Maalstroom

Over willen en niet-willen

Ik vermoed dat ik niet de enige ben die soms een intens moment van zelfreflectie bezigt. Het zou mij in feite ten stelligste verbazen. Je kent het wel, zo'n moment waarop je in je zetel geploft een documentaire bekijkt of met maten jezelf verantwoord naar de pleuris ligt te zuipen in een kitscherig café om dan uit het niets geconfronteerd te worden met een buitenproportioneel existentiële vraag en een halve aha-erlebnis. Of je kent het niet. Soit, ik vroeg mij onlangs af wat ik in godsnaam met mijn leven aan het doen ben.

Het is een vraag die elk van ons al eens overvallen heeft. Het is een soort vraag die verlammend werkt als je er té lang bij stilstaat. Wat te doen met je leven? Je veronderstelt dat daar een wil aan verbonden is, een soort planmatigheid die ervoor moet zorgen dat je eind de zestiger jaren niet vervalt in stagnerende wanhoop. Het logische vervolg van die vraag is een volgende vraag, namelijk wat je dan in feite wilt. Ik meen mij te herinneren dat ik 'alles kan worden wat ik wil', wat initieel zeer hoopvol klinkt, maar waarvan de oneindige keuzes mij vandaag aanstaren als een soort veelkoppige Hydra met vlijmscherpe tanden en bloeddoorlopen ogen.

Wil an sich

Vroeger was het simpeler. Eerst wou je brandweerman zijn en later kwamen koning te rijk, dokter en de beste advocaat van het land. Negen kansen op tien dat je op een bepaald moment mensen wou helpen vanuit een soort altruïstische naïviteit die vaak met kleine kinderen wordt geassocieerd. In een zoektocht naar wat men wilt, dreigt men op latere leeftijd echter snel te vervallen in extreme idealen die in se voor iedereen nastrevenswaardig zijn, maar daarmee niet minder onhaalbaar. Alomtegenwoordigheden als 'liefde' en 'inner peace' impliceren al snel zelfliefde, wat op zijn beurt gegenereerd wordt door aanname van verantwoordelijkheden en verzorging van lichaam en ziel. Klinkt eenvoudig genoeg, zou je goedgelovig kunnen denken, maar niets is minder waar. Je herkent dat ideaal misschien van de talloze motivational speekers die je op YouTube kan vinden. Het is zeer bevreemdend om te beseffen dat ze ergens wel een punt hebben, hoe sterk mijn dedain er tegenover ook moge zijn. Het klinkt naar alle waarschijnlijkheid wel bekend in de oren, de eeuwige teneur dat je niet mag hopen op dat éne moment, maar zelf de veranderingen in je leven moet verwezenlijken, hoe oneerlijk die ook moge zijn. Dit dan zeer overdreven gebracht met de nodige flair, dramatische muziek en grootschalige cinematografie van een landschap met jogger.

In zo'n wereld is de lange termijn een artefact van het verleden

Ik vermoed dat ik uren heb verdaan aan het bekijken van speeches en prekers die mijn leven zouden verbeteren met hun woorden en hun charisma. We herinneren ons allemaal nog Shia LaBeouf ,die schreeuwerig de millennials berispt omwille van het feit dat ze zich gedragen als blèrende bloemzakken en dat ze 'het gewoon moeten doen'. Puntje komt echter bij paaltje, en op het einde van de dag heb ik ironisch genoeg nog maar eens een paar uur verkwist aan praten over en luisteren en zoeken naar de heilige motivationele graal. Wake up you couch potato, that doesn't exist!

Facilitatie van uw luiheid

De meeste 'wil' die mensen zichzelf voorleggen is vaag en vaak door de individuen zelf, die ermee komen filosoferen, onbegrepen. De weinigen die voorbij het conceptuele kunnen denken en hun wil kunnen omzetten naar vrij toegankelijke praxis, stuiten op hun beurt op het feit dat de definiëring van die wil je daar nog niet brengt. Doorzettingsvermogen is een verloren kunst in onze generatie. Versta me wel, ik heb het over langetermijnsambities die een mens dwingen uit zijn of haar comfort zone te kruipen en te streven naar een onbekende, nieuwe 'ik'. Ikzelf pleit eveneens schuldig.

