Na achttien jaar opnieuw vrouwelijke decanen

Breekt de UGent het glazen plafond?

Het heeft achttien jaar geduurd, maar er zijn eindelijk weer vrouwelijke decanen aan de UGent. De Faculteit Wetenschappen en de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen geven het goede voorbeeld. Is het glazen plafond hiermee gebroken? 

Internationale Vrouwendag voelt altijd een beetje wrang aan. Enerzijds zijn we blij dat het vrouwelijke deel van de bevolking een eigen dag heeft gekregen, anderzijds is één dag natuurlijk niet genoeg om het doel van gendergelijkheid te bereiken. Dezelfde bedenking kunnen we maken bij de feestelijke bekendmakingen die dag. De decaanverkiezingen zijn weer begonnen, en de eerste winnaars waren toen alvast bekend. Onder hen vielen twee namen sterk op: Isabel Van Driessche is decaan van de Faculteit Wetenschappen geworden, Ann Buysse die van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Ook in de verkiezingen die nog moeten komen, zijn er vrouwelijke kandidaten die een grote kans maken. Time to smash the patriarchy?

Where u @?

Isabel Van Driessche

We zouden ons allereerst natuurlijk de vraag kunnen stellen waarom het achttien jaar geduurd heeft voordat er weer vrouwen aan het roer stonden. Deze vraag wordt nog dringender als we beseffen dat het niet enkel achttien jaar geleden is dat we een vrouwelijke decaan hebben gehad. Van de 423 decanen die de UGent in haar meer dan tweehonderdjarige bestaan heeft gekend, waren er slechts vijf van het vrouwelijke geslacht. 

In de vroege jaren van de universiteit was het voor vrouwen nu eenmaal niet toegelaten om een hoge functie te bekleden. We mogen dan niet meer in de 19de eeuw leven, dat voel je vandaag wel nog. Vandaag de dag zijn er nog steeds veel meer mannen dan vrouwen in dienst aan de UGent. Slechts één op vijf docenten is een vrouw, en onder de hoogleraren is de kloof zelfs nog groter, met een verschil van één op de tien. Dat verschil op zich zorgt er al voor dat er weinig vrouwen zijn die zich überhaupt kandidaat kunnen stellen voor de functie van decaan.

De echte vraag luidt natuurlijk hoe het komt dat de universiteit nog altijd zo'n testosteronbastion is, zeker als je weet dat er intussen meer vrouwelijke dan mannelijke studenten zijn en dat overgewicht ook al is doorgeschoven naar de assistenten. Waar wachten de vrouwen op? Als we deze vreemde weerhoudendheid willen begrijpen, kunnen we natuurlijk niet anders dan speculeren, maar in een artikel van vorig jaar gaf Lore Goovaerts een mogelijke verklaring. Als geschiedenisstudentente schreef ze haar masterproef over het glazen plafond aan de UGent. "Het feit dat er zo weinig vrouwelijke decanen zijn, is onder andere gelieerd aan het feit dat vrouwen sneller de neiging hebben om te denken dat ze niet goed zullen presteren in een bestuursfunctie. Het idee dat vrouwen minder goed de leiding kunnen nemen, is volgens mij bepaald door de maatschappij. Als vrouwen die mening verkondigen, worden ze al snel arrogant bevonden. Mannen worden daar veel minder mee geconfronteerd."

Pyrrusoverwinning of paard van Troje?

Ann Buysse

De vraag die rest is wat deze vrouwelijke decanen en kandidaten betekenen voor de toekomst van gendergelijkheid aan onze universiteit. Is het probleem hiermee plots opgelost? Aan de ene kant kunnen we niet anders dan concluderen dat er duidelijk iets veranderd is. Waar er vroeger vrijwel geen vrouwelijke kandidaten waren, laat staan kandidaten die kans maakten om te winnen, hebben we nu plots twee vrouwelijke decanen, en zijn er ook bij de bio-ingenieurs en letterkundigen vrouwelijke kandidaten in de race.

