Een surrealistische kijk op de langstzittende eerste minister van Canada, maar ook een satirische analyse van de Canadese identiteit. Geniaal of toch iets te niche voor de gemiddelde kijker?
William Lyon Mackenzie King was de langstzittende premier van Canada. Met zes regeringen, waaronder één tijdens de Tweede Wereldoorlog en één tijdens de economische crisis van de jaren 30, heeft King duidelijk zijn stempel kunnen drukken op het hedendaagse Canada. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er bibliotheken zijn volgeschreven over dit politieke boegbeeld.
De Canadese regiseur Matthew Rankin probeert in deze nogal onorthodoxe biopic de politieke opmars van King te schetsen. Temidden van een groot conflict tussen de pacifistische nationalisten in Quebec en de oorlogszuchtige imperialisten uit het Verenigd Koninkrijk, is een jonge King erop gebrand om Canada te leiden. Hij wordt geschetst als een gekwelde en machtsgeile jonge politicus, die meer geeft om zijn status dan de toestand van zijn land.
Desondanks is bij Rankin de ernst ver te zoeken. Stilistisch is de film een pastiche van vroege Duitse expressionistische cinema, klassieke sciencefictionfilms en Monty Python. De straten van Canada doen denken aan de surrealistische decors van 'Metropolis', politieke leiders worden afgebeeld als Canadese big brothers en dokters lijken dan weer meer op 'Dr. Caligari' dan op Marc Van Ranst. Dat alles wordt ingekaderd in een meer klassieke stijl. Ook vervaagde kleuren dragen bij tot een meer authentieke uitstraling.
'The Twentieth Century' is daarom een nogal veeleisende film. Niet alleen is het stilistisch niet altijd even makkelijk om je te blijven focussen op alle absurditeit, maar ook veronderstelt het een grote kennis van de Canadese geschiedenis bij zijn publiek. Daardoor stelt de film op een metaniveau een interessante vraag: hoe niche kan een film worden tot ze een groot stuk van het publiek zal verliezen? De algemene reacties op de film lijken daar alvast een antwoord op te bieden: Canadese recensies noemen het een geniale satire, terwijl de rest van de wereld vooral blijk geeft van veel verwarring.
Hoezeer ik de keuzes van de regiseur ook bewonder, moet ik zeggen dat ik zelf eerder tot die tweede groep mensen behoor. De humor, alhoewel waarschijnlijk zeer gevat voor de gemiddelde Canadees, kwam bij mij eerder platvloers over. De ejaculerende cactussen, eeuwige seksgrappen en de groteske karakterisering van Kings moeder waren behoorlijk kinderachtig en met momenten wansmakelijk.
Wanneer de personages in de film lachen met Canada als de personificatie van een 'onophoudelijke teleurstelling', zeggen ze het zelf nog het beste. 'The Twentieth Century' ziet er op papier uit als een geniale film met diepe inzichten, maar de uitwerking blijkt vooral erg teleurstellend.
Reactie toevoegen