Kandidaten Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen

In de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen komen er 6 kandidaten op. Er zijn 3 mandaten te winnen, waarvan er minstens 1 naar het minderheidsgeslacht moeten gaan.

Olivier De Bolster

Olivier

Studierichting: Politieke Wetenschappen, afstudeerrichting internationale politiek

Gelieerd aan: Politeia (2016-2019), StuRa (2016-2019), GASt (2018-2020), Genste Studentenraad (2019-2020)

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Student Minded thinking

2. Living Campus

3. Activerend leren: meer dan gewoon groepswerk

Favoriete eten in de UGent resto’s: Kip tikka masala.

Samuel Boucké

Samuel

Studierichting: Politieke Wetenschappen

Gelieerd aan: /

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Onderwijs

2. Duurzaamheid

3. Communicatie

Favoriete eten in de UGent resto’s: Nog niet gedaan, maar ik veronderstel dat het gelijkaardig is aan de hogent. Dan is het lasagne.

Lisa Decock

Lisa

Studierichting: Conflict and Development

Gelieerd aan: Lid StuRa, Lid Opleidingscommissie Politieke Wetenschappen, Lid van verschillende studentenverenigingen: Politeia (pro-praesdium), Harmonia (huidig praesidium),… Groen Ninove

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Welzijn

2. Onderwijs

3. Duurzaamheid

Favoriete eten in de UGent resto’s: Telt koffie?

Friets Poets

Friets

Studierichting: Politieke Wetenschappen

Gelieerd aan: Voorzitter StuRa

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Lesopnames

2. Duidelijke communicatie naar studenten

3. Toegankelijk onderwijs

Favoriete eten in de UGent resto’s: Vegetarische gyros.

Mingtje Wang

Mingtje

Studierichting: Sociologie

Gelieerd aan: Schamper (maar ik heb niet meegewerkt aan dit artikel) en TSG ’t Zal Wel Gaan

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Ons curriculum kritisch evalueren

2. Sociaal rechtvaardige digitalisering

3. Onze faculteit zorgt voor ons welzijn: mentaal en duurzaam

Favoriete eten in de UGent resto’s: Vol-au-veggie!

Emma Moerman

Emma

Studierichting: Internationale Politiek

Gelieerd aan: Gentse Studentenraad en StuRa

Rangschik de drie thema’s waar jij het meest op wil inzetten als stuver:

1. Activerend leren (op een verantwoorde manier)

2. Een duurzaam curriculum

3. Meer verbondenheid tussen de student, de faculteiten en de drie richtingen.

Favoriete eten in de UGent resto’s: Water uit de kraantjes.

Duurzaamheid

Geef één concrete maatregel waarmee jij de duurzaamheid zou willen verbeteren aan de faculteit Politieke en Sociale wetenschappen.

Vergroening van de campus. Onze faculteit verhuist eind 2021 (pre-corona datum) naar het gerenoveerde Technicum. Wij dienen deze opportuniteit te grijpen om onze faculteit te vergroenen. De omgeving van het Technicum is momenteel niet het toonbeeld van overvloedig groen. Vergroening kan naar mijn mening perfect hand in hand gaan met het concept Living Campus.

Waterfonteintjes voorzien op de campus, zodat je makkelijker je drinkbus kan opvullen. Dan hoef je geen plastic flesjes meer te kopen. Dat is iets wat ik zelf ook al jaren doe.

Het inlassen van een maandelijkse les rond duurzaamheid voor het eerste semester. Een les die gepland staat in de uurroosters van de studenten en ook wordt beschouwd als een volwaardige les. Verbetering op het vlak van duurzaamheid begint op het laagste niveau, en het bewust maken studenten is hierbij een prioriteit. Aankondigingen voor buitenschoolse groepen (die natuurlijk wel verbonden zijn met de universiteit) zijn goed, maar te gemakkelijk om genegeerd te worden door het meerderdeel van de studenten. Wat verstaanbaar is, er zijn meerdere dingen die een student bezighouden. Daarom is een maandelijkse les voor één semester volgens mij de “gemakkelijkste” optie. De studenten moeten niet veel doen, het enige dat je vraagt is dat ze komen naar hun les. Alles dat daar wordt opgepikt, is een stap dichter naar een duurzamere faculteit/universiteit.    

Onze faculteit moet zich aansluiten bij zoveel mogelijk initiatieven van het Duurzaamheidspact! We kunnen als stuver zoveel maatregelen verzinnen als we maar willen, maar er bestaat al een heel plan van de UGent om duurzamer te worden. Eens al deze initiatieven uitgevoerd zijn, zijn we al een heuse stap verder qua duurzaamheid.

Een eigen maatregel die ik zou toevoegen is het organiseren van een officiële tweedehands cursusverkoop. Elk jaar nieuwe studenten nieuwe boeken laten kopen is zowel niet erg duurzaam, als slecht voor onze portemonnee.

Voor duurzaamheid moet er volgens mij steeds gezocht worden naar maatregelen met een kleine impact op de studenten, maar waarmee een zo groot mogelijk resultaat kan bereikt worden. De verhuis naar het nieuwe gebouw biedt hierbij dan ook een unieke kans. We moeten erop toezien dat bij de vormgeving van dit gebouw duurzaamheid een prioriteit blijft en dat dit gerealiseerd wordt op maat van de studenten. Een concrete maatregel waar ik voorstander van ben is het weglaten van waterflesjes uit de automaten, maar daarentegen in te zetten op waterkraantjes.  

Ik denk dat we als sociale wetenschappers veel zijn met meer te leren over duurzaamheid (in al zijn aspecten) en leren actuele problemen m.b.t. tot duurzaamheid te analyseren. Het duurzaamheidsdenken mag dus (meer) in ons gehele curriculum worden geïncorporeerd, daarnaast lijkt het me interessant meer samen te werken met onderzoekers aan de UGent en masterproeven en stages in teken van duurzaamheid aanbieden aan de student.  

Communicatie

 ‘Mails zijn een goede manier om met studenten te communiceren.'

 

Akkoord.

Ik ben van mening dat mails een goede manier van communiceren zijn naar de studenten toe, vermits deze over algemene zaken gaan en het niet vervalt tot spamachtige praktijken. Dit geldt voor zowel het facultair als het centraal niveau. Vakgerelateerde zaken zou ik zelf eerder via het leerplatform UFORA communiceren.

Neutraal.

Het hangt er natuurlijk vanaf wat er moet gecommuniceerd worden. Voor algemene meldingen of informatie zijn mails ideaal. Het handige eraan is dat je de mail hebt en deze altijd opnieuw kan lezen. Als het over uitleg gaat voor een taak of dergelijke zijn mails minder geschikt in mijn ogen. Maar enkel wanneer er nog steeds verwarring is na de mail. Want de uitleg die in een mail geschreven staat kun je beter bewaren dan perfect onthouden wat er gezegd wordt. Dus in verband met de feedback ben ik een voorstander van een gecombineerde aanpak.

Akkoord.

Wanneer studenten vragen hebben i.v.m. een vak kunnen ze hun prof via deze manier aanspreken. Dit lijkt me ook het voornaamste communicatiemiddel als je je promotor om feedback wilt vragen.

Akkoord.

Het is van belang dat de communicatie naar de studenten toe steeds op een duidelijke manier gebeurt. Mails zijn hiervoor volgens mij een goed middel, op voorwaarde dat er niet te veel gestuurd worden.

Akkoord.

Wanneer er belangrijke zaken (over vakken) te melden zijn moet dat zeker ook via mail gebeuren. Ufora-meldingen van vakken verdwijnen namelijk al snel in de onoverzichtelijke hoop van meldingen, maar blijven natuurlijk ook noodzakelijk. Ik denk dat als het echt belangrijk is dat er dan best op zoveel mogelijk kanalen gecommuniceerd wordt, zodat de studenten het zeker en snel hebben gezien. Belangrijke algemene UGent-aankondigingen moeten dus ook best op de Ufora-homepage komen, bij het ‘nieuws’ van de UGent-site en op hun sociale media.

Wat zeker niet te vergeten mag zijn is dat studenten belangrijke aankondigingen liever éérst via interne UGent-communicatie horen, en dan pas van de pers.

Akkoord.

Natuurlijk zijn mails een goede manier om naar studenten te communiceren. De vraag is eerder welke info moet via mail worden verstuurd naar de student; hoeveel mails krijgt te student, in welke periode etc. Aan onze faculteit probeert het monitoraat en enkele onderzoeksgroepen reeds om via facebook, Instagram en de website van de faculteit te communiceren, naast mails sturen en Ufora aankondigingen maken. Ik vind dat goed.  

 

‘Stuvers zijn voldoende zichtbaar aan de UGent.’

Neutraal.

Ik denk persoonlijk dat onze faculteit wel haar best doet om stuvers zo veel mogelijk te betrekken, maar dat ze hier desondanks steken laat vallen. Hier denk ik voornamelijk aan de introductie van het TussenTijdsToetsen (TTT). Hier hebben we als stuvers destijds de deur (figuurlijk) moeten openbreken.

Neutraal.

Ik zit momenteel in mijn eerste bachelor en ik had geen weet van wie de stuvers voor mijn opleiding waren. Dat kan natuurlijk aan mij liggen. Ik heb het geluk gehad dat ik ze niet actief moest gaan zoeken omdat ik met een probleem zat. Het lijkt me niet moeilijk om ze te vinden als je dat echt wilt, maar meer reclame maken voor de stuvers lijkt mij nooit slecht. Zeker niet om studenten zo aan te sporen om mee te denken.

Niet akkoord

Ik denk niet dat elke student op de hoogte is wie hun stuvers zijn en wat hun taak juist is. Dat is jammer, want stuvers zijn er om de noden en wensen van studenten te verdedigen. Ik zou hier graag op inzetten om de kloof tussen stuvers en studenten te dichten, zodat iedereen zich meer betrokken voelt bij de universiteit.

Niet akkoord.

Er is nog steeds een groot probleem qua zichtbaarheid naar de student toe. Ik weet uit ervaring echter dat het zeer moeilijk is contact te leggen met studenten. Hier moet zeker verder worden op ingezet!

Niet akkoord.

De meeste studenten weten niet eens wie hun huidige stuvers zijn. Ik wist het zelf ook pas nadat ik er zelf had naar gezocht op de website van StuRa. Het doel is natuurlijk dat het grootste deel van de studenten weet dat ze bij ons terechtkunnen voor kleine en grote problemen over onze faculteit.

