Nu we voor de zesde ronde van de (vice)rectorverkiezingen staan en het stof ogenschijnlijk wat gaan liggen is, heb ik het programma eens herbekeken van de overblijvende kandidaten, alsook de extra uitleg en expliciete steun van de rechtstreeks betrokkenen op hun officieuze communicatiekanalen. Inhoudelijk lijkt het me allemaal prima, een mooie synthese van de belangrijkste punten uit de programma's van de eerste vijf rondes. Daar wil en hoef ik het verder niet over te hebben. De voorgestelde hervorming van het bestuur, en van de beleidsstructuur in het bijzonder, vind ik daarentegen problematisch. Dus daarover wil ik een aantal zaken kwijt, en een publiek debat lanceren.
"Ik vind de voorgestelde hervorming van het bestuur problematisch"
Dat er aan de organisatie van het universiteitsbestuur moet gesleuteld worden, zou nu wel duidelijk moeten zijn voor iedereen. De huidige bestuursvormen hebben hun grenzen getoond, in het bijzonder via de daar onlosmakelijk mee samen horende verkiezingsdebacles, niet alleen in de afgelopen maanden maar ook in voorgaande jaren, op allerlei niveaus. Dat een instelling met de meest briljante geesten van het land zichzelf zo meerdere keren in de eigen voet kan schieten, is veelzeggend. De polarisering, onverzettelijkheid en verbetenheid van de kandidaten, en op sommige momenten het laakbare gedrag van hun achterban, hadden mijns inziens niet alleen met de kandidaten te maken en met hun inhoudelijke opstelling, maar ook vooral met de bestuursvorm en de al dan niet geheel of deels transparante, te beperkte dan wel te uitgebreide macht die de enkele verkozen kandidaten als latere mandaathouders toegedicht krijgen in het bestaande systeem.
"Een onder-ons-compromis kan niet zonder meer omgezet worden in een nieuwe beleidsstructuur"
Ik, en ik denk velen met mij, vinden dat een onder-ons-compromis tijdens verkiezingen niet zonder meer kan omgezet worden in een nieuwe beleidsstructuur. Omdat er nog te veel vragen rond zijn. Omdat er in de huidige, eerste versie allicht nog problemen zitten. Omdat er een veel bredere consultatie en reflectie over moet plaatsvinden met meer experten ter zake, die we in overvloed in huis hebben aan de UGent. Omdat het niet hoort, zelfs onkies is om de lopende verkiezingen en de structurele hervorming te koppelen op die manier. Het acute probleem dat zich gesteld heeft, namelijk een niet-selectie in een verkiezingsproces dat als doel precies selectie heeft, kan en mag je niet proberen op te lossen door meer kandidaten in het bad te trekken en te laten selecteren. Dat betekent evenwel niet dat het compromis dat de betrokkenen gemaakt en voorgesteld hebben eerloos is. Blijkbaar was de polarisering en de verkiezingsimplosie nodig als katalysator en als symptoom. Het valt best te verdedigen, of zelfs toe te juichen, dat de betrokkenen daaruit iets nieuws gekristalliseerd hebben, inclusief een concreet voorstel voor domeinen en kandidaten om mee aan de slag te gaan, vanuit de idee dat dit voor een breed draagvlak voor de hervormingen zou kunnen zorgen bij de achterban van de nu vele vicekandidaten en dat het ervoor garant kan staan dat alle bekommernissen vanuit alle hoeken ook effectief aanwezig zijn bij de toekomstige mandaathouders. Dat de hervorming van het bestuur en de beleidsstructuur gekoppeld wordt aan de verkiezingen, en dat de kandidaten de richting aangeven waarin ze willen evolueren, verdient volgens mij dus alle steun. Maar hun concrete voorstel niet. Het lijkt me cruciaal om de focus te verleggen van het toevoegen van extra mandaten naar een grondige hervorming, en het met name te hebben over de verantwoordelijkheden daarin van organen en mandaten. Niet concreet, want er is nog geen breed gedragen concrete invulling, maar wel conceptueel, dus op de grote principes en doelstellingen van de hervorming. Het moet dan gaan over de beleidsmakende, -voorbereidende, -ondersteunende, en -uitvoerende rollen van de diverse organen en mandaten. Daarover moeten het programma en de discussie over de hervorming van de beleidsstructuur gaan. Daarvoor volstaan de vele containerbegrippen uit het huidige programma niet: 'leiding geven', 'laten bijstaan', 'andere verhouding', 'krijtlijnen uitzetten', en 'participatief bestuur' lijken me niet meer dan goedbedoelde (want na de polarisatie sussende) vage taal, terwijl er nood is aan concrete mogelijke rolbeschrijvingen van alle betrokkenen in het bestuur. De politiek kan daar allicht enigszins als voorbeeld dienen, met de functies en onafhankelijkheid van kabinetten en ambtenarij t.o.v. elkaar.
Het zou daarbij van nederigheid getuigen als de kandidaat (vice)rector(en) kunnen toegeven dat sommige aspecten uit hun programma en hun eerste duiding nog niet eenduidig vastliggen en te nemen of te laten zijn, en zelfs ongelukkig gesteld zijn tot nu toe. Waarom zijn er bijvoorbeeld nog academische directeurs nodig naast die vicerectoren die al academici zullen zijn? De programmatekst van de huidige kandidaten laat dat nog open, en dat roept toch veel vragen op. Als er zoveel tijdelijke rollen bijkomen, dan kunnen die ook niet als fin de carrière-functies (binnen de UGent) gezien worden zoals de huidige rector en vicerector dat toch grotendeels zijn, maar moet het perfect mogelijk zijn om achteraf terug te keren naar de kerntaken (onderzoek, onderwijs, en dienstverlening) binnen de faculteiten. Hoe dat gefaciliteerd kan worden, daar moet nog over nagedacht worden. Wat bijvoorbeeld met lopende doctoraten als promotor? Kortom, de kandidaten doen er best aan toe te geven dat er eigenlijk eerst nog veel werk en reflectie nodig is. Dat het huidige onder-ons-compromis dus misschien een noodzakelijke stap was en een niet te stoppen richtingsverandering inluidt als ze nu met een twee derde meerderheid verkozen worden, maar ook niet meer dan dat. Hopelijk zien alle kandidaat (vicef)rector(en) en de kiezers in dat voorlopig enkel de richting telt, samen met het vertrouwen dat de voorgestelde ploeg bijeenbrengt, en dat vooral de principes, doelstellingen, en de ploeg ervan nu moeten geduid en door de kiezers beaamd worden, niet de concrete invulling. Er rest de kandidaten voldoende tijd tot de zesde ronde om hiernaar de evolueren. Of naar gelijkwaardige alternatieven, ik wil immers niet claimen het grote gelijk te hebben, enkel dat er meer nodig is, en beter mogelijk is, dan wat er momenteel in publiek gemaakte teksten neergeschreven staat.
"Er komt uit verschillende hoeken veel kritiek op de voorgestelde hervorming"
Uiteraard komt er overigens veel kritiek vanuit de verschillende hoeken op de voorgestelde hervorming, inclusief diverse directies. Zoals ik al aangaf zouden er een aantal moeten evolueren van beleidsmakend naar beleidsvoorbereidend, en -ondersteunend. Zo’n evolutie brengt sowieso conservatieve krachten naar boven, dat is de natuurlijke reflex des mensen. Zo'n evolutie zou evenwel tot een veel gezondere situatie kunnen leiden, waarin professionele managers die carrière maken binnen administraties en directies, en verkozen academici en hun kleine teams, met meer voeling met de faculteiten en hun werking, samen moeten werken om een beleid uit te stippelen en om te zetten. Een voordeel is dan dat men relatief onafhankelijk carrière kan maken binnen centrale administraties en directies, minder afhankelijk van tijdelijke grillen van een paar academici, en dat die administraties en directies kunnen focussen op ondersteunend, operationeel en organisatorisch werk, waar ze goed in zijn. Het voordeel voor de academici is ook duidelijk: ze krijgen dan de eindverantwoordelijkheid voor het beleid, het vastleggen van de richting van het beleid komt immers direct bij hun verkozenen te liggen.
Ik roep de kandidaten dus op om hun programma en hun doelstellingen te verduidelijken en zich nederig op te stellen met betrekking tot het huidige compromisvoorstel. Als ze hierin slagen, roep ik alle kiezers op de kandidaten te steunen in de zesde ronde.
Ik roep de gezagsdragende leden van onze universitaire gemeenschap overigens ook op om zich hierover publiek uit te spreken, meer dan dat tijdens de eerste vijf rondes gebeurd is. Ik vraag hen ook om zich publiekelijk uit te laten over laakbare activiteiten en uitingen die aan de oppervlakte zouden kunnen komen in de komende weken, niet door de kandidaten zelf maar door hun (zogezegde) achterban of door hun tegenstanders. De huidige toestand lijkt me vergelijkbaar met partijcongressen die hun fiat moeten geven voor een onderhandeld coalitie-akkoord. De onderhandelaars, in wie heel veel vertrouwen gesteld werd door hun achterban bij het ingaan van de onderhandelingen, moeten dan plots spitsroeden lopen. Er wordt terecht van hen verwacht dat ze het bereikte akkoord duiden, ze beschikken immers over veel meer informatie en het gestelde vertrouwen gaat toch gepaard met wat scepsis. Dus ze dienen opnieuw, en niet gratuit, het vertrouwen te verdienen om de volgende stap te zetten en effectief een machtig mandaat te verwerven. Ze worden op zo'n congressen steevast door bepaalde fracties als kleine of grote verraders weggezet. Wel, op het einde van zo'n congressen of als het uit de hand dreigt te lopen zijn het steevast de éminences grises van de verschillende fracties die hun verantwoordelijkheid opnemen, het woord nemen en de potentiële crisis bezweren door een voldoende grote meerderheid van de stemmende leden te overtuigen mee de stap, die deels een stap in het onbekende is, want samen met de "vijand" gezet wordt, effectief te zetten. En hen uiteindelijk nog met een goed gevoel, en een zoveelste erkenning van hun eigen ervaring en branie, naar huis laat gaan ook!
Reacties
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen