Gebaseerd op waargebeurde feiten én met een topcast onder regie van niemand minder dan Martin Scorsese: ‘Killers of the Flower Moon’ leek niet teleur te kunnen stellen …
Leonardo DiCaprio en Martin Scorsese maakten eerder al verschillende films samen, denk maar aan ‘Shutter Island’ (2010) en ‘The Wolf of Wall Street’ (2013). Ook in ‘Killers of the Flower Moon’ heeft DiCaprio de hoofdrol te pakken. Hij vertolkt de rol van Ernest Burkhart, een veteraan die na de eerste wereldoorlog terugkeert naar Amerika, naar het landgoed van zijn steenrijke oom William King Hale, vertolkt door Robert De Niro. De oom van Ernest woont in de Native American Osage Nation, een gebied grotendeels in handen van de Osage, een stam van inheemse Amerikanen. In de 19e eeuw werden de Osage naar dit gebied verdreven door de Verenigde Staten, een beslissing die het land nog zuur zou opbreken: het nieuwe stuk land van de Osage zat namelijk vol olie, wat hen bijgevolg stinkend rijk maakte. Al snel wordt duidelijk dat de blanken in de regio, waaronder Ernest en Hale, het eigendomsrecht van de olierijke gronden terug willen winnen. Dit doen ze door te trouwen met Osage-vrouwen, om vervolgens hun grondeigendomsrechten te erven wanneer ze onverwachts ‘sterven’ (lees: vermoord worden).
Wat volgt is een hele reeks huwelijken en moordpartijen, waarbij menig Osage het leven laat. De film toont de gruwel van deze zogenaamde ‘Reign of Terror’ in al zijn facetten, en schuwt daarbij zeker een occasioneel moment van visuele horror niet. In dat opzicht is ‘Killers of the Flower Moon’ het best te categoriseren onder de noemer van ‘revisionistische Western’. De film romantiseert het Wilde Westen in geen geval en clichés zoals een stepperoller komen niet aan bod. De film focust in de plaats daarvan op het onrecht dat de Osage in die periode is aangedaan en doet dit op een realistische en respectvolle manier.
Deze revisionistische trend zet zich eveneens door in de vormgeving. Zowel kostuums als decors zijn niet stereotyperend voor het Western-genre, maar voelen gegrond. Geen overdreven verentooien of cowboylaarzen met sporen te bespeuren hier. Ook de muziek is niet per se wat je van een ‘klassieke’ Western zou verwachten. Robbie Robertson, de componist voor deze film, is zelf van inheems Amerikaanse afkomst, wat ervoor zorgt dat de soundtrack een mix is van tribale elementen en rock of blues. Verder past de muziek perfect binnen het verhaalde tijdskader, wat bijdraagt tot de realistische feel van de film. Verder zijn de acteerprestaties uitmuntend. Vooral Leonardo DiCaprio en Lily Gladstone als Mollie, de vrouw van Ernest, beklijven met hun uitdagende rollen vol emotionele scènes.
Desondanks voelt het overgrote deel van ‘Killers of the Flower Moon’ toch vooral aan als een ellenlange geschiedenisles van maar liefst 3 uur en 26 minuten (!).
Het verhaal verrast niet echt, aangezien je als kijker al van in het begin weet wie er achter alle Osage-moorden zit, en na een paar moorden gezien te hebben heeft de film niet veel nieuws meer te bieden. In dit opzicht is de kijkervaring vrij eentonig.
De film zou beter werken als miniserie, zeker als men aan elke moord evenveel aandacht wil besteden, een keuze die zeker te begrijpen valt uit respect voor de slachtoffers. Ook hadden de filmmakers ervoor kunnen kiezen om het verhaal te vertellen vanuit het standpunt van de Osage, een invalshoek die de film veel spannender en meeslepender had gemaakt. Nu was het als kijker soms moeilijk om mee te leven met het hoofdpersonage Ernest, aangezien hij een van de ‘slechteriken’ is. Als het verhaal verteld zou zijn vanuit het standpunt van zijn vrouw Mollie, dan had je als kijker mee kunnen achterhalen wie de moordenaars waren en had je een sympathieke protagoniste om voor te supporteren.
Reactie toevoegen