Akkoord en niet akkoord.

Dit is afhankelijk van faculteit, opleiding etc. Dit verschilt ook van jaar tot jaar. Deels is dit een structureel probleem waaraan gewerkt kan worden; op centraal niveau moet er werk worden gemaakt van een participatie beleid en reglement; en moeten stuvers (of participatie) beter verankerd worden in het OER. Op facultair niveau is de zichtbaarheid (en effectieve participatie) sterk afhankelijk van de houding van de faculteit tegenover de student en stuver.  Het kan zeker geen kwaad elke faculteit dan ook goed door te lichten m.b.t. tot participatie en gericht problemen op te lossen.

Stuver zijn is noch steeds een vrijwillig engagement. De zichtbaarheid en participatie hangt dus altijd deels af van de stuvers. Dit kan jaar na jaar verschillen. Dit wil niet zeggen dat de houding van de faculteit tegenover studenten en stuvers en het gebrek aan structurele verankering geen invloed heeft op het engagement van de stuver.

De vraag is ook op welke manier stuvers zichtbaar moeten zijn aan de UGent, het zijn eerder de facultaire studentenraden (als orgaan en niet de personen) die zichtbaar en structureel een zichtbare plaats innemen in de faculteit. De rechtstreeks verkozen studenten zijn natuurlijk meer zichtbaar en hebben ook de plicht zich zichtbaar te maken en input van de student te vragen en krijgen om zijn verantwoordelijkheden als rechtstreeks verkozen vertegenwoordiger goed te kunnen uitvoeren. Hierin kan ook de faculteit zelf een betere rol in spelen

 

Hoe ga je de pol & soc studenten proberen te bereiken om hun meningen te horen?

In de eerste plaats is face-to-face contact nog steeds de makkelijkste manier om studenten te bereiken. Op de tweede plaats: meer samenwerken met zowel de facultaire studentenvereniging Politeia als de facultaire studentenraad StuRa. Deze hebben samen een veel groter bereik onder de studentenpopulatie dan elke Faculteitsraad Stuver apart.

Recht naar de mens zelf gaan. In momenten waar geen effectieve les wordt gegeven zoals een pauze naar een groepje gaan en hun mening vragen. Een aankondiging voor een les is zeker en vast niet slecht maar ik vraag me enkel af hoeveel studenten effectief aandachtig luisteren op dat moment. Daarbij ook kijken voor een “vak” op ufora aan te maken van de studentenraad, waar studenten de optie krijgen om ook anoniem iets te posten. ufora is een tool die dagelijks gebruikt moet worden door studenten, dus dat lijkt me ook het handigste.  

Het lijkt me vooral belangrijk om in de lessen studenten aan te spreken en hun feedback mee te nemen. Ik merk dat niet elke student hier zijn weg in vindt.

Dit is een thema waarvoor ik de samenwerking met onze facultaire studentenraad - StuRa - zeer belangrijk vind. Samen moeten we vaker naar de studenten toestappen, bijvoorbeeld voor de les.

Praten met studenten, praten en nog eens praten. Maar dat kan ik niet alleen. We zijn slechts met drie stuvers, maar er zitten allerlei studenten in Onderwijscommissies en andere raden. Deze studenten zijn al geëngageerd en we moeten een netwerk organiseren waarbij al deze studenten met zoveel mogelijk andere studenten praten en deze op hun beurt aanmoedigen om ook met andere studenten te praten. Zo zetten we het sneeuwbaleffect verder. De ideeën en problemen die hieruit komen moeten zichtbaar en toegankelijk zijn voor iedereen. Dit kan in de vorm van een publieke Google Drive waar iedereen opmerkingen kan toevoegen, die op de site en Facebook staat van StuRa, Politeia, het monitoraat, de officiële site van de PSW, etc.

Online via Ufora indien de faculteit hier rechten toe geeft. De facebook groepen zijn jammer genoeg niet voldoende, want studenten lezen deze niet. In normale omstandigheden vang je de meeste signalen op voor, tijdens en na de les, in de cafetaria en op campus. Ze mogen me ook altijd mailen natuurlijk.

Ik vind het ook belangrijk om goed samen te werken met StuRa, een samenwerking van een FR stuver met de FSR is UITERST belangrijk.

Welzijn

‘Mentaal welbevinden moet een belangrijk thema worden aan de universiteit.’

Akkoord

Het rapport van de Gentse Studentenraad heeft onze universiteit met de neus op de feiten gedrukt. Mentaal welbevinden weegt voor een groep studenten zwaar door op hun studies en vice versa. Onze faculteit dient zich hier bewust van te worden. De beter de student in zijn/haar vel zit, des te groter de kans dat dit zich in haar studieresultaten weerspiegelt. Ons monitoraat doet enorm haar best om de PSW-student zo goed mogelijk te ondersteunen en haar inspanningen werden door onze studenten ook het meest positief gewaardeerd. Dit blijven doortrekken is dus de boodschap.

Akkoord

Maar is dat al niet een belangrijk thema op de universiteit? In het begin van het jaar is er zeer duidelijk gemaakt dat er vijf psychologen voor de studenten zijn. Daarbij heb je ook nog de monitoraten. Ik kom van de KASK, Hogent waar je dit niet allemaal hebt. Er was bijvoorbeeld ook maar één studentenbegeleider voor twee richtingen. Dus ik ga volledig akkoord dat het een belangrijk thema is, maar niet dat het nog een moet worden. Dit is het al in mijn ogen.