Zelf zeggen de twee nieuwe decanen dat de genderquota een erg positief effect hebben gehad op hun overwinning. Door de quota, die in verschillende raden werden opgelegd en de inzet van de universiteit op een sterke 'vervrouwelijking', worden vrouwen er volgens hen eindelijk op aangesproken en er zelfs toe aangespoord te mikken op hogere posities. Wel benadrukken ze beiden dat de quota slechts een tijdelijke maatregel mogen zijn. Na verloop van tijd moet het de bedoeling zijn dat vrouwen op zichzelf verkozen worden, zonder hulp van het systeem.

Niet enkel de quota hebben echter geholpen. Belangrijk om te weten is bijvoorbeeld dat Ann Buysse, de nieuwe decaan van de psychologen, de decanenmantel overneemt van Geert De Soete, haar partner. Professor De Soete heeft deze positie overigens ook een lange achttien jaar bekleed. Dat Buysse steevast in een adem met De Soete genoemd wordt, valt natuurlijk te betreuren. Toch speelde het netwerk dat haar echtgenoot doorheen de jaren opbouwde meer dan waarschijnlijk een rol bij de verkiezingsstrijd aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen.

Dan toch #WeToo?

En natuurlijk mag een verwijzing naar de #MeToo-beweging niet ontbreken in ieder lichtjes feministisch getint artikel. Of de beweging een grote invloed heeft gehad op deze verkiezingen, valt moeilijk te zeggen. Daar zijn geen directe indicatoren voor. Enerzijds heerst er natuurlijk een sterk feministisch klimaat sinds Harvey Weinstein onbedoeld een vrouwelijke tegenreactie in gang heeft gestoken. Anderzijds zien de twee vrouwen zichzelf nu niet bepaald als de volgende Simone de Beauvoir of Virginia Woolf.

House of Cards?

De politieke tartaros der decaanverkiezingen

In tegenstelling tot de Faculteit Wetenschappen en de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen hebben de overige negen het decenniaoude stigma voorlopig niet doorbroken. Toch kent elke faculteit haar eigen intriges. 

De faculteiten Economie en Bedrijfskunde en Geneeskunde mikken vrij waarschijnlijk op verderzetting. Studenten aan deze twee faculteiten hoeven dus geen nieuw gezicht aan het hoofd van de faculteit te verwachten. De Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen en Ingenieurswetenschappen en Architectuur kozen al voor die continuïteit: Herwig Reynaert zet zijn mandaat als decaan der pol en soccers verder, en ook Patrick De Baets blijft decaan bij de ingenieurs. De Baets nam nog maar net de fakkel over van zijn voorganger - en intussen rector - Rik Van de Walle. Hij werd zoals verwacht unaniem herverkozen. 

Bij de bio-ingenieurs zou daarentegen een onverwachte wissel kunnen plaatsvinden: de huidige decaan, Marc Van Meirvenne, wordt er uitgedaagd door Mia Eeckhout. Zij is op dit moment academisch secretaris van de Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen. Initieel werd geen tegenkandidaat verwacht. In de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen is het op dit moment eerder stil, er werden nog geen namen genoemd. Ook aan de Faculteit Recht en Criminologie kan het nog verschillende kanten uit. Naar verluidt zou huidig decaan Michel Tison zijn mandaat niet verderzetten. Wie hem dan wel wil opvolgen? In de wandelgangen wordt alvast de naam van professor Internationaal Strafrecht Gert Vermeulen gefluisterd. 

Ook aan de Faculteit Diergeneeskunde in het verre Merelbeke waren het spannende verkiezingen. Daar haalde huidig decaan Frank Gasthuys het van zijn uitdager met slechts één stem verschil. Aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte is spanning ook niet uitgesloten, want de blandino's moeten er na zes jaar afscheid nemen van de huidige decaan, historicus Marc Boone. Als grootste kanshebber wordt op dit moment de onderzoeksdirecteur van de faculteit op de Blandijnberg, Stef Slembrouck, genoemd. Ook filosofe Gertrudis Van de Vijver zou de toekomstige decaan kunnen worden. Zij zou zelfs door huidige decaan Boone aangepord zijn om hem op te volgen. Tot slot zou ook historica Gita Deneckere meedingen naar het decanaat. Deneckere zetelt op dit moment in het Bestuurscollege van de Gentse universiteit. Of de faculteit een tweede geschiedkundige op rij in het decanaat zal dulden, valt nog af te wachten. 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen