Als logicus vertegenwoordigt Andreas Weiermann de Faculteit Wetenschappen. Zijn schilderijen zijn geen gulden snedes, maar vloeiende en spontane werken.
Hoe bent u begonnen met schilderen?
Het was eigenlijk toevallig. Ik zat in het secundair onderwijs, in de Duitse 9e klas. De leraar kwam de klas binnen met het befaamde idee: “Hier een wit blad papier, doe er iets mee”. In plaats van een concrete opdracht was het dus iets heel interessants, maar voor de meeste mensen natuurlijk te veel gevraagd. Ze wisten niet wat doen. Ik ben dan begonnen met inkt, en trok gewoon streepjes zonder een bedoeling, tot er ten slotte een soort abstract landschap uit voortkwam. Dat vond hij heel boeiend. “Dit moet je wat verder uitbouwen en er iets van maken”, zei hij.
Wat trekt u het meest aan in schilderen?
De kleuren. Mijn stijl is meestal expressief. Ik ben ook een fervente Kolorist: ik probeer kleuren te bewerken. Concrete vormen zijn voor mij niet zo belangrijk. Het proces geeft voldoening. Het geeft een zekere sensatie wanneer je kleuren mengt, en het is altijd verrassend als je merkt wat er allemaal mogelijk is. Ik ben ook niet bang om kleuren verkeerd te gebruiken, zoals wanneer een boom plots violet wordt.
Zijn er overeenkomsten tussen wiskundigen en schilders?
Er zijn wel grote overeenkomsten, maar andere dan men zou denken. Het is niet zo dat ik wiskunde toepas in mijn schilderijen. Gebouwen en afstanden moeten wel kloppen, maar dat is eigenlijk geen wiskunde. Al begint wiskunde soms ook met een wit blad papier. Er is een probleem en dat moet opgelost worden. Voor een interessant probleem dient men vaak nieuwe methodes van nul te ontwikkelen. Bij schilderijen is dat precies hetzelfde. Ik begin op een wit doek, maar weet niet wat er uit zal komen. Ik werk meestal niet met een concreet plan. Ik zie tijdens het proces wat er van komt. Bij schilderen kan je je emoties omzetten, bij wiskunde niet. Voor mij zijn beide disciplines eerder complementair maar in beiden speelt "beauty and truth" een belangrijke rol.
"Bomen kunnen achteraf niet protesteren"
Heeft u een voorkeur voor bepaalde thema’s?
De natuur. Bomen bijvoorbeeld zijn altijd anders, iedere boom heeft een eigen karakter. Bomen zijn ook iets vergevender als er iets misloopt: ze kunnen achteraf niet protesteren.
Mislukken uw werken weleens?
Een minder goede ervaring was het maken van portretten. Dat trok op niets en dat merk je ook direct. Wanneer je schildert met aquarel, kan het gebeuren dat je iets doodwerkt. Dan wordt het te geveinsd en verliest het zijn spontaniteit. Met olie of acryl is ‘doodwerken’ niet het einde van het verhaal. Je kan dat zo weer overschilderen.
Hoe gaat u doorgaans te werk?
Meestal neem ik een foto met mijn iPhone.Ik heb eerder ook in de buitenlucht gewerkt, maar het probleem is daar dat het licht verandert en de wolken verschuiven. Een foto trekken gaat echter ook gepaard met een zeker verlies, omdat je niet alle kleuren op de foto kan terugvinden. Bij dit werk (zie foto) heb ik eerst een boek gelezen over hoe men de zee schildert. Maar dit is uitgewerkt zonder foto en gewoon met vrije inspiratie. Ik heb ultramarijn blauw, viridiaan groen en titiaan wit op het doek aangebracht en met elkaar gemengd. Het is een beetje een toevalseffect, maar het lijkt achteraf gezien vrij realistisch.
Reactie toevoegen