Akkoord.

Ik wil de oorzaken aanpakken van problemen waar studenten mee geconfronteerd worden. Dit kan gaan om verschillende zaken zoals de verwachtingen van de proffen die niet duidelijk zijn waardoor studenten stress krijgen, of hen tools leren om een studieplanning op te stellen (bv. op een manier die past voor studenten zoals online tools, YouTube video’s...). Ook kan je via de UGent in contact komen met studentenpsychologen, dit moet meer bekendheid verwerven en het taboe over mentaal welzijn verbroken moet worden.

Akkoord.

Bij elke beslissing die genomen wordt zou het mentaal welbevinden van de studenten mee in overweging moeten worden genomen.

Akkoord.

Ik denk dat de vraag eerder is HOE we ervoor gaan zorgen dat er meer gedaan wordt rond mentaal welzijn. Ten eerste geloof ik dat we de mogelijkheid kunnen verkennen om facultaire studentenpsychologen te hebben. De enige vijf studentenpsychologen van heel onze universiteit zijn al overbevraagd omdat ze met zo weinig zijn.

Bovendien zouden proffen meer toegankelijk moeten zijn naar studenten toe. Het begint met een klein praatje na de les, maar zo kan er een vertrouwensband ontstaan die voor sommige studenten essentieel is. Als de prof toegankelijker is dan gaan studenten ook sneller aangeven wanneer hun mentale toestand het studeren wat in de weg staat. En dit is iets waar proffen rekening mee moeten houden, of de student nu een bijzonder statuut heeft of niet. We zijn allemaal mensen en we hebben het allemaal soms moeilijk. Zeker nu in deze verwarrende, chaotische tijden.

Akkoord.

Daarom kom ik ook samen op met Thalita De Cuyper voor de Sociale Raad, en is een van onze campagne punten (bekijk gerust op onze FB-pagina de langere tekst die we over dit thema heb geschreven). De resultaten van de enquête van de Gentse Studentenraad omtrent mentaal welzijn waren schrijnend, er moet meer budget naar ondersteuning en voorzieningen, mentaal welzijn moet hoger op de prioriteiten lijst van de UGent, elke afdeling en elke lesgever.  

‘De UGent moet meer inzetten op diversiteit.’

Akkoord.

Met maar liefst 170 verschillende nationaliteiten (+1 als je West-Vlaams meetelt) mag Gent zichzelf beschrijven als een multiculturele samenleving. Men kan opmerken dat de Universiteit Gent geen correcte weerspiegeling is van de maatschappij door het grote afwezigheid van het multiculturele milieu. De UGent moet zich inzetten om die gepercipieerde drempel te overstijgen en liefst zo vroeg mogelijk. Initiatieven als UGent in zicht hebben me dit jaar in contact gebracht met een groep leerlingen uit het middelbaar onderwijs en ik kan eerlijk zeggen dat zij grote ambities hebben. Zulke initiatieven moeten we verder uitdragen.

Neutraal

Wat bedoel je met diversiteit? Die term is een zeer brede waaier waar veel dingen onder kunnen vallen. Algemene woorden zoals diversiteit klinken goed, maar vind ik te vaag. Je kan op enorm veel vlakken meer diversiteit willen. Sommige zijn fantastisch, andere zijn mogelijks al divers genoeg. Als bepaalde elementen al divers genoeg zijn, lijkt het mij dan beter om je energie ergens anders te spenderen waar er meer nood is.

Akkoord.

De studenten die we zien in de auditoria zijn geen weerspiegeling van onze samenleving. Er is nog steeds sprake van discriminatie, seksisme en racisme waardoor velen hun weg niet vinden tot het hoger onderwijs. Maar ook binnen de machtsverhoudingen van de universiteit is er nood aan meer diversiteit. Zo zijn de meeste proffen nog steeds witte mannen.

Akkoord.

Zeker aan een universiteit is diversiteit zeer belangrijk!

Akkoord.

Onze faculteit hoort een ontmoetingsplaats te zijn, waar je allerlei verschillende mensen kan ontmoeten. Bovendien is het nodig, als we werkelijk inclusief willen zijn aan onze faculteit, dat het beeld over ‘de student’ moet veranderen. De referentiecategorie mag niet enkel de witte, cisgender persoon van de (hogere) middenklasse zijn. Dit klinkt misschien wat abstract, maar dit houdt in dat we niet een extra moeite moeten doen om ‘rekening te houden met’ deze groepen, maar dat mensen uit deze groepen al vanzelfsprekend behoren tot het beeld van ‘de student’, het beeld waaraan gedacht wordt wanneer er beslissingen worden genomen (bij het bestuur, bij proffen, etc.) voor ‘de student’. Enkel zo kunnen we werkelijk inclusief zijn.

Akkoord.

Zowel bij de studenten als de lesgevers. Gelukkig heeft de UGent hier ook een werkgroep voor opgericht en is de cel gender en diversiteit (die nu opgesplitst is en betrokken wordt in verschillende raden en commissies van de UGent hier dagelijks mee bezig, net zoals de Gentse Studentenraad die in elk dossier diversiteit (breed geïnterpreteerd!) in acht houdt.

