Studentenvertegenwoordigers heb je in alle soorten en maten, maar één ding hebben ze gemeen: ze proberen er in allerhande commissies, raden en organen over te waken dat de belangen van iedere student behartigd worden. Quis custodiet ipsos custodes? Een tweewekelijkse update in het reilen en zeilen van onze stuvers.
Antwerpen en Leuven flirten met VLIR
Het Vlaamse onderwijslandschap bestaat uit verschillende niveaus met raden en commissies op elke laag. Een daarvan is de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), het overlegorgaan van de Vlaamse universiteiten. In die raad hebben studentenvertegenwoordigers decretaal bepaald een waarnemende rol die ingevuld wordt door de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS). Nu hebben de KU Leuven en de UAntwerpen, nadat ze twee jaar geleden uit VVS gestapt zijn, een eigen, gedeelde zetel gekregen in de VLIR. Dit officieel als overgangsmaatregel om hen terug bij VVS betrokken te krijgen.
De Gentse Studentenraad is teleurgesteld dat er een tijdelijke extra zetel zal gecreëerd worden voor de studentenraden van de UAntwerpen en de KU Leuven: "We vinden het nog steeds belangrijk dat zij betrokken worden in de universitaire dossiers en hun studenten gehoord kunnen worden, maar daar is VVS juist hét kanaal voor."
"Voor de andere universitaire studentenraden, zoals de Gentse Studentenraad, die wél willen blijven investeren in het decretaal verankerde overlegorgaan, voelt het aan alsof de studentenraden van de UAntwerpen en de KU Leuven op deze wijze een gepriviligeerde positie krijgen, en de positie van VVS en de andere instellingen hierdoor verzwakt. Hiermee kunnen wij niet akkoord gaan", aldus de Gentse Studentenraad.
Appelen met peren vergelijken
Net zoals wij studenten in cycli van 12 weken ons toewerken naar een evaluatiemoment zijn ook de opleidingen en onderwijsinstellingen zelf onderhevig aan evaluaties. Vroeger waren het de befaamde externe visitaties, die elk een van de meer dan 220 opleidingen onder de loep namen. Deze gaven de garantie dat opleidingen in Vlaanderen aan dezelfde kwaliteitsstandaarden zouden voldoen. Deze vorm van evalueren is ook verder geëvolueerd doorheen de jaren en sinds 2015 is elke instelling verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar eigen opleidingen. De instellingsreview, die wel extern bleef, zou dan ook bekijken hoe de instelling zelf de kwaliteit van haar onderwijs verzorgde.
Aan de UGent kregen deze interne opleidingsevaluaties de vorm van peer-leerbezoeken. Drie opleidingsvoorzitters, een externe vakspecialist, een student en een medewerker van de Directie Onderwijsaangelegenheden vormen daarin een team en bezoeken een dag lang een opleiding waarna ze o.a. werkpunten voor de opleiding opstellen en oplijsten wat de opleiding voorbeeldig maakt. Zo wordt elke opleiding iedere zes jaar gecontroleerd.
Na een testperiode is het decreet nu gewijzigd waardoor deze interne evaluaties permanent geworden zijn. Door deze decreetswijziging zal de universiteit ook haar peer-leerbezoeken herbekijken. De Gentse Studentenraad heeft destijds zeer actief meegewerkt aan de vormgeving van de huidige peer-leerbezoeken en zal ook nu weer actief aan de gesprekken deelnemen. Zelfs de evaluatiemethodes moeten geëvalueerd worden en ontsnappen niet aan kritische oordelen over efficiëntie en effectiviteit!
Reactie toevoegen