Het is professor emeritus Bruno Goddeeris die de handschoen opneemt voor de Faculteit Diergeneeskunde. De man kweekt kalkoenen, maar ook de Walen en het Leuvense studentenblad Veto passeren de revue.
Zijn belangstelling voor kalkoenen heeft Goddeeris duidelijk overgeërfd. "Van jongsaf aan had mijn vader, een geneesheer, een voorliefde voor pluimvee. Hij had wel driehonderd duiven, maar ook kalkoenen, eenden en ganzen. Met de sierduiven (Cauchois, Ijsduif, Hongaarse Krulduif) bezochten we exposities in het Citadelpark te Gent. Later had ik als prof in Leuven had zelf een labo met pluimvee, en in Gent een met varkens. Daar deed ik onderzoek naar immunologie en vaccins", legt Goddeeris uit.
Een bont ras
Het kweken leerde hij van zijn broer. "Mijn broer, een keurder van pluimveerassen, schreef ooit een artikel over de Ronquières-kalkoen, die niet meer te vinden was in België. Na de Eerste Wereldoorlog was die wellicht verdwenen. Een jongeman van zestien, Andy Verelst, reageerde op het bericht van mijn broer. Later is hij trouwens dierenarts en voorzitter van de Nationale Pluimveebond van België geworden. Destijds vertelde hij dat de Ronquières-kalkoen op de markt in Geel had gevonden. In '93 is mijn broer dan die soort beginnen kweken."
"We meenden dat die donkere dieren verbasterd waren", vertelt hij verder. "Er kwamen echter verschillende kleurvarianten uit voort: witgezoomd, vaalbruin, wit, hermelijn en patrijs. Verrassend genoeg was er zelfs een zesde: de geelschouder. Die troffen we ook aan op een schilderij uit de 16de eeuw, van de Vlaming Joachim Beuckelaer. Na de ontdekkingsreis van Cortés was die kalkoen vanuit Mexico in Antwerpen beland."
'Produit d'origine'
"Na één jaar haalden mijn broer en ik de standaard bij het ministerie van landbouw", gaat Goddeeris verder. "De Walen waren natuurlijk niet gevleid, dat was hun produit d’origine. 'Produit d’origine, produit d’origine, ge had er geen enkele en deed er niets aan', zeiden we dan tegen de Walen. 'Ge krijgt er dertig om zelf te kweken.' We waren meer uit op de verspreiding dan op het geld."
"We waren meer uit op de verspreiding dan op het geld"
En dat lukte. "Na zeven jaar was de Ronquières-kalkoen de meest verspreide landkalkoen in België. We plaatsten zelfs een annonce die het volk opriep om gratis kalkoenen te komen halen. En toen stond iedereen hier. Ik heb er ook eens 300 gekweekt voor de boerenbond, toen de boeren wilden beginnen met diepgevroren landkalkoen. Zelfs Duitsers en Zwitsers mailden ons. De tijden waren echter niet altijd zo voorspoedig. Zo is er ooit een vos langsgekomen die al de kalkoenen doodbeet. Toen moest ik er zelf halen bij iemand die ik er ooit gratis gegeven had, en ik moest ervoor betalen. Verschrikkelijk."
Of toch een dino?
Belangstelling hebben ze met de kalkoenen altijd gewekt, legt de man uit. "Het bladje Veto kwam ook eens af: "Ge hebt een dinosaurus teruggebracht." "Waar komen jullie nu mee af?" reageerde ik. Ze maken het daar zo interessant als ze willen. Ook zijn we eens op tv gekomen met Zondag Josdag. Het poppemieke dat de drank rondbracht, sprak me aan: "Ik heb een vraag. Als er twee mannelijke kalkoenen zijn, kan de ene dan niet gewoon paren achter het kot in plaats van ruzie te maken?"
"De kalkoen is een gentleman, geen verkrachter"
Daarop zei ik: "Gij zou dat misschien doen, maar bij de kalkoenen doen ze dat niet". Vergeleken met de haan is de kalkoen dan ook een gentleman, en geen verkrachter. Paren bij de haan duurt 2 à 3 seconden. Als hij een kip ziet, springt hij erop. Bij de kalkoenen is het een gans ander balletspel: het mannetje paradeert en paart niet zolang het wijfje niet neerzit."
Reactie toevoegen