'De toiletten op onze faculteit moeten ook over een genderneutrale optie beschikken.'

Neutraal

Is er daar vraag naar? Is het zelf mogelijk om dit te doen ivm infrastructuur en budget? Als er vraag naar is vanuit een groot deel van de leerlingen, dan moet dat gebeuren. De studenten in de faculteitsraad moeten de wensen van hun collega's aankaarten en verdedigen in de raad. Maar ik vraag mij enkel af als het praktisch haalbaar is. Hoe stel je dan vast wie het wel en niet mag gebruiken? Net zoals je vroeger enkel maar jongens- en meisjesscholen had maar nu ook gemengde, vind ik het zeker niet erg dat er genderneutrale wc zouden komen. Maar dan moet het toegankelijk zijn voor iedereen, terwijl de keuze blijft bestaan om naar een vrouwen/mannen toilet te gaan. Als daar boven op het haalbaar zou blijken ivm het budget en de infrastructuur, zie ik niet in waarom het niet zou gedaan worden. 

Akkoord.

Ik vind niet per se dat er een extra optie moet komen voor de toiletten, maar ik zou eerder de huidige toiletten gender-neutraal maken. Een gemeenschappelijk toilet voor iedereen kan hier misschien een betere oplossing in bieden. Hoewel anderen dit misschien als onaangenaam ervaren. Daarvoor kan een genderneutrale optie dan wel beter zijn. Dit is een moeilijke discussie.

Neutraal.

Ik denk dat het met betrekking tot dit thema zeer belangrijk is dat het debat wordt aangegaan met de studenten.

Akkoord.

Het is niet per se een maatregel die erg dringend moet gebeuren, maar op termijn is dit zeker iets waar budget voor gevonden moet worden. Het is niet omdat er niet veel vraag naar is, aangezien het grootste deel van de studenten nog altijd cisgender is, dat dit niet noodzakelijk is voor het mentaal welzijn van sommige studenten.

Akkoord.

Ja, indien goed uitgewerkt, anders kan het nefaste effecten hebben. Er werd reeds een voorstel tot gender neutrale toiletten besproken op de centrale bouwcommissie van de UGent, Ik heb daar geleerd dat genderneutraliteit en het belang van voorzieningen voor iedereen, nog niet volledig zijn ingebakken aan de UGent. Er is dus wat werk aan de winkel indien we dit willen realiseren.  

'Het hanteren van diversiteitsquota in raden en commissies van de faculteit vind ik belangrijk.'

 

Niet akkoord

Ik vrees dat de studentengeleding hier “gedwongen” zou worden om deze quota op te vullen in plaats dat er bij de andere geledingen wordt gezocht.

Neutraal

Het hangt er weer vanaf wat je diversiteitsquota bedoelt. Wat voor een soort diversiteit wordt genomen om de quota te bepalen? Als we het hebben over geslacht, dan vind ik het extreem belangrijk! Nog meer dan anders zelf wanneer we het hebben over een raad die studenten vertegenwoordigt. Soms kan contact tussen jongens en meisje die nog jong zijn minder vlot verlopen, waardoor iemand van hetzelfde geslacht aanspreken vlotter verloopt. Het zou dan een enorme zonde zijn dat prachtige ideeën van wie dan ook niet gebracht worden omdat er toch nog een barrière is. Diversiteitsquota ivm het geslacht is een must.    

Akkoord.

Jammer genoeg leven we nog steeds in een patriarchale samenleving waar mannen meer kansen krijgen om bepaalde functies in te vullen. Ik vind het belangrijk om vrouwen hierin te empoweren. Maar ook andere zaken zoals huidskleur, religie, beperking,… spelen hier een rol. We leven in een diverse samenleving, maar dit is niet altijd zichtbaar in deze commissies en raden. Er is ongelijkheid, er zijn scheve machtsstructuren. Hierop bieden diversiteitsquota een antwoord. In een ideale wereld waren deze niet nodig

Neutraal.

Ik vind de diversiteit in raden en commissies essentieel om ALLE studenten te vertegenwoordigen. Ik hoop echter dat dit kan zonder quota.

Akkoord.

In tegenstelling tot wat sommigen denken leven we nog steeds in een ongelijke wereld. Het gaat niet zomaar over wie ‘objectief’ een betere kandidaat zou zijn, maar het gaat over veel diepere structurele problematieken. De criteria die we gebruiken in ons hoofd om te bepalen wie een goede ‘leider’ of vertegenwoordiger zou zijn, zijn patriarchaal. De positieve eigenschappen die we toekennen aan ‘goede leiders’ zijn vaak eigenschappen die we associëren met mannelijkheid. Dus ja, zolang de criteria waarmee we leiders en vertegenwoordigers verkiezen nog steeds historisch biased zijn, zijn diversiteitsquota’s nodig.

Akkoord.

Hoewel ik geen eenduidig standpunt wil of kan innemen over diversiteitsquota, kan ik niet anders vaststellen dan dat ze nog steeds nodig zijn aan de UGent. Tot we niets doen om dat structureel te veranderen, zal het zo moeten.

Digitalisering

‘De UGent zet voldoende in op digitalisering.’