We zijn een generatie geworden die, zonder zelf eigenlijk veel oorzakelijke schuld te dragen, teert op een zekere vorm van luiheid; alles is instant, alles met een swipe binnen ons handbereik. Laat het vooral niet te lastig zijn. Symptoom hiervan vind je terug in hedendaagse pedagogie, waar elke vorm van stress en straf gemeden moeten worden en we vooral iedereen moeten faciliteren en de obstakels moeten verwijderen. Je creëert mensen die verwachten dat hun wil zich zal materialiseren voor hun ogen. We kweken individuen die bang zijn om 'op hun muil te gaan', terwijl we allen nochtans rotsvast geloven in het principe van 'vallen en weer opstaan', zodat je kan leren uit je fouten en bovenal kan evolueren en groeien. In zo'n wereld is de lange termijn echter een artefact van het verleden en een vermeende irrelevantie geworden.

Niet-willen

De angst voor het onbekende, doch wenselijke, kan grotendeels herleid worden tot het feit dat wij gewoontebeestjes zijn die vastgeroest zitten in het hedendaagse bekende. Streven naar een ideaal is beangstigend, omdat we ons huidige leven ervoor zouden moeten opgeven. Puur werken náár iets vergt voor de absolute meerderheid, in onze generatie misschien nog meer dan andere, ook veel interne kracht en moed. Als ik naar de feiten kijk zoals ze zich zo filmisch en dramatisch voor mijn ogen uitspelen, dan zie ik dat er iets mist voor velen. Iets willen is niet langer genoeg en de hardvochtigheid is verwaterd.

Die degout jegens stagnatie is als een maalstroom van niet-willen

Wat als je echter, mede door de erkenning dat simpelweg ergens naartoe werken ongelooflijk moeilijk is, probeert wég te werken van dat hedendaagse? Ergens heen, maar tegelijkertijd ergens vandaan, zodat je niet enkel getrokken wordt door ambitie, maar ook afgeduwd wordt van de gewoontes waarin je vastgeroest zit. Uiteindelijk wenst niemand zichzelf stagnatie toe. 'Groeien is geluk', dat is waarschijnlijk het enige dat na al die motivatiefilmpjes logisch lijkt. Niemand wilt niet groeien. Stagnatie creëert bijna een degout van je huidige zelf die als propellor kan dienen, die je motivatie kan pushen tot praktische handelingen in plaats van continu te rumineren. Stagnatie houdt je vast, voedt de verdomde gewoonte van niets-doen. Die degout jegens stagnatie is als een maalstroom van niet-willen die je visie onvermijdelijk in het onbekende dwingt, weg van hetgeen je reeds kent en als ongewenst erkent. Stel het je voor als een ruimtesonde die na afvuren eerst een rotatie rond de aarde maakt - een initieel verkeerde richting - om dan gebruik te maken van de zwaartekracht die het naar zijn doel zal flikkeren aan ongeziene snelheden. Weliswaar met asteroïden op de baan, die berekend ontweken kunnen worden.

We willen allemaal op een goede plaats eindigen. Het bekt misschien erg filosofisch en melodramatisch, maar we moeten durven toegeven dat we bang zijn voor dat einde. We willen iets gedaan hebben, we willen gewerkt hebben, we willen eind die zestiger jaren met trots kunnen terugkijken en misschien nog wel hoopvol een blik vooruit werpen. Om Ryan Gosling te citeren uit 'The Notebook': 'What do you want?!'. Of misschien beter: 'What do you not want?'.

0
Gemiddeld: 3 (2 stemmen)

Reactie toevoegen