De eerste stemronde is achter de rug. Iedereen had de mogelijkheid om mee te stemmen, toch is niet elke stem evenveel waard. Hoe komt dit?
Deze rectorverkiezingen zorgden op verschillende vlakken voor primeurs. Een bijzondere verandering ten opzichte van de vorige verkiezingen is het stemrecht, dat uitgebreid is van een kleine groep van 300 personen, geselecteerd uit de verschillende geledingen, naar iedereen aan de Universiteit Gent. Hoewel iedereen mag stemmen, hangt niet aan elke stem hetzelfde gewicht. Toch zouden de geledingen binnen de universiteit als gelijkwaardig gezien moeten worden.
Vijf voor twaalf
De UGent telt vijf geledingen: studenten, academisch assisterend personeel (AAP), academisch technisch personeel (ATP), zelfstandig academisch personeel (ZAP) en de externe geleding, die wordt ingevuld door mensen die gekozen worden door de politiek. De externe geleding heeft geen stemrecht gekregen, de overige wel. De stemmen van het ZAP tellen voor 67 procent mee, die van de studenten voor 16 procent, het ATP en het AAP krijgen elk 8,5 procent. "Dat er gewichten aan de stemmen hangen, is logisch, maar deze gewichten zijn belachelijk", zegt Erwin Plancke, die in de Raad van Bestuur van de UGent zetelt voor het ATP." Je ziet de toegifte aan het ATP en het AAP, het 'mindere' personeel. Samen hebben ze 17 procent, wat nog altijd meer is dan de studenten. Onder andere de vakbonden noemen dit een vorm van cijnskiesrecht. Dat is een beetje een dramatische uitspraak, maar helemaal ongelijk hebben ze niet."
"Deze gewichten zijn belachelijk" - Erwin Plancke
Deze teneur vinden we, zij het in een gematigde versie, ook terug bij de studenten. "Ik vind het jammer dat wij maar voor 16 procent mee tellen", betreurt Johannes Weytjens, voorzitter van de Gentse Studentenraad. "De centrale bestuurders zeggen vaak dat de universiteit er is voor haar studenten, en wij zijn de grootste stakeholders. Dan is zestien procent relatief weinig." Weytjens haalt de hypothese aan dat het ZAP, indien ze zich unaniem achter een kandidaat-duo schaart, zonder enige input van de andere geledingen een rector en vicerector kan verkiezen. "Nu, het is onrealistisch om te denken dat dit ooit zou gebeuren, maar het idee dat niet iedereen gelijk is, is heel jammer. Toch is het beter dan bijvoorbeeld op de VUB (Vrije Universiteit Brussel, red.) of de KU Leuven. Daar is het 70% voor de proffen en 10% voor de andere geledingen. Ik denk dat de 8,5 procent voor AAP en ATP dan een groter probleem is." Het AAP heeft hier nog geen officieel standpunt over ingenomen, maar Joachim Schouteten, vertegenwoordiger in het AAP/WP-overleg, kon ons wel al voorzichtig meegeven dat hij vermoedt dat de huidige kiesprocedure wellicht herbekeken zal worden.
Mother of dragons
De percentages zouden overgenomen zijn van de faculteitsraden, waarin elke geleding ook vertegenwoordigd is, zij het in een licht gewijzigde vorm. "De reden voor die lichte afwijkingen kan ik niet terugvinden in verslagen", zegt Weytjens. "De stemmen van het ZAP wegen heel zwaar door. Ik vind het jammer dat proffen er zo veel hebben. Vaak wordt gezegd dat zij de continue factor zijn aan de universiteit, maar dat is een zwak argument. Het is niet omdat een student hier maar vijf jaar is, dat wat hij zegt minder relevant is voor de studenten na hem. Toch wordt dat argument vaak als eerste aangevoerd en als sterkste gezien." De kiesprocedure en de stempercentages werden goedgekeurd in de Raad van Bestuur. Hierin zetelen ook vier studentenvertegenwoordigers. Weytjens wist ons te zeggen dat de vragen omtrent de percentages van de studenten, bijgetreden door het AAP, in de vergadering afgewimpeld werden.
"Het is niet omdat een student hier maar vijf jaar is, hetgeen hij zegt minder relevant is" - Johannes Weytjens
Plancke pleit er ook voor dat de geledingen eerder in het proces moeten worden betrokken, niet alleen wanneer de beslissing wordt genomen. "We hebben geprobeerd om deze keer geen draak van een verkiezing in elkaar te steken, maar ik denk niet dat het gelukt is. Ik apprecieer de poging, maar de verkiezing zal het uitwijzen. Met een beetje geluk krijgen we de twee derde meerderheid vlotjes en ligt niemand wakker van de fouten in het reglement, maar als we na vijf rondes moeten uitleggen aan de media waarom we er een maand over doen en we iedereen telkens opnieuw moeten overtuigen om te stemmen wordt het een soort uitputtingsverkiezing."
"We hebben geprobeerd om deze keer geen draak van een verkiezing in elkaar te steken, maar ik denk niet dat het gelukt is" - Erwin Plancke
De keerzijde
Elk nadeel heeft een voordeel, zo ook deze nieuwe kiesprocedure. Zowel Plancke als Weytjens juichen het opentrekken van de verkiezingen toe. "Het belangrijkste in heel deze affaire is dat iedereen mag stemmen. Ik ben al blij dat dat er is gekomen", benadrukt Plancke. "Op momenten als deze moet je soms gewoon een toegeving doen en de rest later bekijken." Ook Weytjens treedt hem hierin bij. "Er zijn mensen die zeggen dat dit voor een populistische strijd heeft gezorgd aan de UGent, maar ik vind dat incorrect. De UGent draagt studentenparticipatie hoog in het vaandel en het is mooi dat elke student, die al dan niet de moeite wil doen om zich te informeren, zijn stem kan uitbrengen."
Schouteten vindt het nobel dat de universiteit iedereen een stem geeft, maar betwijfelt echter of dit per se een positieve zaak is. "Het is natuurlijk beter om een duo te hebben dat breed gedragen is, maar we houden ons hart vast voor het opkomstpercentage. Stel dat 20.000 op de 50.000 personen stemmen, en een duo wordt verkozen met 70 procent van de stemmen, dan is dat 14.000 stemmen op 50.000. Er is geen quorum en dat kan de legitimiteit van het verkozen duo aantasten." Huidig rector Anne De Paepe begrijpt deze opmerking, ook zij maakt zich zorgen over de opkomst. "Bijlange niet iedereen die kan stemmen, zal stemmen. Het is niet verplicht en hangt af van de goodwill van mensen. Toch kunnen er, vergeleken met vroeger, veel meer mensen stemmen", zegt ze. "Op dit moment leek dit systeem de beste manier om het kiezerscorps representatiever te maken. Dat was vroeger te beperkt."
Iedereen gelijk
De Paepe geeft toe dat het representatiever maken van het kiezerscorps prioritair was aan de verhoudingen en het gewicht dat werd gegeven aan de geledingen. Dit neemt niet weg dat ze de bezorgdheden van de geledingen met een kleiner percentage begrijpt. "In de toekomst moet er zeker gekeken worden naar die verhoudingen. Dit zal allemaal geëvalueerd worden, het kiessysteem is een proces in wording. Het is absoluut een oefening die niet af is, maar gelukkig is het eindelijk in gang gezet. Er kan over gepraat worden en er is al een zekere mindshift geweest. Vroeger was het onbespreekbaar en zat alles rotsvast, nu is er tenminste een dialoog mogelijk."
Plancke toont zich van zijn meest pragmatische kant en reikt het universiteitsbestuur een oplossing aan voor de komende verkiezingen: "Het is eigenlijk supersimpel. De geledingen worden aan de UGent, alleszins op papier, als evenwaardig gezien. Er zijn vijf geledingen, geef die elk 20 procent. Velen zullen misschien niet graag hebben dat de externe geleding dan ook 20 procent zou krijgen, maar als je een brug wil met de maatschappij is dat een goede zaak. De politiek kan na afloop van de verkiezingen dan ook niet komen zagen. Momenteel is dat wel het geval en doen ze voor tal van zaken hun goesting, als het niet met decreten is, dan wel op een andere manier." De verdere logistieke uitwerking van zijn masterplan laat Plancke open, maar de aanzet is in ieder geval al gegeven.
Reactie toevoegen