Buildings 4 climate

Het klimaatdebat leeft. Niet alleen bij de bosbrossers of in de Facebookcomments op HLN, maar evenzeer bij onze eigenste alma mater, die stevig inzet op verduurzaming van haar gebouwen. De infrastructuur moet vernieuwd worden en de CO2-emissies moeten omlaag, maar zo’n ommezwaai is niet altijd evident. Hoe verloopt die verduurzaming nu precies aan onze universiteit?

We spraken met Riet Van de Velde, afdelingshoofd Milieu, en Els Van Damme, directeur van de Directie Gebouwen en Facilitair Beheer (DGFB). Samen met vele anderen zijn zij de drijvende krachten van Transitie UGent, een denktank waar verschillende studenten, experten en personeelsleden samenkomen om het duurzaamheidsbeleid van de UGent onder de loep te nemen. Zij bekijken wat er nu al gebeurt en wat nog moet gebeuren in de toekomst. Een beleidsorgaan is Transitie UGent niet, maar ze legt wel voorstellen op tafel en probeert zo door te wegen op het beleid.

Je kan dwepen met de soevereiniteit van onze natiestaat zoveel je wil, de Europese Unie heeft andere plannen voor ons in petto, en dat is misschien maar goed ook. Om het klimaatakkoord van Parijs geen vodje papier te laten worden, is supranationale samenwerking essentieel. Hierbij heeft de EU besloten om haar uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80-95% te reduceren tegenover die uit 1990. In de strijd tegen klimaatverandering profileert de UGent zich als voortrekker en wil zij volgens deze lijn haar beleid ambitieus uitstippelen. Het huidige Energiebeleidsplan haalt deze doelstellingen niet. Vandaar hebben verschillende stakeholders, waaronder Transitie UGent, Stad Gent en verschillende experten, het Energiebeleidsplan 2.0 voorgesteld, dat nog wacht op goedkeuring van het Bestuurscollege van de universiteit. Dit actieplan voor de periode 2020-2030 is wel in lijn met de EU-doelstellingen en omvat onder andere een reductie van minstens 27% in het energieverbruik, waarbij ook minimum 27% van het resterende verbruik uit hernieuwbare energie moet bestaan. Voor de uitwerking werd het plan opgedeeld in twee grote pijlers: het inzetten op energie-efficiëntie en het investeren in groene energie.

Het huidige Energiebeleidsplan haalt de Europese doelstellingen niet

To bouw or not to bouw?

Het duurzaamste verbruik is geen verbruik. Gebouwverwarming en elektriciteitsverbruik zijn twee van de grootste bronnen van CO2-emissies voor de UGent. Daarom moet ze dringend haar elektriciteits- en warmtevraag inperken. In de eerste plaats kan dit via de verduurzaming en inperking van het huidig patrimonium. "Architecten beantwoorden een ruimtelijke vraag altijd met een gebouw, maar wij zijn tot het besef gekomen dat mensen die een beroep op ons doen, in de eerste plaats gewoon een ruimtelijke behoefte hebben. Wij vinden dat je die behoefte niet altijd met gebouwen moet beantwoorden. Je moet eerst onderzoeken of niet-bouwen ook een optie is", citeert Van de Velde. "Wanneer we ruimtenood hebben, zijn we nog te veel aan het denken in termen van nieuwbouw. Die nieuwe gebouwen zijn wel duurzaam, maar het resultaat is dat je weer ruimte aan het opsouperen bent. De laatste tijd wordt er wel meer nagedacht over hoe we meer kunnen samenwerken en infrastructuur kunnen delen." Een shuffle in uurroosters kan ook een oplossing bieden om ruimtes zo goed mogelijk te benutten. "De bio-ingenieurs hebben net dezelfde practica als de wetenschappen, maar dan in verouderde infrastructuur op de Coupure. Je zou kunnen samenwerken, maar dat gaat momenteel niet, want er zijn niet genoeg namiddagen over, enkel voormiddagen. Schuif eens met die uurroosters en dan kan dat wel op voormiddagen. Zo kunnen we één grote practicumruimte maken voor iedereen, die optimaal benut wordt." Zulk administratief gestuntel kan enkel ordelijk verlopen via een centrale sturing die alle faculteiten overkoepelt.

Daarnaast is het belangrijk een inventaris te hebben van het huidig patrimonium. Pas wanneer we zicht hebben op welke gebouwen nog potentieel hebben en welke niet, kunnen er gefundeerde beslissingen gemaakt worden. Als voorbeeld geeft Van de Velde de huizen aan de Voldersstraat. "Misschien zijn dat wel mooie herenhuizen die je moet verkopen waardoor je weer geld krijgt om andere gebouwen op punt te stellen."

Duurzame renovaties en state-of-the-art nieuwbouw zijn pas de tweede stap in dit verhaal. Hierbij zijn totaalrenovaties essentieel, want stap per stap werken is niet rendabel. Het heeft namelijk geen zin om de verwarming te renoveren zonder het gebouw eerst van top tot teen te isoleren. Die grondige isolatie gaat ook gepaard met de mogelijkheid tot het afstappen van fossiele brandstoffen. Dit heeft te maken met het verschil tussen hoge en lage temperatuurverwarming legt Van de Velde uit. "Kijk maar naar vloerverwarming, dan heb je slechts 30° of 40°C nodig. Als je het systeem hebt van verwarmingselementen, namelijk chauffages, dan heb je zeker 80°C nodig in je leidingen. Dus, zolang je niet heel je gebouw goed geïsoleerd hebt, waardoor je het ook kan verwarmen op 30°C, kan je niets doen met een warmtepomp. Zo’n warmtepomp kan niet naar 80°C gaan, dat is enkel weggelegd voor fossiele brandstoffen."

We denken nog te veel in termen van nieuwbouw - Van de Velde

 

De grijze zone

Bij het aanpakken van gebouwen blijkt tijd vaak een lastig gegeven. "Moeilijk, want je hebt die tijd enerzijds nodig, maar anderzijds heb je ze ook niet", vertelt Van de Velde. "Ook qua kennis zijn er nog heel wat hiaten. We weten nog niet alles." In die tussentijd worden dan ook studies gedaan, die voor een kwalitatievere verduurzaming kunnen zorgen, maar uiteraard ook tijd vragen. Zogenaamde hefboomacties spelen in op dit probleem. "Hefboomacties zorgen ervoor dat we niet verlammen", gaat Van de Velde verder. "Met zo’n actie kan je al starten zonder op de studies te moeten wachten. Integendeel, we doen ondertussen studiewerk, maar omdat we op kleinere schaal werken, kunnen die studies daar voeden waar we de ervaring nog niet hebben."

Een ander groot obstakel bij het renoveren van gebouwen is het feit dat de UGent veel patrimonium met beschermde status heeft. Dat brengt enkele problemen met zich mee, bijvoorbeeld bij de Plateau. "Dat gebouw heeft geblazen en getrokken glas en dan laat Monumentenzorg ons niet toe dat we die daaruit nemen en vervangen met nieuw, geïsoleerd glas. Dan moeten we werken met achterzetramen, hoewel dat natuurlijk veel meer kost. Je krijgt daar ook wel een subsidie voor, maar die subsidiepot is niet fiks", aldus Van de Velde.

Money, money, money

De tweede pijler is het afstappen van fossiele brandstof naar groene energie. Om de transitie naar een fossielvrije campus te financieren zijn de overheidssubsidies van het klimaatfonds niet voldoende. Deze worden bijgestaan door de Provisie duurzame maatregelen, een fonds beheerd door DGFB. "Jaarlijks maken we een begroting van de verwachte kosten en ook wat er bespaard is dankzij investeringen in duurzaam energiegebruik. Dit varieert jaarlijks tussen 300.000 en 700.000 euro", volgens Van Damme. Het bespaarde geld stroomt via dit fonds rechtstreeks terug naar nieuwe duurzame projecten, maar zelfs met die twee bronnen is het niet genoeg. "Het allergrootste obstakel in dit proces is nog steeds financiën. Er is hier zo veel geld voor nodig", bevestigt Van Damme. Ondertussen is er een achterstand qua onderhoud van de gebouwen, moeten er middelen opzij gehouden worden voor onverwachte reparaties, het leeghalen van gebouwen, enzovoort.

Ten slotte is draagvlak creëren en sensibiliseren ook een belangrijk aspect van dit project. Dat het duurzaamheidsthema leeft onder de studenten is wel gebleken de afgelopen weken. Ook de UGent zelf profileert zich als vooruitstrevend, maar komt dat ook tot uiting in het beleid? "Ik zie het draagvlak alsmaar groeien, niet enkel bij de studenten, maar ook bij het bestuur", vertelt Van de Velde. Het probleem is dat het geld ook nog moet volgen en dat loopt soms stroef in de realiteit. Ook Van Damme voegt toe dat er heel fel op duurzaamheid wordt ingezet binnen de UGent, maar dat die ambities soms in concurrentie staan met andere ambities zoals groei en nieuwe noden.

De UGent zet zich zeker in voor de klimaatzaak en is er duidelijk mee bezig, maar er is altijd wel ruimte voor verbetering. Vooral onze manier van nadenken moeten we in vraag stellen, gaande van het loskoppelen van faculteitsdenken tot het tout court durven omgooien van conventionele houdingen. Maar de structurele veranderingen op beleidsniveau blijven van essentieel belang. Deze vormen de sluitsteen van het heilige triumviraat: drukkingsgroepen, experten en beleidsmakers. Elk van deze drie moeten aanwezig zijn wanneer je duurzame, in elke zin van het woord, veranderingen teweeg wil kunnen brengen.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen