Na jaren van huis-, tuin-, en keukenexperimenten in het redactielokaal of andere makeshift 'laboratoria', kozen we ditmaal voor een experiment in een echt labo. Geen vloeistoffen mengen in witte jassen, wel dansen met gekke petjes in de kelders van de Krook.
Of je nu ongelofelijk ritmisch bent of net de muzikaliteit van een tafelpoot hebt en zo stijf bent als een hark, als student kom je er onmogelijk onderuit: je zal weleens moeten dansen. Een salsa-avond in de Therminal, een optreden in de Charlatan of een wild feestje in de ontspanningszaal van Home Vermeylen, het maakt niet uit: dansen zal je. Uiteraard zijn er gradaties als het op genieten aankomt. Op een schaal van ‘door de grond zakken van schaamte’ tot ‘best night ever, plots was het ochtend’, kunnen (en zullen) alle mogelijke tussenvormen zich voordoen. Omdat we natuurlijk op alle mogelijke vlakken, en dus ook op het vlak van dansavonden, streven naar absolute succeservaringen, zit de wetenschap ook hier niet stil.
Tanzen, tanzen, tanzen
Wij waren wel eens benieuwd naar hoe onze danservaringen er in de toekomst zouden kunnen uitzien, en namen daarom deel aan een professioneel experiment in de kelders van de Krook. Niet zomaar in een grijs, vuil lokaaltje ergens op verdieping -3, maar wel in een mysterieuze ruimte met gedimd geel licht en zo’n 64 speakers verdeeld over de vier wanden en het plafond. Bij aankomst tekenden we officiële contracten, vulden we een online enquête in en kregen we uitleg over wat ons te wachten stond. Om niet bevooroordeeld aan het experiment te beginnen, bleef de theorie hierachter tot aan de deelname een groot vraagteken. We kregen een polsband die allerlei stressfactoren, zoals onze hartslag, huidvochtigheid en temperatuur, mat en we zettten een grappig petje met reflecterende markers op, zodat de camera’s onze bewegingen konden traceren in de ruimte.
"Aanvankelijk was het vrij ongemakkelijk"
Het experiment kon beginnen. Met z’n drieën moesten we in het midden van de ruimte gaan staan. Vervolgens werd er een nummer opgezet en mochten we naar vrije wil op de muziek bewegen. Dansen, springen, rondjes draaien, liggen of gewoon helemaal niets doen: het maakte allemaal niet uit. Gewoon doen wat de muziek je ingeeft. Dit vijf nummers lang, waarbij we na elk dansmomentje een korte vragenlijst invulden over de emoties en reacties die het nummer in ons losmaakte. Aanvankelijk schuifelden we - elkaar lekker ongemakkelijk aankijkend - in het rond op het ritme van een soort lindyhopplaat, maar na enkele nummers werden we al iets losser. Afsluiten deden we als ware performancestudenten met een experimentele dans doorheen het hele laboratorium op episch klinkende muziek, die achteraf uit ‘Pirates of the Caribbean’ bleek te komen. Aye. Na vijf nummers zat het er op, en eindigde de enquête met de vraag naar ons favoriete nummer. Het tweede en het laatste, beslisten we min of meer unaniem. En toen kwam het moment waar we alle drie op zaten te wachten: de wetenschappelijke uitleg achter het gebeuren dat net had plaatsgevonden.
"Je krijgt het gevoel dat de muziek om je heen beweegt en van alle kanten komt"
Tanzen wie noch nie
De bedoeling van het experiment is om te onderzoeken hoe mensen reageren op Wave Field Synthesis (WFS). Wanneer we muziek luisteren, komt die meestal uit maximaal twee boxen, zeker als we dit thuis doen. WFS creëert daarentegen aan de hand van geluidsgolven een 3D-geluidseffect, wat de illusie opwekt dat de muziek om je heen beweegt en van alle kanten komt. Hierdoor krijg je het gevoel dat je er midden in staat. Je kan in principe zo veel geluidsbronnen creëren als je wil.
"Wave Field Synthesis creëert een 3D-geluidseffect"
Het is dus een heel ingenieus systeem en over het technische aspect is er dan ook al druk onderzoek gedaan. Rest enkel de vraag: wat doet dat eigenlijk met ons? Vinden we dat wel aangenaam, of werkt het net schrikwekkend? Op basis van deze nieuwsgierigheid werd het onderzoek op poten gezet. Van de vijf nummers die we te horen kregen, werden er twee in een 'multitrack' in verschillende kanalen gestoken. Dat houdt in dat elk instrument door een andere box afgespeeld werd. Op die manier werd er een effect gecreëerd dat voor de luisteraar in de onderzoeksruimte een pak indrukwekkender klonk dan wanneer de muziek door slechts een of twee boxen weerklonk. Uiteraard waren wij niet de enige drie testpersonen, maar slechts één van de meer dan tien groepen. Bij elke groep werden de nummers willekeurig door elkaar gehaald en werden ook andere nummers met WFS doorheen de ruimte gespeeld.
Belangrijk om te weten is ook dat bijna geen enkel gebruikt nummer gemaakt was om op deze manier afgespeeld te worden. Eentje werd speciaal door een van de onderzoekers gecomponeerd, de anderen waren bestaande nummers die professioneel gedestilleerd waren. Als WFS naar de toekomst toe toegankelijker wordt, dan opent dit deuren naar een compleet nieuwe manier van luisteren en dus ook van muziek schrijven. Denk aan die ene keer dat je naar een 4D-cinema ging of omringd was door een compleet orkest, of eventueel die ene keer dat je meedeed aan een experiment in de kelder van de Krook.
"Dit opent deuren naar een compleet nieuwe manier van luisteren naar en schrijven van muziek"
Auf unsere Lieblingsmelody
De officiële resultaten van het officiële onderzoek van de officiële onderzoekers moeten nog officieel worden gemaakt, maar laten we ervan uitgaan dat deze steekproef waarbij maar liefst drie deelnemers hun benen losgooiden toch ook al een beetje officieel is. Zoals eerder vermeld vonden we het tweede en laatste nummer min of meer unaniem het beste. En wat bleek? Ons zesde zintuig voor WFS zat er helemaal op. Niet alleen vonden we de nummers het leukst, ook op de beelden die we van onze petjes te zien kregen waren we bij het laatste nummer overduidelijk een pak beweeglijker dan bij de voorgaande nummers. Het gevoel helemaal in de muziek te zitten, konden we dus wel smaken en mag voor ons zeker en vast the next big thing worden in de Overpoort en op de zomerfestivals.
Reactie toevoegen