Proffen op Zondag: Geert De Soete

Hoe bent u begonnen met fotografie?

Al sinds mijn humaniora hou ik me bezig met fotografie en ontwikkelen van film. Dat heeft een tijdje stilgelegen, maar met de opkomst van de digitale fotografie heb ik die hobby’s weer opgenomen.

Hoe vaak beoefent u uw hobby?

Tijdens de week is het bijna onmogelijk. Ik trek weleens foto's ter gelegenheid van een evenement. Voor de Ice Bucket Challenge van de ALS-Liga waren er bijvoorbeeld vier professoren die een ijzig bad hebben genoten en ik gefotografeerd heb. Fotografie maakt ook altijd een belangrijk deel van mijn vakantie uit. 

Heeft u de fotografie zien evolueren?

De technologie is tegenwoordig zo geavanceerd dat je zelfs met een gewone smartphone al heel ver geraakt. Het is allemaal toegankelijker dan vroeger. Toen - en ik heb het meegemaakt - moest je je dia’s per post opsturen om ze te laten ontwikkelen. Daarop moest je dan een week of twee wachten. Het feit dat je nu onmiddellijke feedback krijgt, verschillende zaken kan proberen én het eigenlijk niets kost, heeft de drempel enorm verlaagd. Het nadeel van deze zeer toegankelijke technologie is dat er veel minder wordt nagedacht dan vroeger. Toen kosste een foto veel geld en pasten er maar 36 op een filmrolletje. Nu kan je 36 foto’s maken op een paar seconden tijd. Vroeger werd meer aandacht besteed aan compositie en lichtinval, maar nu gaat men veel sneller vanalles uitproberen. In de laatste twee jaar zijn er meer foto’s gemaakt dan tijdens alle periodes voorheen.

Het nadeel van de toegankelijke technologie is dat er veel minder wordt nagedacht

Heeft u een voorkeur voor bepaalde objecten of onderwerpen?

Zoals een fameuze fotograaf ooit stelde: het is mijn specialiteit om niet te specialiseren. Als ik in de zomer op vakantie, zal ik vooral foto's van wildlife maken, maar evengoed van architectuur of evenementen. Wat ik ook graag nog eens zou vastleggen, is het noorderlicht.

Het is mijn specialiteit om niet te specialiseren

Zijn er bepaalde figuren naar wie u opkijkt?

De klassieke landschapsfotografen en mensen zoals Cartier-Bresson hebben het pad geëffend. Zij slaagden erin om met zeer beperkte apparatuur, en na zeer lang nadenken, indrukwekkende zaken te verwezenlijken. Voor de film had je platen. Zulke een plaat kostte heel wat werk, dus werd er zeer zorgvuldig mee omgesprongen. Als je met platen werkte, kon je ook niet meteen zien of de belichting goed zat of niet. Dat was veel moeilijker dan nu, want fotografie was toen een enorm technisch métier waarin men zich vooral focuste op de lichtinval en compositie. 

Welke meerwaarde bieden klassieke fototoestellen ten opzichte van smartphones?

Het feit dat je verwisselbare lenzen hebt, je kan werken met een groter diafragmaopeningen, en je de shallow depth of field (een object scherpstellen op de voorgrond, red.) hebt, maakt een enorm verschil. Klassieke fototoestellen bieden veel meer mogelijkheden, al is het vaak zo dat je net creatiever bent door jezelf beperkingen op te leggen.

Wat trekt u het meest aan in fotografie?

Het feit dat je iets kan creëren waarbij je, zeker nu, onmiddellijke feedback krijgt en veel nieuwe dingen kan proberen. De grote truc van fotografie is om het licht goed in te schatten. Kijk maar naar de etymologische oorsprong van het woord: ‘schrijven met licht’. Je leert op een andere manier kijken. Je kan trouwens ook bezig zijn met fotografie zonder toestel. Wanneer je op een vergadering zit te wachten, kan je kijken hoe het licht valt, waar de zon zit.