Niet akkoord

De UGent heeft een aantal stappen gezet richting digitalisering, maar desondanks vind ik dat ze hier meer haar best moet doen. De coronacrisis en de daaropvolgende lockdown hebben dit duidelijk gemaakt.

Akkoord

Ik denk dat de UGent het prachtig doet op het vlak van digitaliseren. Deze corona tijden zijn er een voorbeeld van. De overschakeling naar volledig digitaal lesgeven is zeer vlotjes gegaan in mijn ogen. Als ik weer vergelijk met mijn vorige (hoger onderwijs) school wordt mijn mening hierover enkel maar bevestigd. Er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering, maar we mogen zeker niet klagen in vergelijking met andere scholen.

Neutraal.

De UGent heeft hier al een hele weg in afgelegd. Steeds meer lessen worden opgenomen. Ook wordt er in lessen gebruik gemaakt van een Catchbox om meer interactie te creëren. Met de huidige omstandigheden vinden er ook verschillende digitale alternatieven plaats. Er is natuurlijk nog ruimte voor verbetering. Maar het evolueert positief.

Akkoord.

De weg is echter nog lang. Niemand is gebaad bij een te overhaaste digitalisering. We zien in de huidige periode hoe dit voor grote problemen en onduidelijkheden kan zorgen. Elke stap die gezet wordt in de richting van digitalisering moet doordacht gebeuren en steeds bijgestuurd worden indien nodig. Ook de inspraak van de studenten is hier zeer belangrijk. Naar mijn mening gebeurt dit best vak per vak, want elk vak is anders.

Neutraal.

De UGent heeft uiteraard al veel gedaan op vlak van digitalisering, maar ik denk dat we als studenten met zekerheid kunnen zeggen dat daar nog veel verbetering mogelijk is. Zeker qua lesopnames is er nog een groot tekort. Niet enkel omdat lesopnames handig zijn om lessen mee te herhalen, maar omdat ze essentieel zijn voor een grote groep studenten om hen te betrekken in het onderwijsproces.

Niet iedereen is een modeltrajectstudent. Niet iedereen studeert voltijds. Niet iedereen is able bodied / heeft geen beperking. Niet iedereen is zelden ziek. Niet iedereen kan even goed en lang opletten in een les van drie uur. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om zomaar elke les te kunnen bijwonen. De mogelijkheden om lessen te kunnen volgen moeten dus ook afgestemd worden op deze mensen.

Niet akkoord.

Op letterlijk elk vlak m.b.t. tot digitalisering kan het beter. Gelukkig is er de Gentse Studentenraad die zich dit jaar sterk heeft ingezet op vlak van digitalisering!  

Hoe zie jij de toekomst van digitaal onderwijs?

Proffen zullen dit niet graag horen, maar digitaal onderwijs zal zowel op live-streaming als lesopnames moeten rusten. Het zou ons de mogelijkheid bieden om het slaagcijfer te kunnen opkrikken. Studenten volgen de les niet allemaal op hetzelfde tempo, waarom laten we hen dan zelf niet het tempo bepalen? Een welkome toevoeging aan dit duo zijn kennisclips, studenten kunnen dan na het herhalen van de behandelde leerstof hun kennis testen.

Ik zie een uitbreiding hiervan. Er zal nog meer ingezet worden op digitaal onderwijs, maar het zal ook nooit “direct” onderwijs vervangen. Het persoonlijk contact met een prof is niet te onderschatten. Ik denk dat de keuzes voor studenten gaan uitbreiden maar dat er ook nog steeds een harde kern van traditioneel onderwijs zal blijven.  

Zoals ik hiervoor al zei, zie ik hier een positieve evolutie in. Online lessen zoals nu tijdens de crisis zijn vaak aanpassingen die mensen met een beperking nodig hebben, bijvoorbeeld mensen die een chronische ziekte hebben en sommige periodes te ziek zijn om lessen te volgen, kunnen op deze manier lessen inhalen. Maar die redelijke aanpassingen worden hen vaak geweigerd en op deze manier worden mensen met een beperking dus de toegang tot de universiteit ontzegt. Verdere digitalisering kan een middel zijn tot meer inclusie en die digitalisering komt niet alleen studenten met een beperking ten goede, maar kan alle studenten helpen.

Ik zie digitalisering niet als vervanging van de klassieke onderwijsvormen, maar juist als een nodige aanvulling hierop.

Ik hoop dat er in de toekomst een sociaal rechtvaardige digitalisering komt, waarbij alle mensen van de bovengenoemde groepen ook betrokken kunnen worden in het onderwijsproces door middel van meer lesopnames. Maar voor de mensen die wel regelmatig naar de les kunnen komen, vind ik dat in real life lessen hun waarde zeker behouden. Er kan dus meer ingezet worden op extra online tools en video’s, maar die blijven aanvullend bij de IRL lessen/lesopnames. De toekomst is volgens mij dus zeker niet digitaal, maar gewoon ‘digitaler’.

Ik ben wekelijks meer dan twintig uur bezig met het onderwijs aan de UGent als bestuurder onderwijs van de Gentse Studentenraad. Ik vrees dat ik hier ettelijke pagina’s over kan schrijven (om voldoende genuanceerd te zijn). Er zijn verschillende pistes mogelijk in de mate van digitalisering, alles is zeer afhankelijk van maatschappelijk situatie en de overheid. Dit is ook alvast iets wat op weinig vlakken facultair kan geregeld worden. Misschien met een onderwijsinnovatie project.

