De Fiere Vlaamse Bever

Vlamingen lopen hoog op met hun leeuw. Zij dichten hem wonderbaarlijke kwaliteiten toe, zoals de gave van ontembaarheid en onontklauwbaarheid, zolang een Vlaming leeft. Ik geloof niettemin dat de keuze voor de leeuw misplaatst was. Om te beginnen is de leeuw een uitheemse diersoort, maar belangrijker is dat de leeuw niet bij de Vlaamse volksaard past. De leeuw is een pronkerig beest, die zichzelf koninklijke titels aanmeet, edoch in werkelijkheid een lui wezen is. Zo is de Vlaming niet. De Vlaming arbeidt. Zonder pretentie.
Daarom stel ik een nieuw dier voor om de Vlaming te verpersoonlijken: de bever.

De bever, het dient als eerste te worden vermeld, houdt het bos schoon. Hij verzamelt takken, twijgen en bladeren. Ook de Vlaming houdt zijn omgeving graag proper. Hij kuist op.

De bever kuist evenwel niet doelloos op: hij gebruikt de oogst van zijn opkuis om dammen te bouwen. De dam houdt niet alleen het ongewenste buiten - de uitheemse bever, die zou profiteren van zijn werk -: hij houdt ook het gewenste binnen. De dam laat toe dat ook de kleine bevertjes steeds in hetzelfde water kunnen blijven zwemmen. En dat is belangrijk, traditie. Ook voor de Vlaming.

Het huis van de bever wordt een burcht geheten. Zo is het ook voor de Vlaming: de Vlaming bouwt zijn eigen huis, en bewaakt zijn huis vervolgens tot hij dood neervalt en zijn burcht zijn kinderen kan beschermen. Een loyauteit, een toekomstgerichtheid die wij in het dierenrijk enkel onder de bevers aantreffen.

De bever weet wat werken is. Driest knaagt hij de boom om. De boom die dik is, met een omtrek die met beverpootjes niet te omvatten is. Wanneer de bever voor zo een boom wordt geplaatst, wanhoopt hij niet. Andere volkeren zouden denken in dergelijke gevallen de hand aan zichzelf te slaan, maar dat doet de bever niet. De bever werkt door, en knaagt en knaagt tot de boom omvalt. Eens omgevallen, verplaatst hij zijn geknaag naar een nieuwe boom. Zo is het ook met de Vlaming. De Vlaming neemt genoegen met niets anders dan met de boom.

Het moge duidelijk zijn, dat grote gelijkenissen bestaan tussen de Vlaming en tussen de bever. Laat mij daarom mijn betoog afsluiten met een voorstel tot een nieuw Vlaams volkslied:

Zij zullen hem niet onter’n, het fier Vlaams knaagdier,

Al dreigen zij zijn kuisheid met vuilheid en getier.

Zij zullen hem niet onter’n, zolang hij kuisen kan,

Zolang de bever slaat, zolang hij een staart heeft.

Zij zullen hem niet onter'n, zolang hij kuisen kan,

Zolang de bever slaat, zolang hij een staart heeft.

Zolang de bever slaat, zolang hij een staart heeft.

0
Gemiddeld: 5 (3 stemmen)

Reactie toevoegen