit te dragen.”
U was wel maar aanwezig vanaf de dertiende klimaatmars.
“Ging ik er vanaf de tweede klimaatmars naar toe, dan waren het niet langer klimaatmarsen van jonge mensen geweest, maar ook van de rector en van de universiteit. Daardoor institutionaliseer je voor een stuk de beweging wat de kracht ervan vermindert. Ik ben dus zeer bewust afwezig gebleven tijdens de eerste klimaatmarsen. Ik heb gewacht tot de vraag om aanwezig te zijn expliciet door de organisatoren zelf werd gesteld, zodat het initiatief bij hen kon blijven. Ik was zeer blij toen de vraag uiteindelijk aan de elf Belgische rectoren werd gesteld om aanwezig te zijn als vertegenwoordigers van het belang van wetenschappelijk onderzoek.”
U neemt als rector en als persoon een duidelijk standpunt in. Hoort u kritieken?
“Ik hoor af en toe kritiek, maar niet zo gek veel. Al denk ik dat er misschien wel iets meer kritiek is dan wat ik als rector te horen krijg. Er is meer schroom om kritiek te hebben op de rector dan op een willekeurige prof, maar ik kan mijn mandaat nu eenmaal niet van me afzetten.
Het is een interessante vraag: kan je als rector een standpunt innemen? Als je dat doet, kan dat zonder alle UGent'ers geraadpleegd te hebben? Wanneer ik een standpunt inneem, gaat dat meestal over aspecten die te maken hebben met het universitaire bedrijf in globo. Ik vind dat het mijn taak is het belang van kenniscreatie – dus van wetenschappelijk onderzoek – en het belang van universitair onderwijs uit te dragen. Misschien is er hier en daar wel iemand die meent dat dit niet mijn taak is, en die zal het dan niet met me eens zijn. Je m’en fous. Ik zie de universiteit graag, ik vind de universiteit zeer belangrijk, dus neem ik standpunten in. Maar als ik iets zeg over een specifiek thema zoals het openhouden van kerncentrales of de kilometerheffing, dan is dat niet de mening van de universiteit, maar van de mens Rik Van de Walle die nu eenmaal rector is. Het feit dat ik rector ben, bindt mijn mening niet aan alle UGenters.”
De UGent nam in het verleden vooruitstrevende maatregelen, zoals de inperking van vliegtuigreizen of het betaalbaar maken van plastic bekers. Aanvankelijk kwam daar veel kritiek op. Kunnen ook andere klimaatmaatregelen worden doorgedrukt als er binnen de UGent geen meerderheid voor kan gevonden worden?
“De inperking op vliegtuigreizen wilden we absoluut realiseren. We wisten zeer goed dat we daar initieel niet op alle banken applaus mee zouden oogsten en dat er ook kritiek zou zijn. Kijk, als beleidsmaker kan je zeggen: “Ik ben rector, ik ben verkozen door de UGent'ers, ik ben niet verkozen om kritiek te veroorzaken, dus gaan we het niet doen.” Je zal dan geen kritiek oogsten, maar je zal ook niets gedaan hebben. De vicerector en ik willen iets doen. We zijn verkozen vanuit de ambitie en belofte pijnpunten aan de universiteit in kaart te brengen en er uiteindelijk iets over te beslissen. De beperking op de vliegtuigreizen hebben we dus doorgevoerd, en er is wat kritiek geweest. Maar in alle eerlijkheid, die was qua duur en hevigheid beperkter dan wat we gevreesd hadden. Staat iedereen daar nu achter? Neen, maar ik denk dat we wel een bijdrage tot een mentaliteitswijziging hebben geleverd. Dat is belangrijk.
"Ik droom van een perfecte ontsluiting van Zwijnaarde tot Campus Aula"
De context waarin de universiteit werkt, dwingt ons trouwens om zaken in vraag te stellen. Vanaf 1 januari komt er in Gent een lage-emissiezone. Of we dat nu willen of niet, de parking aan het rectoraat ligt erin. Je kan dan niet zeggen: vanaf nu alle auto’s buiten zonder een alternatief aanbieden. Ik denk wel dat we grote stappen vooruit kunnen zetten op het vlak van openbaar vervoer. We hebben 44.000 studenten, 9.000 personeelsleden, en nog eens 6.000 personeelsleden die werken in ons Universitair Ziekenhuis. Dat zijn zeer veel potentiële gebruikers van het openbaar vervoer. Wij moeten als grootste werkgever van Oost-Vlaanderen al het gewicht dat we hebben in de schaal werpen om de ontsluiting van Gent via openbaar vervoer drastisch te verbeteren. Daar zijn we nu mee bezig. We brengen De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer, de Vlaamse overheid en stad Gent rond de tafel om tot een beter openbaar vervoer te komen. Het zal er niet meer van komen terwijl ik rector ben, maar ik droom ervan dat we een perfecte ontsluiting realiseren langs een as die loopt van ons Technologiepark in Zwijnaarde tot aan de Campus Aula. We moeten nadenken over gescheiden tracés, zowel voor openbaar vervoer als voor fietsgebruikers. Dat zal geld kosten. Maar als je kijkt naar de voordelen, zowel in termen van lagere uitstoot, veiligheid als mentaliteitswijziging, vind ik dat we daarvoor moeten gaan. De universiteit speelt daar een belangrijke maatschappelijke rol in.”
De UGent heeft een sterk gedecentraliseerd bestuursmodel. Is dat opgewassen tegen de duurzaamheidsvraagstukken, of is meer centralisering nodig?
“Een paar dingen. Ten eerste: als je kijkt naar de vijf Vlaamse universiteiten, is het onomstotelijk zo dat de UGent voorop loopt wat betreft het belang dat gehecht wordt aan duurzaamheid in onze beleidsvoering. Dat zal wat pretentieus klinken voor niet-UGent-lezers, maar ik meen het. Het idee om niet meer te beleggen in fossiele brandstoffen, komt uit Gent. Het idee van vliegtuigreisbeperkingen, komt uit Gent. De mate waarin studenten het universiteitsbestuur vooruitdrijven in het nemen van maatregelen ten gunste van duurzaamheid, is het grootst aan de UGent. Sommige andere rectoren zullen dat niet graag lezen, maar het is gewoon zo.
Moeten we nog meer doen? Absoluut. We moeten nadenken over het compacter maken van de universiteit. We zijn daarmee bezig, maar dat zijn meerjarenplannen. In het delen van faciliteiten kunnen we ook verder gaan, al zijn we ook op dat vlak concrete stappen aan het zetten.
"Universiteiten kunnen veel doen, maar geen geld tevoorschijn toveren"
De vijf Vlaamse rectoren hebben onlangs een memorandum opgesteld voor de Vlaamse overheid. Nummer één op onze wishlist: geef ons meer middelen voor onze infrastructuur. Niet om meer vierkante meters te kunnen bouwen, maar wel om ons bestaand patrimonium te kunnen aanpassen zodat het duurzamer kan worden dan het nu is. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Universiteiten kunnen veel doen, maar we kunnen geen geld tevoorschijn toveren. Wat we wel kunnen, is er bij de overheid op blijven hameren dat duurzame infrastructuur belangrijk is en dat men daar moet in investeren.”
Problematisch is ook dat onderzoekers weinig ruimte werd geboden voor duurzaamheidsonderzoek op eigen initiatief. Heeft u de indruk dat het nieuw ZAP-beleid, dat het loopbaanmodel van professoren hervormt, daar een antwoord op kan bieden?
“Als je onderzoekers de kans wil geven om ook daar out of the box te denken, moet je kunnen verdragen dat er onderzoekspaden worden opgestart die niet met zekerheid tot resultaten leiden. Ik vind dat heel belangrijk. Toen ik zelf onderzoeker was, heb ik altijd een maximale vrijheid gehad in het kunnen kiezen van onderzoeksthema's. Eén van de belangrijkste, zoniet de belangrijkste drijfveer voor mij om rector te worden was de ervaring van de laatste tien jaar. Vrijheden van academici werden ingeperkt, zelfs binnen de universiteiten. Dat vond ik echt niet oké. Als rector kon ik daar misschien iets aan veranderen. Dat lukt, en daar ben ik samen met de vicerector ongelooflijk trots op. Mochten we ook een bijdrage kunnen leveren tot het oplossen van het klimaatprobleem dan zou dat gewoon de max zijn.”
De laatste vraag. U heeft het over de druk van de studenten om te verduurzamen, komt die echt hoofdzakelijk uit studenten of ook vanuit het personeel zelf?
"Er is zoiets als de macht van het getal, er zijn 44.000 studenten en je hebt maar 9.000 personeelsleden. Als je naar een draagvlakcreatie wilt gaan, moet je op zoek gaan naar mensen die je boodschap willen uitdragen, ook wanneer ze kritiek krijgen. En dan kan je toch niet anders dan vaststellen dat er een enorme uptake geweest is vanuit studentengroepen over alle mogelijke faculteiten heen. Dat zorgt voor een bijzondere dynamiek. Ik denk ook dat degenen die kritisch staan ten aanzien van duurzaamheidsmaatregelen ten eerste met niet zoveel zijn, en ten tweede dat ook zij beseffen dat onze studenten ons echt wel vooruit stuwen. Ik geloof niet dat het allemaal vanzelf opgelost zal geraken, maar ik ben wel optimistisch over de toekomst als ik onze studenten bezig zie. Al zal het nodig blijven dat studenten voorop blijven lopen.
Als ik de dynamiek rond de Twaalfurenloop zie, van Transitie UGent, van de Groene Ruijter, van een initiatief zoals het Vlaams doopcharter, vind ik niet dat je zoals sommige 'oude' mannen en vrouwen kan zeggen: 'In mijn tijd was het allemaal veel beter en met de jeugd van tegenwoordig valt geen land te bezeilen'. Dat is flauwekul, het is niet wat ik zie. Ik zie studenten die zeer veel engagement opnemen en zaken organiseren die ik in mijn tijd nooit gedaan had gekregen. Deze ochtend heb ik studenten zien spreken voor micro's en camera's van de grote Vlaamse nieuwsstations. Daar waren journalisten, rectoren en zelfs een minister bij aanwezig. Voor een student is het niet zo evident om dat te doen. Ik heb zelden last van plankenkoorts, maar als 19-jarige zou ik dat niet gedaan hebben. Ik zou het wel gewild hebben, maar niet gedurfd.
Mijn rol is niet om te zeggen wat jullie moeten doen. Mijn rol als rector en academicus is een context creëren die jullie in staat stelt jullie rol op te nemen. En die is in essentie: de toekomst maken. Zo voel ik het aan.”
Reactie toevoegen