In een ideaal scenario met veel geld: een groot aantal lessen worden opgenomen en online geplaats in een kader van een open universiteit. Levenslang leren en flexibele curricula’s samenstellen zodat iedereen kan genieten van een universitaire opleiding. Elke student kan een laptop, smartphone tablet of elke vorm ertussen, aan een redelijke prijs van de UGent lenen, Athena krijgt een volwaardige “pimp my rideupgrade en het online leerplatform ondersteund beter online (actieve) leervormen en online examens. Team meetings met proffen en promotoren worden meer gebruikelijk. Les krijgen van een Hologram kan ook en smartboards zijn standaard beschikbaar in elke lokaal. We hebben ook een centrale WERKENDE mobile app.

Onderwijs

Geef één concrete maatregel hoe jij het onderwijs zou willen verbeteren.

Meer echt activerende lesvormen (geen groepswerken for christ sake) introduceren. Nu worden groepswerken maar al te vaak gebruikt als een vorm van activerend leren terwijl studenten deze net minder zo zien. Nieuwe lesmethodes moeten vermits de haalbaarheid ervan een kans krijgen om gebruikt te worden. Als een maatschappijkritische faculteit moeten we die bubbel durven doorbreken. Al doende leert men eruit.

Onderwijs zal beter worden als meer mensen het gevoel hebben dat ze op de juiste plek zitten en daar moet meer aan gewerkt worden. Dit kan door meer op testen in te zetten die - voor de universiteit begint - nagaan wat studenten hun interesses zijn. Geen testen die enkel maar kijken naar hun achtergrond en op basis daarvan dan oordelen hoe haalbaar de studiekeuze is. Interesse telt voor veel meer dan achtergrondkennis. Wie er door geboeid is ziet de werklast veel minder als een last en meer als een plezier. Dit is iets die ik zeker en vast ervaar. Het verschil tussen iets die je echt boeit en die je gewoonweg leuk vind, kan het verschil betekenen tussen stoppen en doordoen.

Evaluaties van de proffen en assistenten voor alle vakken lijkt me essentieel. Op die manier kunnen studenten hun mening geven en streven we steeds naar het best mogelijke onderwijs.

Lesopnames vind ik essentieel voor het verbeteren van het onderwijs. Momenteel zijn studenten bij ziekte grotendeels aangewezen op hun netwerk binnen de richting. Ook in tweede zittijd ben je hiervan afhankelijk. Technisch zijn lesopnames steeds vaker mogelijk, we moeten proffen blijven aanzetten om van deze mogelijkheid gebruik te maken.

We moeten ons curriculum kritisch durven evalueren. De universiteit moet een flexibele instelling zijn die mee is met haar tijd, en zelfs een voortrekkersrol speelt in de maatschappij. Daarom mogen we niet conservatief en log zijn als het gaat om de inhoud van onze vakken kritisch te evalueren en aan te passen waar nodig. Het zou prachtig zijn moest onze faculteit een voortrekkersrol opnemen binnen de universiteit, om doorlopend haar curriculum kritisch te evalueren en te durven zaken aan te passen, ook al zijn ze niet gemakkelijk of vanzelfsprekend.

Elke student schrijft onderwijsevaluaties voor iets. En nee, het is niet enkel omdat we anders niet meer op Ufora mogen (ach voor sommigen misschien toch wel, maar bon!). Maar het is ook omdat we oprechte, gefundeerde kritieken hebben op bepaalde vakken, lesmethodes en te hoge werkdruk. En het is spijtig dat de studenten nu het gevoel krijgen dat daar niets mee wordt gedaan.

Ik kan geen één concrete maatregel geven; onderwijs verbeteren kan niet zomaar door 1 concrete maatregel te nemen. Indien je als studentenvertegenwoordiger iets wil verbeteren aan het onderwijs van jouw eigen opleiding, de faculteit of de gehele universiteit is het vereist dat je betrokken bent in je opleidingscommissie en andere betrokken raden en commissies en alles goed opvolgt, initieert en overal waar nodig input vanuit de studentengeleding geeft.  

Specifiek voor onze faculteit zijn er wel een aantal dingen die meer aandacht verdienen: doordacht actief leren, maatschappelijk relevante cases, meer kritisch benaderen van dominante paradigma’s. Meer lesopnames zouden ook helpen om een meer inclusieve faculteit te worden en werkstudenten of studenten met een bijzonder statuut de kans te geven lessen te volgen (ook in de master). Een upgrade van de projectweek is ook zeker welkom.  

Hoe ga je ervoor zorgen dat de communicatiewetenschappen meer betrokken wordt in het Stuver leven?

Specifiek binnen de communicatiewetenschappen de awareness proberen verhogen onder de studenten dat hun mening even goed meetelt als die van de studenten politieke wetenschappen en sociologie. Dit door in de lessen te spreken en flyers uit te delen en posters op te hangen.

Als er weinig belangstelling is voor het stuvers in de communicatiewetenschappen, dan kan dat mogelijks zijn omdat het te gemakkelijk ontweken kan worden. Soms moeten mensen gemotiveerd worden om te beginnen denken over zaken zoals stuvers. Als dit enkel is via een oproep voor een les , dan kan dit te gemakkelijk genegeerd worden. Dat wil daarvoor niet zeggen dat mensen geen interesse hebben. Ze zijn echter wat lui. Wat volledig verstaanbaar is. Als je meer betrokkenheid wilt van de communicatiewetenschappen lijkt mij het beste om ook rechtstreeks met ze te gaan babbelen en zo te kijken wie interesse heeft en zo ook meteen contact te leggen voor verdere info te geven.

Een eerste stap is het betrekken van meer studenten communicatiewetenschappen in de StuRa. Dit lijkt me belangrijk om zich verder te engageren in het stuver leven. Als student kan je ook echt je stem uitbrengen en je mening geven in de opleidingscommissie bijvoorbeeld.

Het klopt dat de communicatiewetenschappers te weinig betrokken zijn bij het stuver leven aan onze faculteit. Maar ook de sociologen zijn te weinig vertegenwoordigd! Dit is een groot probleem omdat hierdoor specifieke problemen van deze richtingen minder tot de studentenvertegenwoordiging doordringen en daardoor te weinig kunnen worden aangepakt. Via de faculteitsraad wil ik met meer concrete zaken naar de studenten toe stappen. Door de studenten rechtstreeks aan te spreken hoop ik hen warm te kunnen maken voor stuver leven.

Ik hoor het van her en der: vele studenten communicatiewetenschappen hebben echt veel kritiek op bepaalde aspecten van hun richting! Vandaar zou ik met veel comwet studenten willen praten die veel kritieken hebben en ze aanmoedigen om in de Onderwijscommissie (OC) te gaan zitten en zelf stuver te worden om zo hun kritiek tot bij het bestuur te krijgen. We mogen de hoop niet opgeven dat er verandering kan komen, en de instellingen moeten ons die hoop geven. Vandaar is mijn vorige punt des te noodzakelijker. We kunnen zoveel problemen aankaarten in de OC’s als we willen, maar als de faculteit niet durft zichzelf kritisch te evalueren en zaken aan te passen wanneer het nodig is, dan krijgen we het gevoel dat het toch voor niets was. Vandaar moeten de stuvers in de faculteitsraad extra volhardend en vastberaden zijn, want JA, vele zaken kunnen wel veranderen.

Ik moet wel opmerken dat het grootste probleem volgens mij minder een gebrek aan communicatiewetenschappers is, maar meer een gebrek aan sociologen in het stuver leven. Er zitten namelijk amper sociologen in de OC sociologie of StuRa. Dus hierbij een oproep aan mijn sociologie-vrienden: kom je mening zeggen over je richting in de onderwijscommissie van sociologie of StuRa!

Ik denk dat StuRa en de faculteit zowel meer moeten uitreiken naar de sociologen en de communicatiewetenschappers, beide waren dit jaar onder gerepresenteerd in StuRa. Toch moeten we rekening houden dat dit jaar na jaar kan verschillen en ook afhankelijk is van de studentenpopulatie.

 

Wat is het grootste heikele punt op je faculteit?

Ik kan er momenteel geen enkele verzinnen, maar er zullen er zeker wel een aantal zijn.

Sinds ik in mijn eerste bachelor zit en een minder georganiseerde hogeschool gewend ben, is er persoonlijk voor mij geen grootste heikel punt. Ik heb ook nog niet genoeg ervaring of contact met de volledige faculteit om een niet persoonlijke uitspraak te doen. Ik ga niet een antwoord geven in de naam van iedereen als ik hier niet genoeg kennis over heb. Ik hoop enkel dat ik in de toekomst de kans zal hebben om de grootste “heikel puntent” te weten te komen, zodat ik die kan verhelpen waardoor ze niemand meer storen.

Ik vind de afstand tussen de student en de prof nog te groot. Niet elke prof is aanspreekbaar en dit kan voor miscommunicatie zorgen tussen beide. Studenten moeten in het algemeen meer betrokken en geactiveerd worden, zowel in de lessen, als op de campus, op events georganiseerd door de faculteit bijvoorbeeld.

Wat ik persoonlijk het meest heikele punt vind is niet van belang. Wat telt is wat jullie, de studenten van onze faculteit, vinden! Daarom wil ik als ik verkozen wordt in het begin van mijn mandaat een rondvraag doen naar de grootste pijnpunten volgens de studenten PSW. Ik wil aan de slag gaan met wat jullie vinden!

Wat ik het meest spijtig vind is dat wij dé faculteit zijn waar we leren over de maatschappij, over politiek, over engagement, en dat we tegelijk een faculteit zijn die niet erg actief is en weinig participeert. Mensen kennen hun stuvers amper en de onderwijscommissies van sociologie en communicatiewetenschappen zitten niet eens vol. Ik denk dat onze faculteit haar energie en engagement moet terugvinden. Dit is natuurlijk niet evident, omdat de instellingen zo log zijn en beslissingen erg langzaam en soms niet komen. Maar dat betekent niet dat we de hoop moeten verliezen. Studenten zijn de grootste groep aan onze universiteit. Hoog tijd dat we de kracht van het getal opeisen.

Het Negatieve imago, zowel binnen de universiteit als daarbuiten. Er zijn ook te weinig vrouwelijke lesgevers. Participatie van de student is reeds goed, maar nog steeds niet voldoende en zeker niet voldoende structureel verankerd aan de faculteit.

 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen