Kandidaten Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Akkoord.

Zo zijn er op onze faculteit al heel wat initiatieven genomen, zoals het plaatsen van waterkraantjes, het weren van wegwerpbestek en het introduceren van de keepcups die meer en meer ingeburgerd raken. Toch denk ik dat er in de toekomst nog verder ingezet kan worden op duurzaamheid. Zo zou het handig zijn om het sorteren van papier mogelijk te maken op de campussen, zodat dit niet langer bij het restafval belandt. Daarnaast zou het gebruik van herbruikbare waterflessen en keepcups nog meer aangemoedigd moeten worden zodat de UGent op termijn ook het aanbod van wergwerpflesjes tot een minimum kan beperken.

Akkoord.

Ik denk dat doorheen de jaren er al veel veranderd is om duurzamer te worden. Indien mogelijk kan dit worden doorgetrokken in de toekomst.

Neutraal.

Er worden al wel maatregelen genomen en met de studentenkringen samengewerkt. Qua grote infrastructurele veranderingen kan het nog altijd beter.

Akkoord.

Kijk maar naar het stimuleren van eigen soepbekers/thermossen, voldoende waterfonteintjes met drinkbaar water handig om je drinkfles te hervullen, de Wakasta (veel tweedehandsspullen krijgen een nieuw leven hierdoor), enzovoort.

Neutraal.

Er zijn een aantal goede zaken zoals de compostbak in de tuin, maar ook nog werkpuntjes zoals het sorteren van papier.

Neutraal

Neutraal is nooit een goed antwoord maar toch bevind ik me tussen de twee posities. Er zijn dan wel reeds initiatieven, maar wanneer we bijvoorbeeld kijken naar hoe de rector het nodig vond om overal lege boeken uit te delen (voor de publiciteitsstunt van het GUM) is er duidelijk een grondige attitudeswitch nodig om deze maatregelen door te trekken tot een werkelijk duurzaam beleid.

Akkoord.

Aan onze faculteit bestaan reeds goede duurzame alternatieven zoals de composthoop op de Japanse binnentuin en de GFT-bakjes in de gangen van de Blandijn. Ik kijk ook uit naar de resultaten van de universiteitsbrede duurzaamheidsenquête om op inhoudelijk vlak duurzaamheid aan onze faculteit te integreren.

/

Akkoord.

Althans, we zijn goed op weg, met onze waterfonteinen, re-usable cups, mogelijkheid tot sorteren enzovoort. Dat is natuurlijk superpositief, maar we kunnen altijd meer doen om de duurzaamheid van onze faculteit nog te verbeteren!

Akkoord.

Maar het kan altijd beter. Ik vind het jammer dat er bijvoorbeeld nog altijd kartonnen/plastic bekertjes bij de koffieautomaten aanwezig zijn. Veel beter zou zijn om studenten aan te moedigen zelf hun mokken of keep cups mee te nemen. In de kelder is dat al het geval en hangen de mokken aan een soort rekje, best schattig!

Akkoord.

Er zijn de laatste jaren al een aantal dingen ondernomen op vlak van duurzaamheid (de keep cups, de verschillende vuilnisbakken en de duurzaamheidsscores in de resto’s), maar het is een onderwerp waar je aandacht aan moet blijven besteden.

Neutraal.

 De UGent maakt al zeker grote stappen op het gebied van duurzaamheid. We zijn er echter nog lang niet, dus nu doorpakken is de boodschap!

Akkoord.

De resto’s werken al op een heel duurzame manier. Je ziet bijvoorbeeld nog maar weinig plastiek. Ook op vlak van transport doet de universiteit het goed: Vliegtuigreizen zijn alleen toegelaten als het echt niet anders kan. Verder doen de meeste studenten de verplaatsingen binnen de stad met de fiets of het openbaar vervoer, wat zeker aangemoedigd moet worden.

Neutraal.

Helaas hangt dit erg van faculteit tot faculteit. Zo zijn we in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte hier altijd net dat tikkeltje meer mee bezig dan andere faculteiten.

Neutraal.

Neutraal is een vrij gevaarlijk woord en is volgens mij ook vaak het gevolg van niet genoeg ergens over nadenken, maar toch zou ik neutraal als het goede woord omschrijven. Vorig jaar was ik duurzaamheidsverantwoordelijke van de Klassieke Kring en heb ik gezien hoe de Green Office zeer actief bezig is in het nemen en ondersteunen van duurzame initiatieven, maar het kan natuurlijk nog veel beter (wat betreft investeren in de Green Office en duurzame infrastructuur). In de Blandijn bijvoorbeeld loopt het verwarmingssysteem vaak mank zodat het in de winter het in sommige delen van het gebouw veel te warm is en in andere delen veel te koud.  De universiteit heeft ongetwijfeld een mooie opinie rond duurzaamheid, maar er moet zeker meer in actie geschoten worden.

Niet Akkoord.

De UGent neemt veel goede initiatieven, maar het ambitieniveau moet hoger met een concreet stappenplan. Als universiteit is het belangrijk voorop te lopen in zowel de ontwikkeling als de toepassing van oplossingen voor de essentiële maatschappelijke uitdagingen.

Akkoord.

Maar met een belangrijke ‘maar’. De UGent heeft heel wat om trots op te zijn als universiteit die duurzaamheid hoog in het vaandel draagt. Er is fantastische denktank waaruit creatieve en professionele ideeën voortvloeien, maar die lijken de studenten niet helemaal te bereiken.

Akkoord.

Met keep cups, waterkraantjes om drinkbussen bij te vullen en het gebruik van gerecycleerd papier zijn we al goed op weg naar die duurzame campus waar we allemaal naar streven. Uiteraard is er altijd nog ruimte voor verbetering.

Akkoord.

Maar het kan altijd beter.

Het lijkt mij een goed idee om op termijn het aanbod wegwerpflesjes in de automaten en cafetaria’s tot een minimum te beperken.

Door zoveel mogelijk te digitaliseren waar dat kan.

Ik zou willen nagaan of we op een efficiëntere manier boeken en scans kunnen aanvragen via de depots. Hier gaat nu veel papier aan verloren.

UGent-soepbekers zijn reeds aanwezig in onze kantines maar misschien kunnen we ook de papieren zakjes van de broodjes vervangen door een brooddoos mee te nemen/aan te bieden?

Meer inzetten op het sorteren van afval en beter gebruik van de compostbakken.  Papier sorteren door aparte vuilnisbak te voorzien en daarnaast ook bakken of dozen zetten voor kladpapier zodat het papier optimaal kan gebruikt worden.

Het gebruik van herbruikbare middelen verplichten waar mogelijk, in plaats van het louter aan te raden. Dit zowel op vlak van onderwijs als evenementen op de Blandijn van studentenverenigingen, personeel enzovoort. Zolang de faculteit hier geen sterke positie over inneemt, zullen heel dringende en zelfs noodzakelijke overschakelingen naar een duurzamere faculteit stroef blijven lopen.

Een van mijn programmapunten is om de kost van het studiemateriaal naar beneden te brengen. Een mogelijk idee is om kopies via de faculteit te printen aan een voordelige prijs. De combinatie van het gebruik van gerecycleerd papier en recto-verso printen geeft dit een extra duurzame dimensie.

/

Door concreet in te zetten op digitalisering en overbodige of weinig-gebruikte syllabi (en ander leermateriaal) zo veel mogelijk te vermijden, kan de papierverspilling enorm verminderd worden.

Ik zie aan de UGent, ondanks dat die het goed doet, nog heel veel plastic flessen en dat is best jammer aangezien die zo vervuilend zijn. Aangezien de UGent duurzaamheid belangrijk vindt, kan het een idee zijn om een goedkope herbruikbare fles in de inschrijvingszakken van de UGent mee te geven. Zo geven we meteen het goede voorbeeld! Durf denken, maar durf ook doen!

Duurzaamheid is een thema waar je gemakkelijk elke dag mee bezig kan zijn. Daarom zou ik al op korte termijn kleine dingen willen aanpassen, zoals extra vuilnisbakjes voor GFT-afval voorzien.

Ik denk dat we het gebruik van papier flink zouden kunnen reduceren door de juiste priorieteiten te stellen: digitaliseren waar het kan, printen waar het moet.

Papier zoveel mogelijk vermijden door in te zetten op de online platforms.

Plastic bekers of bestek vervangen door bijvoorbeeld herbruikbare keep cups.

Naar de studenten toe moeten duurzame alternatieven (zoals afval sorteren, herbruikbare soepbekers, koffiebekers en waterflessen) zo veel mogelijk gepromoot worden door acties van de Facultaire Studentenraad.

De UGent zou zich moeten engageren om tegen 2030 klimaatneutraal te worden en voortrekker te zijn op Belgisch en Europees niveau.

In de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte kunnen we enkele kleine inspanningen doen om onze druk op het milieu te verlagen. In de werkgroep en met het oog op de duurzaamheidsenquête die eraan komt, hebben we al enkele van die kleine details aangehaald, zoals de verlichting en verwarming die vaak onnodig energie gebruiken. Daarnaast wil ik graag ook aansporen om als student en prof de vakken zo milieuvriendelijk in te richten, dat kan gaan van printen tot discussies over het onderwerp.

Ik zou proffen willen stimuleren om papierverspilling tegen te gaan. Waar ik nu nog heel veel cursussen heb die eenzijdig worden afgedrukt, zou ik dit graag veranderen naar alleen dubbelzijdig gedrukte versies of minstens de optie om hiervoor te kiezen.

De mogelijkheid om papier te recycleren.

Akkoord.

Volgens mij zijn mails een goede manier om te communiceren met studenten, indien dit op een doordachte manier gebeurt. Nu worden er zeer veel mails verstuurd die niet altijd even doelgericht zijn, waardoor de echt belangrijke mails vaak verloren gaan in het grote aantal berichten. Toch lijkt dit mij, in combinatie met Ufora, de beste manier om met studenten te communiceren.

Neutraal.

Voor sommige studenten is dit een van de beste manieren omdat zij hun mails (regelmatig) checken. Maar voor andere studenten die dit niet doen, of er geen directe toegang toe hebben, is dit een redelijk slechte manier. Dit is zeker een werkpunt voor zowel stuvers als voor professoren.

Akkoord.

Voor mij zijn mails de beste manier (samen met de relevante meldingen op Ufora) om te communiceren. Soms kan het wat verwarrend zijn als er veel mails komen, maar hier kan je altijd tussen zoeken en ze blijven wel de officiële manier om te communiceren.

Neutraal.

Want het kan op een betere manier. Studenten worden namelijk overspoeld door Ufora-mails en daarnaast moeten ze dan nog het onderscheid maken in mails die van proffen persoonlijk komen, Stuart, enzovoort . Misschien kan het een oplossing zijn om aparte postbussen te creëren waardoor studenten zelf kunnen opsplitsen welke afzender/mail in welke postbus kan terechtkomen (=overzicht).

Neutraal.

Mails zijn zeker een goede manier van communiceren maar soms is er een overvloed van mails. Er bestaan ook nog andere communicatiemiddelen zoals in gesprek gaan met de studenten face to face.

Neutraal.

Ook al vind ik dat geen gepaste term. Natuurlijk zijn mails het meest toegankelijke medium voor communicatie maar laten we eerlijk zijn, wie leest de 15de mail van de rector over de coronamaatregelen nog wanneer die dan ook nog eens langer is dan dat abstract dat je eigenlijk voor je bachelorproef moet lezen. Heldere communicatie die de essentie vat voldoet.

Akkoord.

Ondanks de occasionele overvloed aan mails via Ufora, vind ik wel dat de studenten voldoende geïnformeerd worden op verschillende vlakken (onderwijs, monitoraat, extracurriculaire activiteiten…). De communicatie kan echter wel iets gerichter verlopen zoals reeds gezegd zodat studenten hun mails grondig blijven lezen.

/

Neutraal.

 Mails zijn positief, maar SPAM moet vermeden worden. Te veel e-mails zorgen ervoor dat echt belangrijke berichten overkeken kunnen worden.

Niet akkoord.

Ik denk, zeker nu met de overvloed aan mails op Ufora, dat enkel mails niet de juiste manier is. De belangrijke mails verdwijnen tussen de minder belangrijke, zeker nu met het coronavirus. Ik denk dat proffen en assistenten vooral veel mondeling kunnen proberen communiceren via de livestreams en chats, en verder zeker naast mails ook aankondigingen moeten plaatsen. Een van mijn leerkrachten zegt vaak dat we proffen of bap promotors moeten lastigvallen (‘you should harass them’) als we ze nodig hebben, in een weliswaar niet criminele context, dus dat kunnen zij misschien ook wat meer bij ons doen.

Neutraal.

Mails zijn goed om iets mee te delen aan de studenten, maar laten weinig ruimte voor interactie tussen de lesgever en de groep studenten in zijn geheel. Ik vind het goed dat er ook gebruik wordt gemaakt van ‘Discussies’ op Ufora, waar de drempel om een vraag te stellen misschien lager ligt en de rest van de studenten het antwoord op die vraag ook meteen ziet.

Akkoord.

E-mails zijn een duidelijke en efficiënte manier om met studenten te communiceren. Wel moet er op worden toegezien dat er in combinatie met doorgelinkte Uforameldingen niet een te grote stortvloed aan berichten op studenten wordt afgestuurd.

Neutraal.

Voor heel veel studenten is dit inderdaad de gemakkelijkste manier. Andere studenten zijn makkelijker bereikbaar via sociale media. Daarom is een app zoals ‘Pulse’ voor hen beter.

Neutraal.

Het hangt enorm af van de situatie. Mails kunnen enorm nuttig zijn als communicatiemiddel, maar studenten hebben geen nood aan tientallen mails die telkens iets kleins aanpassen aan de vorige richtlijnen.

Neutraal.

Akkoord voor mails vanuit de faculteit, minder akkoord voor lesgevers naar studenten toe. Soms is het beter om voor een vak al duidelijke afspraken te maken in verband met deadlines, opdrachten, programma etc. in het begin van het semester en meer te werken vanuit de mogelijkheden binnen Ufora (bv. kalender voor deadlines, een documentje met duidelijke afspraken en verwachtingen, een beetje opvolging…).

Akkoord.

Het is goed dat de UGent geen overdaad aan verschillende media gebruikt en eenvoud en eenduidigheid in communicatie behoudt.

Akkoord.

Zeker in tijden van crisis waarbij je niet meer fysiek naar de campus kan en boodschappen meedelen in de lessen, is een mail een heel snel en efficiënt middel om te communiceren. Als er iets niet duidelijk is, dan staat het iedereen vrij om nog een extra mail te sturen om verdere toelichting te vragen.

Akkoord.

Dit is een van de eenvoudigste manieren om veel studenten tegelijk te bereiken. Wel is het belangrijk de studenten hiermee niet te overstelpen, zoals het soms werd ervaren aan het begin van de coronacrisis.

Akkoord.

Niet akkoord.

Ik merk dat veel studenten nog steeds niet op de hoogte zijn van de werking van StuArt en dus ook niet weten welke belangrijke rol de stuvers spelen. Ondanks verschillende acties om de zichtbaarheid en de bekendheid van StuArt en de stuvers in het algemeen te vergroten, blijft dit voor de meeste studenten een ver-van-mijn-bedshow, en dat is jammer.

Neutraal.

Al is dit een punt waar StuArt al hard aan gewerkt heeft, toch zijn stuvers nog steeds niet zichtbaar genoeg voor veel studenten. Verder uitwerken van de zichtbaarheid is nodig.

Niet akkoord.

Hoewel we aan onze faculteit echt wel vorderingen hebben gemaakt, weten heel veel studenten toch nog steeds niet wie we zijn en waarvoor we staan.

Eerder niet akkoord.

 Als eerstejaars merkte ik snel dat ik maar op één hand het aantal mensen kon tellen die afwisten van wat stuvers zijn, zelfs in het tweede jaar zijn er weinig mensen die hier iets concreet over weten. Daarom is dit een van de thema’s waarop ik wil inzetten. Het is zo jammer om te zien dat er zoveel studenten met ideëen en een interessante mening zijn, maar gewoon niet weten waar ze die kunnen uitspelen. Volgens mij zouden er een pak meer stuvers opkomen wanneer de grotere groep beter geïnformeerd wordt, op een bondige en efficiënte manier.  

Neutraal.

Sinds dit jaar is de stuver zichtbaarder in de Blandijn geworden mede door bijvoorbeeld de bezetting van de erekoer. Maar het kan nog beter, ik denk vooral dat we moeten inzetten op wat een stuver allemaal doet (zijn taken, waarmee hij/zij zich bezighoudt, wat ze bereiken etc.) en dat we zowel zichtbaar zijn op de Blandijn als de Mercator.

Niet akkoord.

Gezien de meeste informatie via StuArt verloopt, krijgt dit een heel onpersoonlijk karakter. Ik denk dat facultaire stuvers meer moeten inzetten op een directe band met de studenten aan de faculteit om zo informatiestroom persoonlijker, directer en efficiënter te maken. Stuvers kunnen dit dan nog steeds door communiceren naar StuArt waar nodig.  

Akkoord.

Eén van onze grootste beleidspunten dit jaar binnen de studentenraad was inzetten op meer zichtbaarheid. Dit hebben we kunnen realiseren door onder andere de Blandijn to Koer-actie, een dessertenbuffet, een wafelverkoop, een Quiz, een eigen lokaal en Ufora infosite, een betere samenwerking met de studentenkringen en voldoende inhoudelijke acties op de faculteit zoals het inkijken van de examenroosters, een koffiekoekenactie ter gelegenheid van de onderwijsevaluaties en tot slot onze welbekende Blok@Blandijn waar we extra studeerplekken voorzien.

/

Neutraal.

 Hoewel niet onzichtbaar, mag de aanwezigheid toch wat meer in de verf gezet worden. We moeten bekendheidsacties uitbouwen en verder proberen zetten om iedereen te bereiken.

Niet akkoord.

Om heel eerlijk te zijn had ik voordat ik kandidaat stuver was, nog amper de facebookpagina’s van de Gentse Studentenraad of StuArt opgemerkt. Ook op Ufora of via andere kanalen krijgen de studenten daar te weinig informatie. Zeker de video’s, enquêtes en FAQs bereiken niet het grote publiek waarvoor ze bedoeld zijn. Het zou goed zijn als de Riktor [intentional, sic] wat meer reclame zou maken voor die pagina’s in zijn rector mails.

Neutraal.

Iedereen weet wel dat ze er zijn, maar als stuver wil je zo toegankelijk mogelijk zijn. Hoe meer zichtbaarheid, hoe liever.

Neutraal.

 Aan de facultait Letteren en Wijsbegeerte doet Stuart al heel veel inspanningen om zichtbaar te zijn en met resultaat. Wel merk ik vaak dat er nog steeds een deel van de studenten is dat niet berijkt wordt. Ik hoop dat we met nog meer inspanningen die mensen ook kunnen berijken. Want uiteindelijk zou elke student zich gehoord moeten voelen.

Neutraal.

We krijgen af en toe wel eens berichten over de initiatieven. Toch vind ik dat het beter kan, studenten moeten zich beter bewust zijn dat er medestudenten zijn die hun belangen verdedigen. Ze moeten daarom zeker weten wie ze kunnen aanspreken over bezorgdheden.

Neutraal.

Uit ervaring kan ik zeggen dat als je je als studentenvertegenwoordiger zichtbaar maakt binnenin je richting en actief vraagt naar de problemen/mening van je mede-studenten, dat ze je ook automatisch zullen beginnen contacteren wanneer er iets is. Dit vergt inspanning van de stuver, maar daarvoor zijn we hier.

Neutraal.

Dit jaar zijn er al voldoende bekendheidsacties vanuit Stuart geweest, maar dat betekent niet dat we mogen slabakken daarin. Zelf ben ik ook van mening dat een studentenvereniging vaak een informeel kanaal kan zijn van studentenraad tot student (zoals bij mij het geval is geweest).

Niet akkoord.

Hoewel Stuvers een enorm belangrijke functie vervullen als schakel tussen de studenten en het personeel heb ik niet het gevoel dat ze zo zichtbaar zijn in de eerste bachelor. Hierop wil ik dan ook vooral inzetten: de Stuvers zichtbaarder maken zodat iedereen weet waar hij of zij terecht kan met ideeën en input. Zodoende kan de participatie worden vergroot!

Akkoord.

In onze faculteit zijn de Stuvers veel zichtbaarder geworden en ik hoop mee in die lijn verder te werken. Op die manier vorm je een betrouwbaar aanspreekpunt voor je medestudenten én voor de proffen en ander academisch personeel.

Akkoord.

Het afgelopen jaar kregen we in de lessen uitleg hierover. Er waren ook meerdere acties voor naambekendheid. Dit werkt drempelverlagend en dat is zeer positief.

Neutraal.

Ik had eerst van StuArt gehoord via mijn kring. Pas later had ik door wie/wat stuvers zijn/doen.

Vooral sneller en duidelijker communiceren, zonder daarbij tegenstrijdigheden te verspreiden.

Het stroomlijnen van het e-mail- en meldingssysteem. Zelfs nu we zelf al de meldingen voor vakken moeten inschakelen, komen er nog steeds veel onnodige mails binnen. Door het systeem nog iets verder uit te werken kan ervoor gezorgd worden dat enkel de essentiële zaken binnenkomen.

Een maximum aantal meldingen voor infosites op Ufora doorvoeren zodat onze mailbox niet plots volstaat en alleen de echt belangrijke zaken zichtbaar blijven.

Een apart forum voorzien om belangrijke info door te communiceren. Dit hangt ook af van over welke communicatie we het hebben (communicatie over bijvoorbeeld corona, examens, inspraak van leerlingen, evenementen, …?)

Een duidelijke en directe communicatie naar de studenten toe.

Een betere manier van communicatie kanaliseren in plaats van alles op een hoop te smijten in de vorm van ellenlange Ufora-aankondigingen en mails.

Een duidelijke afbakening van alle communicatieplatformen en -doelgroepen en ervoor zorgen dat studenten enkel die mails ontvangen die specifiek voor hen relevant zijn.

/

Kwantiteit omzetten naar kwaliteit. Op dit moment zijn er zo veel platformen (e-mail, Facebook, Ufora, website…). Dat wordt gedaan om zo veel mogelijk studenten te bereiken, dat begrijp ik, maar het zorgt ook voor enige chaos. Nu worden studenten namelijk vaak gebombardeerd met berichten op alle soorten media waardoor ze uiteindelijk regelmatig iets missen of via via dingen te weten moeten komen. De boodschap is dus om berichtgeving te centraliseren en bondiger te maken, zodat alle studenten duidelijk weten waar ze al hun info kunnen vinden en niet door ellenlange berichten moeten zoeken om informatie te vinden. Ook moet deze informatie individueel relevant zijn, want nu gebeurt het nog al te vaak dat studenten veel berichten krijgen die niet op hen van toepassing zijn, wat voor verwarring kan zorgen.

Eerst en vooral is Ufora echt geen handig platform voor communicatie, aangezien je super veel onnodige meldingen krijgt van vakken en pagina’s die niet eens (meer) nuttig zijn voor jou. Ufora zou grondig moeten worden herbekeken en proffen zouden verplicht zowel een aankondiging en mail naar iedereen moeten kunnen sturen zoals vroeger. Vervolgens vind ik dat er nu nood is aan een pagina of groep waar iedereen moet op kunnen, zoals het geval is bij UAntwerpen. Zij hebben een digitaal studentenplatform speciaal voor de coronaperiode en organiseren zelfs nu online quizzen met prachtige prijzen, iets om naar op te kijken. Samen met enkele medestudenten, Julie Vlaminck en Ben De Slagmulder, heb ik StudentCommunity@UGent opgericht, maar de groep (voor studenten én proffen).

Op vlak van communicatie tussen studenten en studentenvertegenwoordigers denk ik dat de ervaringen van (eerstejaars)studenten heel nuttige informatie kunnen leveren over wat er allemaal verbeterd kan worden aan de faculteit. Daarom zou ik graag meer online enquêtes invoeren en zo een groot publiek bereiken op een laagdrempelige manier.

De communicatie tussen de verschillende diensten en organen kan beter op elkaar afgestemd worden. In deze tijden van crisis worden er soms tegenstrijdige berichten gestuurd en dat zou voorkomen moeten worden.

Meer informatie bundelen in minder mails om een volle mailbox te vermijden, want studenten slaan zo al sneller mails met belangrijke informatie over.

Soms is het beter om mails met belangrijke berichtgeving (bv. over bijzondere statuten, over belangrijke infosessies enz.) op te stellen met de zekerheid dat ze in hun volledigheid gelezen worden. Dit kan door de mails bondiger te maken (en details in bv. links zetten) en gerichter te versturen (bv. door mails waarin staat “voor alle studenten behalve…” of “enkel voor studenten die…”, niet meer versturen naar studenten waarvoor dit niet van toepassing is).

Ik ben als eerstejaar positief verrast over de kwaliteit van de communicatie. Niettemin kan de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van Ufora beter. Een studentenevaluatie kan hiertoe bijdragen.

In de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte verloopt de communicatie al vrij vlot en iedereen is ook heel aanspreekbaar. Misschien geen maatregel, maar wel een tip: als je met vragen zit, stuur je beter een mailtje meer of spreek gerust iemand aan.

Het lijkt mij belangrijk het aantal informatiekanalen te beperken. Waar we nu soms eindeloos moeten verwisselen tussen alle websites, pagina’s en e-mails, zou het eenvoudiger zijn mochten we dit kunnen terugbrengen op een beperkt aantal.

Eerstejaars meer betrekken bij de raden, zodat ze een idee hebben waar ze als student allemaal mee kunnen helpen en waar ze naartoe kunnen met problemen.

Akkoord.

De laatste jaren zijn er al heel wat taboes doorbroken en is er toenemende aandacht voor het mentale welzijn van de studenten, maar toch is er nog veel ruimte voor verbetering. Binnen StuArt is dit een zeer belangrijk thema dat dan ook hoog op de agenda staat. Er zijn reeds verschillende initiatieven genomen en ook de komende jaren zal hier verder op ingezet worden. Dit engagement mag zich echter niet beperken tot onze faculteit, maar moet ook een belangrijk thema worden aan universiteit in het algemeen.

Akkoord.

Het mentale welzijn van studenten (maar ook van professoren) zou een van de belangrijkste thema’s moeten zijn aan de universiteit. Zorgen dat mensen zich goed voelen aan de UGent is enorm belangrijk. Hiervoor is er al een project op poten gezet, maar dit kan zeker nog verder worden uitgewerkt en ik hoop dat ik hier kan aan helpen.

Akkoord.

Als het mentaal slecht gaat met ons, heeft dit een impact op onze prestaties aan de universiteit. We moeten ervoor zorgen dat studenten kunnen terugblikken op hun studies als een leuke tijd en niet als een donkere periode.

Volmondig akkoord!

Zeker in deze geïsoleerde tijden en dan heb ik het niet enkel over Corona, maar ook over de moderne technologie. Die technologie brengt zoals we weten, naast de vele voordelen, ook veel nadelen met zich mee waardoor vele studenten zich vergelijken met ‘the perfect picture’ en enkel ‘gelukkige’ medestudenten op social media (want wie post nu iets op instagram wanneer hij/zij zich slecht voelt?), iets wat totaal niet hoeft, maar wie zal hen dit zeggen. Ik zou de drempel tot de nodige (mentale) zorgen nog wat willen verlagen voor de studenten die hier nood aan hebben, ze hulp aanbieden want mensen die zich niet ok voelen zullen zelden zelf het heft in handen nemen.

Akkoord.

Er wordt soms nog te weinig geluisterd naar de problemen binnen dit thema. Er mag ook geen taboe meer zijn om hierover te praten. We zijn op de goede weg met bijvoorbeeld een beleidsmedewerken aan te stellen bij StuArt (ik had de genoegen om dit te mogen zijn, maar helaas door de coronacrisis viel dit plan in het water). Dus volgend jaar zeker dit opnieuw doen door onder andere focusgroepen op te richten en luisteren naar de problemen binnen de verschillende richtingen.

Helemaal mee akkoord!

De rector heeft met de coronamaatregelen nog maar eens bevestigd hoe de nadruk voor de UGent vooral ligt op het “voorkomen van studieachterstand.” Hoewel dit natuurlijk een belangrijk punt is, zou dit NOOIT mogen primeren op hoe goed de student in z/haar vel zit. Zolang de studenten het gevoel hebben dat ze zich goed MOETEN voelen om toch maar niet achter te lopen, zijn we volgens mij fout bezig.

Akkoord.

De coronacrisis stelt elke student extra op de proef op vlak van mentaal welzijn. Er is onzekerheid over het verloop van het semester en de examens en de gekende vormen van ontspanning in Gent met medestudenten is weggevallen. Op momenten zoals deze is het belangrijk dat je als studentenvertegenwoordiger de nodige informatie kan geven en hulp kan bieden door een luisterend oor te bieden en in dialoog te gaan. Maar ook voor de crisis is reeds gebleken dat niet elke student het altijd even makkelijk heeft. Daarom zetten we volgend jaar verder in op mentaal welbevinden door focusgroepen per opleiding te organiseren om een beter zicht te krijgen op de problemen en deze ad hoc aan te pakken.

/

Akkoord.

Het leven als student is niet altijd fun, soms kan alles wat tegensteken of kan de stress wat te veel worden. Dat kan studies en werk erg in de weg staan, dus zie ik het wel als een taak voor (onder andere) de universiteit om studenten daarin ondersteuning te bieden.

Akkoord.

Worden? Dat zou het eigenlijk al moeten zijn. Een student moet zich goed kunnen voelen, anders beïnvloedt dat uiteraard zijn of haar resultaten, met alle gevolgen van dien. Ik vind dat het een heel gedoe is om je weg naar de juiste mensen te vinden aan de UGent. Er zijn studentenpsychologen, studiebegeleiders, trajectbegeleiders enz. maar vaak moet je heel wat kliks uitvoeren voor je ergens een afspraak kunt maken. Bovendien merk ik dat veel studenten weinig afweten van die psychologen en de bijzondere statuten, wat heel erg jammer is.

Akkoord. 

Mentaal welzijn heeft een invloed op je studie, maar dat kan omgekeerd net zo goed het geval zijn. Heel wat studenten hebben last van stress of een hoge werk- of prestatiedruk. Daarom is het een taak van de universiteit hier aandacht aan te besteden.

Akkoord.

Er wordt tegenwoordig heel wat gevraagd van studenten met alle mentale gevolgen van dien. Mentaal welbevinden moet en zal een topprioriteit zijn.

Akkoord.

Er is genoeg hulp, er zijn psychologen, maar het initiatief moet vooral vanuit de student zelf komen om die hulp te zoeken, en dat is niet altijd evident. Dit moet beter kunnen.

Akkoord. Hoewel ik denk dat mentaal welbevinden al een belangrijk thema is aan de universiteit. Elke vergadering wordt het wel besproken en worden er afspraken gemaakt om de huidige – vrij dramatische – situatie te verbeteren. Maar het kan en moet beter uiteraard.

Akkoord.

Studieresultaten worden aanzienlijk beïnvloed door het mentaal welbevinden van een student en de coronamaatregelen leren ons dat mentaal welbevinden bij iedereen een kwetsbare factor is. Ook kan het zijn dat studenten door hun studies in het rood komen te staan wat betreft mentaal welbevinden. Als facultaire studentenraad is het daarom ook onze plicht om de mogelijkheden daaromtrent duidelijk te maken aan studenten en hen te stimuleren om actie te ondernemen wanneer hun mentaal welbevinden een negatieve impact heeft op de studies en vice versa.

Akkoord.

Zelf vond ik de adviezen van het monitoraat heel richtinggevend en ondersteunend voor een beginnende student aan de UGent. Mentaal welbevinden is belangrijk voor iedereen. Wie goed in zijn/haar vel zit, kan zich beter ontplooien en daarom is het verder uitbouwen van alle diensten die met mentaal welzijn bezig zijn belangrijk.

Akkoord.

Mentaal welzijn is iets waar altijd aandacht op gevestigd moet worden. Je kan geen regels opstellen die voor alles, iedereen en altijd gelden. Alles evolueert ten eerste mee met de tijd: nieuwe tijden, nieuwe uitdagingen. Het is belangrijk dat iedereen zich goed in zijn vel voelt: door een open en ondersteunende sfeer te creëren, laten we toe iedereen op zijn eigen manier persoonlijk en academisch te groeien.

Akkoord.

Het is vanzelfsprekend dat goede resultaten behalen wanneer je je mentaal niet goed voelt, niet mogelijk is. Ik ben blij dat er al verschillende initiatieven zijn om dit punt te belichten, zoals trainingen van het monitoraat en de mogelijkheid tot een gesprek met de studentenpsychologen. De komende jaren is het belangrijk hier nog verder op in te zetten en dit nog verder uit te werken.

Akkoord.

Veel studenten hebben last van heel veel druk, eenzaamheid of andere problemen. De universiteit moet in staat zijn om de student te ondersteunen en helpen bij deze problemen.

Akkoord.

Het antwoord op deze vraag is heel eenvoudig: de UGent moet een inclusieve universiteit zijn (en blijven) waar iedereen een kans krijgt, ongeacht geslacht, afkomst, geaardheid of levensbeschouwing.

Akkoord.

In deze moderne tijden is het zeker van belang om zo veel mogelijk diverse mensen aan te trekken. Door in te zetten op diversiteit zullen er zeker vernieuwende ideeën en initiatieven worden voorgesteld om dit nog verder uit te werken.

Neutraal.

Hier zijn reeds goede initiatieven voor genomen. Toch moeten we ervoor zorgen dat we geen fundamentele veranderingen aan onze opleidingen doorvoeren, mochten deze initiatieven niet het gewenste resultaat opleveren.

Neutraal. Diversiteit kan nog altijd beter op de UGent maar hier wordt reeds heel wat voor ingezet en besproken achter de schermen van de universiteit. Ook is het belangrijk om een openheid en goede sfeer te creëren en te bewaren, iets wat reeds aanwezig is op onze faculteit volgens mij. Het is belangrijk dat iedereen zich hier welkom voelt, zowel op sociaal als studievlak.

Neutraal.

Ik denk dat de Blandijn goed bezig is met zich in te zetten op vlak van diversiteit.

Akkoord.

Hoewel de universiteit hier reeds veel aandacht aan besteedt, blijven de maatregelen zoals bijvoorbeeld genderquota heel formeel en droog. De eerste stap is om een sfeer te creëren waarin ieder zich veilig en gewaardeerd voelt. Dit zorgt voor een betere vorm van diversiteit dan minderheidsgroepen/vrouwen/… te gebruiken om tot mooie statistieken te komen en daarmee naar de buitenwereld te pronken. Hoe de studenten die diversiteit ervaren moet naar geluisterd worden en voorop staan.

Neutraal.

Ik heb hier persoonlijk nog niet echt problemen mee ondervonden aan de FLW en weet niet hoe de situatie er momenteel uitziet aan de UGent in het algemeen.

/

Neutraal.

De UGent moet natuurlijk ervoor zorgen dat iedereen een plaatsje kan hebben, maar zo lang iedereen welkom is en gelijk behandeld wordt zie ik geen probleem en vind ik niet dat diversiteit actief verworven moet worden.

Akkoord.

Hoewel er redelijk wat gastprofessoren of assistenten en phd studenten zijn uit andere landen, merk ik dat er op veel campussen toch een meerderheid aan blanke proffen rondloopt. Het zou interessant zijn om eens een prof Nederlands te hebben die niet ‘door en door’ Vlaams is, of wat meer Indiërs bij de burgies, aangezien ze die toch altijd opzoeken op youtube voor hun makkelijkere uitleg. Ook denk ik dat er meer informatie mag worden gegeven voor holebi’s, zoals folders die je in het middelbaar tegenkwam. Zo kunnen ook zij zich beter voelen in Gent zelf, weten waar de veilige hotspots zijn enz. Qua gender weet ik weinig af van de verhoudingen op andere campussen, maar een mooie mix op elke campus is zeker een must, maar dat mag niet enkel zijn omwille van sekse/gender zelf, kwaliteit is nog altijd het hoofddoel.

Akkoord. De UGent heeft een diversiteitsbeleid, maar er moet zeker nog aandacht aan besteed worden.

Neutraal.

Diversiteit is een zeer breed en bovendien een zeer gevoelig onderwerp. Ik vindt het lastig hier uitspraken over te doen zonder dat dit gespecificeerd wordt.  

Neutraal.

Ik vind toch wel dat UGent iedereen gelijk behandelt, wat ik apprecieer. Toch kan er nog meer gedaan worden, bijvoorbeeld een betere begeleiding voor anderstalige nieuwkomers die ook recht hebben op een universitair diploma.

Akkoord.

Dit is één van de punten waar alle universiteiten in België simpelweg tekortschieten. Het percentage studenten met een migratieachtergrond is schrijnend. Hoger onderwijs is cruciaal en de sleutel voor opwaartse sociale mobiliteit en emancipatie.

Akkoord.

Er zijn al heel veel initiatieven genomen, maar deze moeten zeker blijven gehandhaafd worden doorheen de jaren. Wat betreft studentenvertegenwoordiging en bekleding van bepaalde posities (leerstoelen, doctoraten…) moeten we oog houden op het feit dat iedereen zich voldoende vertegenwoordigd voelt (wat betreft studierichting, vakgebied, gender…).

Akkoord.

Hierbij moet er niet als modetrend ingezet worden op diversiteit, maar als motor voor maatschappelijke cohesie door bruggen te slaan tussen verschillende generaties, culturen en socio-economische contexten.

Akkoord.

De wereld wordt elke dag multicultureler; ontmoetingen en uitwisselingen zijn een enorm rijke bron om samen verder te gaan. Als we aan de UGent al kunnen tonen dat we een open en gelijke samenleving zijn waarin we ook samen bouwen aan de toekomst, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.

Akkoord.

Het is een meerwaarde om mensen te leren kennen van verschillende achtergronden om zo een ruimere blik op de wereld te krijgen.

Neutraal.

Er mag altijd meer diversiteit zijn.

Akkoord.

De universiteit stelt al heel wat ruimtes ter beschikking, maar zeker tijdens de blok- en examenperiode merken we dat het huidige systeem op zijn limieten botst. Dit komt onder meer doordat studenten van andere faculteiten en andere onderwijsinstellingen een groot aantal plaatsen innemen waardoor er vaak niet voldoende capaciteit is om iedereen een plek te geven. Een herziening van het huidige systeem, samen met een uitbreiding van het aantal studieruimtes kan een oplossing bieden voor dit probleem.

Akkoord.

Alhoewel er al een adequate hoeveelheid is aan studieruimtes, zijn er toch niet genoeg om nog meer studenten ervan laten gebruik maken. De ruimtes die we nu hebben, zijn tijdens de drukke periodes (blok en dergelijke) niet toereikend om studenten in alle rust te laten studeren en/ of werken.

Akkoord.

Zeker voor onze faculteit is dit een ‘hot issue’ want onze plaatsen worden vaak door mensen van andere faculteiten en zelfs door personen van buiten de universiteit ingepalmd.

Neutraal.

Er zijn reeds heel wat studieruimtes aanwezig, zowel op de faculteit als in de facultaire bibliotheek, maar het is een feit dat er rond bijvoorbeeld de examenperiode nog steeds een tekort hieraan is.

Akkoord.

De laatste jaren studeren veel meer studenten samen. Er zijn heel wat bloklocaties (zoals de blok@blandijn of de bib) die dit toelaten en deze initiatieven moet in de toekomst zeker blijven bestaan. Er kan zeker nog gewerkt worden om meer studieplaatsen te krijgen en ook tijdens het weekend. In de bib moeten wel de plekken die voor werkruimte voorzien zijn gerespecteerd worden en op toe gezien dat dit correct verloopt.

“Neutraal”

Er zijn reeds heel wat studieruimtes aanwezig, zowel op de faculteit als in de facultaire bibliotheek. Tijdens de blok worden echter veel van deze studieruimtes ingepalmd door studenten van andere faculteiten. Hoewel iedereen hier op zich welkom moet kunnen zijn, mogen we niet uit het oog verliezen dat elke Blandino die dat wil in de eerste plaats een plaatsje verdient in onze bib of kelder.

Akkoord.

Jaarlijks blijven we inzetten op onze Blok@Blandijn actie om onze studenten zoveel mogelijk studieruimte en comfort te bieden in tijden van blok en examens. Met ons recent verworven lokaal hebben we nog een paar extra studeerplekken kunnen regelen, maar hier kan zeker nog verder op ingezet worden door bijvoorbeeld een duidelijke oplijsting te maken van alle reeds voorhanden ruimtes en deze aan de studenten bekend te maken.

/

Akkoord.

Niet iedereen kan thuis of op kot even goed studeren, en in de bestaande studieruimtes kan je niet altijd even veel plaats, stilte of middelen vinden. De universiteit is en blijft een academische instelling, dus alles wat studie ten goede komt zou moeten bemoedigd worden.

Akkoord.

Momenteel kan je wel werken in de bibs en cafetaria’s en bij ons de wel befaamde koffiehoek, maar ik persoonlijk vind de bibs te stil (en je mag er niet eten :’( ) en de cafetaria’s en koffiehoek dan weer te luid. In de gebouwen van de rozier staan soms tafeltjes, maar vaak staan die op een plek waar iedereen constant langs komt, dus ook dat is niet optimaal. Meer studieruimtes zoals ongeveer het geval is in de homes zouden wel aangenaam zijn.

Akkoord.

Elke student heeft nood aan rustige werkplekken. Ook tussen lessen moeten studenten zich even kunnen terugtrekken om aan een taak te werken of opzoekingswerk te doen. Er moeten zeker meer ruimtes voorzien worden om aan een groepswerk te werken.

Neutraal.

Ik denk zeker dat de universiteit ernaar moet streven meer studieruimtes beschikbaar te maken. Wel denk ik dat er andere dingen zijn die op het moment meer prioriteit hebben.

Akkoord.

Ik hoor vaak verhalen over lange wachtrijen aan bibs. Met een goed en duidelijk schema zouden ook aula’s of andere lokalen omgetoverd kunnen worden tot grote studieruimtes.

Niet akkoord.

De UGent heeft voldoende studieruimtes, maar de verdeling ervan laat vaak te wensen over.

Akkoord.

Tijdens het semester vormt dit minder een probleem (hoewel het bij sommige momenten echt wel zoeken is), maar zeker tijdens de laatste weken van het semesters, de blok en de examens is het bijna vechten om je studieplekje te veroveren. Zelf ben ik dan ook voorstander om een aantal ruimtes, zoals Kantienberg of zelfs vrije lokalen, (tijdelijk indien dit problemen vormt) open te stellen voor studenten tijdens drukkere periodes (zoals bijvoorbeeld al gebeurt met Blok@Blandijn, Blok@Therminal...).

Akkoord.

Niet iedereen heeft de mogelijkheid om in zijn/haar thuisomgeving comfortabel te studeren. Naast de prachtige bibliotheek van de faculteit, die vooral in de blok volzet is, is de verdere uitbouw van ‘study spaces’ nodig.

Neutraal.

Er zijn al heel wat goede ruimtes beschikbaar in onze Faculteit, dus ik denk dat we ons meer kunnen focussen op andere thema’s die momenteel meer aandacht nodig hebben. Misschien is het wel een onderwerp waar universiteitsbreed naar gekeken kan worden, zodat er voor elke faculteit wel enkele ruimtes zijn waar de studenten dan makkelijk en dichtbij zich even kunnen focussen op hun werk.

Akkoord.

Uit de steeds langere rijen aan bibliotheken blijkt duidelijk: bloklocaties werken! Andere mensen druk bezig zien en samen pauzeren is voor vele studenten de ideale manier om de examens aan te pakken, daarom is het jammer dat niet iedereen een plaatsje vindt.

Akkoord.

Vooral tijdens de blok zouden er ruimtes voorzien moeten worden om de studenten samen te laten blokken.

Akkoord.

De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de UGent genoodzaakt was om een snelle omschakeling te maken naar digitaal afstandsonderwijs, een overgang die over het algemeen vlot is verlopen. Er werd voordien al ingezet op digitalisering, maar de huidige situatie heeft het hele proces versneld, waardoor er ook een aantal problemen naar boven zijn gekomen. Daarom hoop ik dat de UGent deze periode ziet als een kans om bij te leren en verder in te zetten op digitalisering in de nabije toekomst.

Akkoord.

Er wordt al enorm veel digitaal gecommuniceerd met studenten, en nu zeker met de coronacrisis is duidelijk dat het redelijk goed lukt om alles digitaal te doen. Maar toch is het nog voor verbetering vatbaar.

Niet akkoord.

Aan onze faculteit is hier nog een grote verbetering mogelijk, aangezien we maar de logistieke middelen hebben voor 4 à 5 lokalen.

Neutraal.

We zijn op de goede weg, zeker als ik zie hoe Ugent maatregelen neemt op vlak van digitalisering tijdens de corona-uitbraak. Een van mijn thema’s waar ik op inzet omvat ook inzetten op digitaal leermateriaal, ik zou er dus ook naar willen streven om onder andere meer in te zetten op lesopnames (voor studenten die ziek vallen, werkstudenten, …) die op een consequente manier op Ufora zouden komen, live-streams kunnen beter (dit is handig voor de pendelaars onder de studenten, zodat ze niet uren onderweg moeten zijn naar Gent voor een les van anderhalf uur), enzovoort .

Neutraal.

Binnen onze faculteit is het soms niet mogelijk om een lesopname te hebben door gebrek aan infrastructuur (denk maar aan klaslokalen). Maar dit wil niet zeggen dat ze dit niet kunnen veranderen (men kan werken met bvb een geluidsopname van de les)

Niet akkoord.

 Al jaren roepen studentenvertegenwoordigers om lesopnames, het livestreamen van de lessen enzovoort. Dit bleef steeds “logistiek niet mogelijk” maar nu heeft de UGent bewezen dat dat wel kan! Daarom vind ik dat deze maatregelen verder getrokken moeten worden na de coronacrisis zodat we geen stap terug zetten wanneer dit allemaal voorbij is. Ook zouden onnodige syllabi vervangen moeten worden door pdf’s. Het is namelijk onverantwoord tegenover studenten die het financieel minder breed hebben dat proffen geld pakken op studiemateriaal dat ze perfect online kunnen aanbieden. Dit zou ook een stap vooruit zijn op vlak van duurzaamheid.

Akkoord.

Als studentenvertegenwoordiger en voorzitter van StuArt heb ik de laatste weken in nauw contact gestaan met het faculteitsbestuur, de OC-voorzitters, het monitoraat en de lesgevers. Ik ben heel trots om elke student te mogen geruststellen dat ieder van deze personen zich dagelijks maximaal inzetten om de omschakeling naar digitaal afstandsonderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit verloopt niet altijd zonder problemen en daarvoor moet flexibiliteit en begrip opgebracht worden, maar de inzet en bereidwilligheid is er zeker en vast.

/

Niet akkoord.

We zijn ermee bezig, maar er zijn nog heel wat verbeterpunten. Meer leermateriaal moet online beschikbaar worden (via bijvoorbeeld e-syllabi), digitale geletterdheid moet vergroot worden bij zowel student als professor en er kan nog meer ingezet worden op ICT-infrastructuur. Door de corona-maatregelen komt  de digitalisering nu wel in een stroomversnelling, maar de pijnpunten die in deze situatie ook naar boven komen zijn een bewijs dat we er op digitaal gebied nog niet zijn.

Niet akkoord.

Als ik nu zie hoeveel moeite zowel proffen als assistenten als studenten hebben met de nieuwe digitale lesmethodes, is het best zielig (no offense). De faculteit psychologie heeft bijvoorbeeld wel al veel lessen die altijd al werden opgenomen, dat zou ook handig zijn moest dat meer gebeuren bij alle faculteiten, als extra ondersteuning voor werkstudenten, schakelstudenten, degenen met een bijzonder statuut en gewoon voor de zieken. Bovendien zouden de lesgevers een snelcursus online lesgeven moeten krijgen nu, maar ook zij trekken maar hun plan met wat ze weten, waarvoor dikke chapeau trouwens.

Niet akkoord.

De voorbije weken heeft de faculteit laten zien dat er wel degelijk meer ingezet kan worden op digitalisering. Voorheen leken lesopnames niet zo evident te zijn, terwijl ze wel nodig zijn om iedereen de kans te geven de les te volgen.

Niet akkoord.

 De afgelopen weken hebben duidelijk gemaakt dat de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte op het vlak van digitalisering behoorlijk achter loopt. Wel werkt men momenteel heel hard om dit op orde te krijgen, dus dat lijkt alvast de goede kant op te gaan. Ik denk dat het belangrijk is dat de Stuvers erop toe zien dat dit ook na de coronacrisis wordt verdergezet.

Akkoord.

Ufora is een handige website met veel mogelijkheden!

Niet akkoord.

Het is de afgelopen weken pijnlijk duidelijk geworden dat we ver achterstaan op andere universiteiten zoals KU Leuven op dit vlak. Hoewel ik erg onder de indruk ben van sommige professoren die hun vak in sneltempo in een online cursus hebben omgetoverd, zijn dit helaas de uitzonderingen en leven veel studenten nu in onzekerheid omdat de UGent niet voldoende inzet op digitalisering.

Akkoord.

Daarmee ga ik akkoord, maar dat is dan ook volledig te wijten aan de coronacrisis. Voor de crisis had ik het gevoel dat de mogelijkheden voor bijvoorbeeld werkstudenten of studenten met een bijzonder statuut zeer beperkt waren. Aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte zijn er zeer veel kleine richtingen en dit heeft tot gevolg dat lesgevers vaak meer aanspreekbaar zijn, maar ook dat vele lessen onder de vorm van werkcolleges verplichte fysieke aanwezigheid vereisen. Lesgevers zouden dit eens moeten revalueren en bekijken wat de digitale mogelijkheden zijn voor de studenten die door hun huidige situatie niet naar de les kunnen komen. Meestal kan het al een zeer grote hulp zijn als de lesgevers een geluidsopname maken van de les en dit achteraf bezorgen aan studenten, maar de mogelijkheden zijn zeker nog uitgebreider dan dit.

Akkoord.

Een volledige digitalisering zou mijn voorkeur niet wegdragen omdat ik het zou missen om papier door mijn vingers te laten glijden.

Akkoord.

De Covid-19-crisis verplicht ons natuurlijk om de digitalisering wat hogere toeren te laten draaien en daar kan heel veel uit geleerd worden. Ik denk dat de UGent momenteel heel erg goed de voor- en nadelen aan het ontdekken is van die digitale methoden.

Akkoord.

Tot enkele maanden geleden leken de docenten soms wat terughoudend om die stap naar een digitalere lesmethode te zetten. Nu ze dit noodgedwongen toch hebben gedaan, zien we allemaal de voordelen en vele mogelijkheden in en wordt hier eindelijk volop op ingezet.

Niet akkoord.

Sommige proffen kunnen minder goed overweg met het digitale onderwijs. De UGent kan bijvoorbeeld lessen aanbieden om meer wegwijs te worden in de digitale wereld van Ufora en lesopnames.

Hopelijk zorgt deze versnelde digitalisering er voor dat er meer lesopnames ter beschikking zullen gesteld worden, ook na de coronacrisis. Hier is al lang vraag naar, maar vooralsnog zijn er niet voldoende leslokalen uitgerust om dit mogelijk te maken. Daarnaast hebben zowel lesgevers als studenten de mogelijkheden van digitaal onderwijs ontdekt en zou het zonde zijn om hier verder niets meer mee te doen als deze crisis achter de rug is. Het lijkt mij dan ook nuttig om deze ervaringen waar mogelijk te integreren in de gewone lesvormen, onder meer om werkstudenten te helpen.

Dat er een eenvoudiger systeem komt voor vooral de online lessen. Door de coronacrisis worden er verschillende platformen gebruikt voor les. Als dit later wordt geëvalueerd (met inspraak studenten) kan er mogelijk één platform worden aangewend ipv veel verschillende.

Als een manier om studenten die niet tot bij de lessen geraken, zoals jobstudenten of mensen met een beperking, niet te benadelen. Lesgevers kunnen de opnames enkel voor hen ter beschikking stellen als ze vrezen dat hier misbruik van gemaakt zou worden door andere studenten. In tijden zoals nu is dit trouwens de enige manier om ook les te blijven geven dus is het echt wel belangrijk.

Digitaal onderwijs moet een volwaardige optie worden maar zeker geen vervanging voor mensen die wel verkiezen om naar de les te komen of zich dit kunnen permitteren. Deze digitale tools moeten benut worden, vooral voor de studenten die hier nood aan hebben die bijvoorbeeld door een ziekte weinig naar de les kunnen komen, dit zou ook voor mensen met een fysieke beperking een handig alternatief zijn, zodat zij geen onnodig lastige of verre verplaatsingen moeten doen, enzovoort.

Digitaal onderwijs is onze toekomst, maar het mag niet de volledige gang van zaken veranderen door alles te digitaliseren. Het moet een optie blijven maar geen oplegging (naar de studenten toe).

Ik denk dat er in de toekomst meer moet worden ingezet op digitaal lesgeven (zoals nu in de coronacrises), lesopnames of kennisclips van moeilijke leerstof.

Niemand oppert dat digitaal onderwijs het regulier onderwijs volledig moet vervangen. Dit is echter wel het voornaamste argument dat proffen aanhalen om zich tegen een digitalisering te verzetten. Zij staan er echter niet bij stil dat voor een grote groep studenten (die bvb lang moeten pendelen en misschien niet de financiële mogelijkheid tot een kot hebben; werkstudenten; studenten die langdurig ziek zijn) het bijwonen van alle lessen helemaal niet vanzelfsprekend is. De digitalisering vindt overal plaats en de universiteit hiervan weg willen houden, is onhoudbaar op lange termijn. We zouden dus concreet moeten zoeken hoe deze omschakeling te omarmen en ondertussen motivatie om naar de lessen te komen hoog te houden.

We kunnen heel veel leren uit de huidige maatregelen en alternatieven die hierdoor uit de bus komen. Het is belangrijk om niet alleen een inventaris te maken van deze digitale alternatieven, maar deze achteraf ook gepast te evalueren en in het achterhoofd te houden wanneer een student door ziekte bijvoorbeeld de les fysiek niet kan bijwonen.

/

Ik zie onderwijs steeds sterker gedigitaliseerd worden. Dat is nodig, want de rest van de wereld wordt ook steeds meer gedigitaliseerd (door globalisering en flexibilisering) en dan kan het onderwijs niet achterblijven (toch niet als zij een voldoende geschoolde groep studenten de wereld in willen sturen). Dat wil zeggen dat er steeds meer zal moeten ingezet worden op digitale geletterdheid en online accessibility. Ook zal het onderwijs constant moeten innoveren om de globale vernieuwingen bij te kunnen houden en zich zo te profileren als kwaliteitsvol onderwijs. Ook in ICT-structuur zal blijvend moeten geïnvesteerd worden.

Dit is best een moeilijke, maar ik denk wel dat na deze pandemie de wereld heel anders gaat kijken naar het internet en haar mogelijkheden. Ouders gaan niet zo snel meer zeggen dat de gsm of de pc te veel gebruikt wordt, denk ik. Volgens mij zal er veel meer worden ingezet op cursussen om proffen online te leren lesgeven en verder zullen er waarschijnlijk meer opnames worden gemaakt, aangezien op die manier iedereen beter voorbereid is indien er nog zoiets zou komen. Enerzijds hoop ik alleszins dat papier nog lang een optie blijft, sorry boompjes I love you, maar ik ben zo’n studente die nog altijd het beste leert met real life lessen en eigen notities. Anderzijds zie ik er wel de voordelen in, vooral het winnen van tijd door nergens naartoe te moeten gaan, of ja mogen gaan. Jezelf moeten leren motiveren en beter leren kennen. Het zorgt sowieso wel voor een nieuw soort zelfstandigheid.

Digitaal onderwijs mag zeker niet de norm worden. Uiteindelijk moet echt contact tussen docent en student de norm blijven. Wel is het belangrijk dat er een digitaal alternatief is. Het zou goed zijn als de meeste lessen worden opgenomen zodat mensen die de les onverhoopt niet kunnen bijwonen of ziek zijn deze na kunnen kijken.

Digitaal onderwijs is sowieso handig en we moeten daarmee overweg kunnen om bijvoorbeeld de coronacrisis te overbruggen, maar ik blijf een grote fan van les en examens on campus, met de directe interactie tussen docent en student.

Degelijk digitaal onderwijs zal en moet er komen, maar dit vergt de nodige inspanningen. Zo zal er moeten geïnvesteerd worden in het omzetten van de huidige (vaak verouderde) cursussen naar online leerpaden.

Ik zie dat we op dit moment veel te weinig gebruikmaken van de mogelijkheden die er voorhanden zijn. Ik ben voorstander dat er altijd een fysieke lesgever ter beschikking is, maar vele zaken (zoals colleges ex cathedra) kunnen perfect opgenomen worden zonder dat fysieke aanwezigheid verplicht is. Voor studenten (bv. met een auditief geheugen) is het dan ook beter dat ze deze opnames bij het studeren nog meerdere keren kunnen bekijken.

Digitalisering en met name lesopnames zijn zeker een meerwaarde en de uitbreiding hiervan ook. Voor studenten die om welke reden dan ook niet naar de les kunnen of willen komen, biedt dit een goed alternatief. Toch vind ik het belangrijk dat fysieke aanwezigheid en mogelijkheid tot interactie tussen studenten en docenten essentieel blijft. Zowel met het oog op het vermijden van isolement als op het stimuleren van inhoudelijke debatten.

Ik vind het moeilijk om daar een gericht antwoord op te geven zowel voor de hele UGent als voor de faculteit specifiek, maar ik zie het als een goede mix tussen digitale vormen en methoden waarbij je op de campus aanwezig bent. Digitaal lesgeven kan bijvoorbeeld sowieso een oplossing bieden voor de gevallen waarin een groep studenten te groot is voor de beschikbare ruimte. Anderzijds is het wel nog altijd belangrijk om sociaal contact te onderhouden en rechtstreeks te kunnen communiceren. De wereld speelt zich niet alleen af op een scherm.

Dankzij de plotselinge veranderingen die we hebben moeten ondergaan door de huidige crisis, is er op dit vlak heel wat extra kennis opgedaan. Voor zowel de lesgever als de student was dit een ideaal leermoment, dat veel opties heeft geopend voor de toekomst. Niet alleen op vlak van de lesopnames, maar vooral op extra mogelijkheden is er vooruitgang. Elke prof heeft kennis gemaakt met bijvoorbeeld de voordelen van de discussiefora op Ufora.

Er zullen na deze crisis wel veranderingen komen. Ik denk dat er meer ingezet gaat worden op online cursussen, door lesopnames.

Ik zou het onderwijs willen verbeteren door een grondige herziening van de SIMON-test. Dat instrument wordt al een aantal jaar gebruikt, maar toch is gebleken dat dit niet altijd efficiënt is. Zeker nu er gesproken wordt over het invoeren van niet-bindende oriëntatieproeven, is dit een uitgelezen kans om dit probleem aan te pakken.

 Door de studiekost van sommige opleidingen te verlagen (mogelijk door digitalisering).

Zorgen voor minder overlappingen tussen keuzevakken en verplichte vakken zodat studenten zonder zorgen hun favoriete keuzevakken kunnen volgen.

Geregeld enquêtes blijven afnemen over de proffen en hun lesmethode en cursus, bij de studenten, ook al wordt dit reeds gedaan. Dit lijkt me nog altijd de meest betrouwbare en efficiënte manier om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen.

De deadlines, binnen een vakgroep een lijst opmaken van alle deadlines en die op elkaar overeenstemmen. Zodat de studenten zich beter kunnen voorbereiden en het werk kunnen verspreiden zodat er geen te hoge werklast is.

Met studenten face to face spreken over hoe zij het onderwijs aan de faculteit ervaren. De onderwijsevaluaties doen al veel maar wanneer stuvers een meer persoonlijke band met de studenten nastreven, kunnen feedback, klachten en suggesties veel beter gecommuniceerd en aangepakt worden.

Ik wil volgend jaar extra hard inzetten op een optimale wisselwerking tussen de facultaire studentenraad en de OC-stuvers. Door het samenbrengen van ervaring en studenten die rechtsteeks deelnemen aan de vergaderingen van de opleiding kunnen we manieren uitdenken om de bezorgdheden van de studenten zo goed mogelijk te verzamelen en deze vervolgens op een gepaste manier bij alle relevantie partijen aan te brengen.

/

Cursussen moeten regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd worden, zodat ze kunnen blijven inspelen op actuele maatschappelijke noden en wensen. Zo kan men voorkomen dat vakken verstarren en ervoor zorgen dat de vakken een meerwaarde blijven bieden aan zowel de academische als professionele carrière van de studenten. Die vakken moeten ook onderling vergeleken worden, om nodeloze herhaling te vermijden.

Zoveel mogelijk zorgen voor interactie en inzetten op kleinere groepen, daardoor zijn mensen sneller geneigd om de vragen te stellen die ze anders niet stellen en is er meer aandacht voor de kwaliteit van de lessen.

Ik vind flexibiliteit heel belangrijk. Door middel van digitalisering kunnen we ervoor zorgen dat studenten die door omstandigheden moeilijk de lessen in het echt kunnen bijwonen, de kans hebben die thuis te bekijken.

Meer aandacht voor taalkennis. De UGent zou meer ondersteuning moeten bieden op het verbeteren van academische taalvaardigheid in het Engels en Frans.  

Sommige syllabi kunnen veel overzichtelijker gemaakt worden. Een betere onderlinge controle tussen proffen is gewenst.

Meer activerende werkvormen die voor persoonlijke begeleiding zorgen.

Vakken evalueren is wel een mooie maatregel, maar vaak wordt vergeten om eens opleidingen in hun geheel te evalueren. Het kan bijvoorbeeld al een mooi initiatief om semesters te evalueren wat betreft de werklast (bv. een jaar met een zeer zwaar semester en een extreem licht semester is sowieso geen gezond jaar). Ook moet er genoeg plaats zijn voor studenten om zichzelf te kunnen profileren binnen een algemene richting met behulp van minors / keuzetrajecten.

Een grotere focus op de ontwikkeling van het onderbouwd innemen, beargumenteren en verdedigen van maatschappelijke standpunten.

Voor onze faculteit: de fijne samenwerking en goede communicatie aanhouden.

Ik zou meer tussentijdse tests willen leggen, zonder punten. Op deze manier ondervind je aan welke delen je nog wat moet bijwerken en wen je aan de individuele vraagstelling van elke prof.

Meer feedback en contact tussen studenten en professoren.

Beide.

Kwaliteitsvol onderwijs is een van de hoekstenen van de UGent. Het kan dan ook niet de bedoeling zijn om aan kwaliteit in te boeten om zoveel mogelijk studenten te laten slagen. Toch moet de universiteit toegankelijk blijven voor iedereen en mag de nadruk dus niet liggen op het laten excelleren van maar een beperkt aantal studenten. Naar mijn mening moet er een balans gevonden worden tussen kwalitatief hoogstaande opleidingen die de mogelijkheid bieden aan de studenten om zich in hun eigen tempo te ontplooien.

 Beiden.

Het is natuurlijk de bedoeling om zoveel mogelijk studenten te doen slagen, maar ook om studenten aan te moedigen om te excelleren.

Beiden.

Studenten moeten zo goed mogelijk voorbereid en geholpen worden om te kunnen slagen, zonder dat de moeilijkheid en kwaliteit van de opleidingen in het gedrang komt. Hoewel het aantrekkelijk is om te focussen op de meerderheid, mogen we andere studenten zeker niet vergeten die hierdoor op hun honger blijven zitten. Aangepaste programma’s, extra uitdagingen kunnen helpen indien zij hiervoor openstaan.

Beiden zijn belangrijk volgens mij.

Slagen is belangrijk, de bedoeling van een universiteit kan niet zijn om het de studenten moeilijker te maken. Het is wel de bedoeling dat een student slaagt wegens zijn/haar inzichten, capaciteiten en toewijding, niet enkel om te slagen, dat zou jammer zijn. Maar naargelang de richting een student uit wil, kan excelleren best een rol spelen en noodzakelijk zijn. Het lijkt me dan ook het best om een goede balans hiertussen op te bouwen.

Beiden

Als studenten zich willen excelleren, moet de faculteit hun hierin bijstaan en steunen/helpen (zoals naar congressen gaan). Maar ook het slaagpercentage van het aantal studenten mag niet uit het oog verloren worden.

Beiden.

Beiden zouden hand in hand moeten gaan in plaats van als tegengestelden geponeerd te worden. Kwaliteitsvol onderwijs zou zich moeten aanpassen aan de behoeften van de studenten. Het is niet de bedoeling om studenten om te vormen tot een opgeleide elite en iedereen die niet aan die vereisten voldoet, afstraffen met slechte punten. Aan de andere kant zou onderwijs geen nut meer hebben wanneer het voornaamste doel is om studenten formeel te laten “slagen”. De universiteit zou zich flexibel moeten opstellen zodat elke student z/haar persoonlijk potentieel ten volle kan verwerkelijken door middel van onderwijs op maat van de student ipv studenten op maat van het onderwijs.

Beiden

Het antwoord op deze vraag is voor de hand liggend en uiteraard streven we ernaar dat zoveel mogelijk studenten hun studies zo goed mogelijk kunnen afronden. We moeten hen daarnaast echter ook de kans geven om te excelleren op die vlakken die ze zelf opzoeken, hetzij via permanente vorming of honours programma’s, hetzij door zich te engageren binnen een studentenraad, studentenvereniging, buddy programma etc.

/

Beiden.

De universiteit moet toegankelijk blijven voor iedereen, iedereen moet een kans krijgen. Als men inzet op het excelleren van enkelen, dreigt de universiteit een elite-gebeuren te worden. Dat moet vermeden worden, niet alleen omdat ik vind dat iedereen een kans verdient, maar ook omdat de universiteit een groot genoege, geschoolde groep studenten op de werkmarkt moet kunnen vrijlaten. Toch is het zeker niet de bedoeling om zo veel mogelijk mensen te laten slagen. Een diploma moet je nog altijd verdienen. Als iedereen er zomaar de hoeken vanaf kan lopen, zal ook de waarde van een behaald diploma erop achteruit gaan en zullen de studies minder kwaliteitsvol kunnen zijn.

Voor mij moet de nadruk liggen op het zo veel mogelijk laten slagen van studenten.

Uiteraard moeten de ‘excellente’ studenten ook worden uitgedaagd, maar ik vermoed dat de meeste van hen zelf die uitdagingen wel zoeken in bijvoorbeeld de honourprogramma’s. Als er wordt ingezet op beter onderwijs, zullen er meer studenten slagen en dat is uiteraard beter voor zowel de UGent, de maatschappij en de studenten zelf die dan sneller en bekwamer op de werkvloer terecht komen.

Beiden.

Ik vind vooral dat de faculteit moet streven naar kwaliteitsvol onderwijs en tegelijk voldoende ondersteuning moet bieden aan studenten.

Beiden.

Ik denk dat het iets genuanceerder ligt dan hier gesteld wordt. Onderwijs is niet zwart/wit. Uiteindelijk zou het uitgangspunt van hoger onderwijs moeten zijn: zorgen dat een elke student zich maximaal ontplooit en hem of haar zoveel mogelijk bagage en kansen geven. Dat betekent niet dat de standaard niet hoog gelegd mag worden. Er mag zeker ook gestreefd worden naar excellentie, maar de ontplooing van de student moet altijd voorop blijven staan.

Beiden.

Ik vind dat het niveau niet drastisch mag verlagen door zwakkere studenten. Er is nog altijd een niveau dat men moet halen om een diploma te ‘verdienen’. Een stom voorbeeld; niemand wil geopereerd worden door een ‘halve’ chirurg. Aan de andere kant is het ook niet nodig dat elke afstuderende student ‘excelleert’. Dat is gewoon niet realistisch.

Een vreemde vraag. De focus moet liggen op het bieden van kwalitatief en hoogstaand onderwijs. De rest volgt vanzelf.

Beiden

Ik zou het eerder het excelleren van zo veel mogelijk studenten noemen. Er zal altijd wel een onderscheid zijn tussen gemotiveerde en minder gemotiveerde studenten. De universiteit is uiteindelijk een plaats waar vele studenten zichzelf echt leren kennen en tijdens hun studies ontdekken welke kennis en vaardigheden ze later willen omzetten in hun persoonlijk en professioneel leven. Elke student moet de mogelijkheid hebben om zich te kunnen profileren binnen de opleiding. Het is vooral belangrijk dat studenten afstuderen in een kwalitatieve richting waarmee ze op professioneel vlak (wat het ook moge zijn) iets zijn. Daarmee is het ook belangrijk dat studenten de mogelijkheid moeten hebben om zich te heroriënteren wanneer dat nodig zou zijn.

Beiden.

 Het is een doelstelling om toegangsdrempels om te studeren te vermijden, eerder dan zoveel mogelijk studenten te doen slagen. Door een lage toegangsdrempel aangevuld met een gediversifieerd aanbod kan de ontplooiing van talenten voor zo veel mogelijk studenten nagestreefd worden.

 

Beiden.

Ik vind dat iedereen een eerlijke kans verdient om zichzelf te ontwikkelen. Wil je daarbij dan op de sterren mikken, dan is het mooi dat zoiets kan. Heb je andere ambities en doelen (al dan niet op andere vlakken van je leven) dan is dat minstens even mooi en evenveel waard.

Beiden.

Het is belangrijk dat iedereen de kans heeft om te studeren en deze kans niet wordt ontzegd door ongelijkheid. Wie daarnaast graag hoger wil mikken moet hiervoor ook mogelijkheden vinden, zoals bijvoorbeeld al kan in de honoursprogramma’s.

Beiden.

Alle studenten verdienen ondersteuning en er moet natuurlijk uitdaging zijn. Deze uitdaging moet een perfecte balans zijn om de excellerende studenten toch te boeien en het toch nog haalbaar te maken voor andere studenten.  

Akkoord.

Ik vind dat iedereen de kans moet krijgen om aan de universiteit te studeren en ben dan ook een voorstander van democratisch onderwijs. Ik denk dat het nuttig kan zijn om de kosten van het studiemateriaal te herbekijken, omdat ik merk dat er daar zeker ruimte is voor verbetering. Het vermijden van onnodige kosten kan een zeer groot verschil maken.

Akkoord.

Voor sommige studierichtingen liggen de kosten voor bijvoorbeeld boeken redelijk hoog. Dit kan voor beginnende studenten afschrikwekkend werken, iets dat moet veranderen.

Neutraal.

Als we kijken naar andere landen, mogen we onszelf wel gelukkig prijzen dat we met dit bedrag kwalitatief onderwijs krijgen. Desalniettemin wordt de prijs wel hoger en er zijn mensen die net geen studiebeurs kunnen krijgen. Voor hen is het echt nodig dat zij ondersteund worden, zodat ook zij nog steeds kunnen studeren.

Neutraal.

Dit hangt van vak tot vak af en van student tot student. Dit is een van de thema’s waarover ik meer zou willen onderhandelen en afwegen wat mogelijk is. Sommige boeken of ander leermateriaal zou bijvoorbeeld perfect online te verkrijgen of delen zijn (eerst auteursrechten nakijken natuurlijk). Soms is het leermateriaal niet noodzakelijk om aan te kopen en wordt het eerder als lokmiddel gebruikt om naar de les te komen (omdat de ppt’s bijvoorbeeld niet online komen), wat helemaal niet ok is en in een bepaalde zin discriminerend. De studiekost is al redelijk verlaagd doorheen de jaren maar er zijn nog extra alternatieven die we zouden kunnen uitspelen.

Neutraal.

Er zijn zaken zoals studietoelage/beurzen die helpen om mensen te laten studeren. Bovendien heeft onze faculteit ook een tweedehandsboekenverkoop platform om zo goedkoper aan boeken te geraken.

Akkoord.

Hoewel veel studenten geen probleem ondervinden met het betalen van de studiekosten, bevindt niet iedere student zich in diezelfde geprivilegieerde positie. Dit betekent niet dat studeren een privilege zou mogen zijn. Onnodig studiemateriaal dient niet verkocht te worden door proffen want veel studenten blijven met de bezorgdheid zitten dat wanneer ze dit niet aankopen, ze een stap achter zouden blijven op de rest. Studiemateriaal dat wel nodig is, dient al zeker niet verkocht te worden in de vorm van een boek of syllabus wanneer het mogelijk is om dit materiaal online te voorzien. Wat al zeker niet kan, is online studiemateriaal niet tijdig online zetten zodat studenten genoodzaakt zijn om je veel te dure syllabus met ppts aan te kopen. (Ja, eerstejaars studenten weten wel over wie ik het heb.)

Akkoord.

Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de lesgevers er zo goed mogelijk proberen op toezien dat ze hun studiemateriaal niet te duur uitkiezen, ben ik wel van mening dat er verbetering mogelijk is. Zo kunnen lesboeken die niet volledig gebruikt worden ingescand worden en op Ufora geplaatst worden. Toch is de eerste stap die we voor dit dossier moeten nemen een inventaris maken van de huidige studiekosten per opleiding en op zoek gaan naar de oorzaken hiervan. Voor de opleiding taal- en letterkunde ben ik hier reeds mee begonnen.

/

Neutraal.

Onze studiekosten liggen zeker niet te hoog, toch als men ze vergelijkt met andere landen. Toch zie ik ruimte voor verbetering. Zo is het aanschaffen van boeken een dure bedoening die niet voor iedereen even evident is.

Akkoord.

Als je bedenkt hoeveel de gemiddelde Vlaming verdient en dat het inschrijvingsgeld dan nog zonder de kost voor boeken en kopieën zijn, vind ik dat eigenlijk wel echt erg. De rijkere mensen hebben er vermoedelijk weinig problemen mee, de armste worden geholpen met een studiebeurs, maar de middenklasse wordt er het meest mee getroffen. Bovendien wordt de kost enkel hoger als je een vak meepakt, waardoor er soms extra onvoorziene kosten bijkomen.

Akkoord.

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een beurs zijn volgens mij nog te streng.

Akkoord.

Studeren zou gratis moeten zijn. Een gebrek aan geld zou iemand nooit mogen verhinderen Hoger onderwijs te volgen.

Niet akkoord.

Als je onze studiekost vergelijkt met die van andere landen, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, dan is dat van ons heel democratisch. Ik begrijp dat het nog altijd moeilijk is voor sommige studenten om dit te betalen, maar daarvoor bestaan er gelukkig studiebeurzen.

Niet akkoord.

De studiekost zit goed, ook voor de degenen met minder financiële middelen. Zo ligt het inschrijvingsgeld voor beursstudenten op 110 euro en hebben de meesten recht op een beurs van vaak 2000 euro. Een Scandinavisch of Duits model waar inschrijvingsgeld gratis is, maar koten en studenthomes nog duurder zijn dan hier lijkt me ook geen verbetering.

Neutraal.

Zelf ben ik van mening dat vele studenten nog niet de juiste weg vinden naar de mogelijkheden van een beurs. Vaak is die kost dan ook veel draaglijker. Toch denk ik dat beurzen niet alles omvatten en voor mensen die ook met een beurs de studiekost niet kunnen dragen, de mogelijkheid moeten hebben om de kost te bekijken. Dit verschilt natuurlijk ook van student tot student.

Niet akkoord.

In het algemeen in België, maar sociale correcties (beurzen, betaalbare studentenhuisvesting…) zijn extreem belangrijk om de toegankelijkheid tot een opleiding voor iedereen te garanderen.

Niet akkoord.

Ik heb getwijfeld om neutraal te zetten, maar ik weet niet goed of de studiekost veel lager kan. De gemeenschappen zetten sterk in op onderwijs en proberen elk jaar het bedrag zo eerlijk en betaalbaar mogelijk vast te stellen. Het is een grote uitgave, maar weet ook dat je daarmee investeert in je universiteit zodat die kennis in gepaste werkvormen aan jou kan aanbieden. Je investeert met andere woorden in jezelf.

Neutraal. Er worden al zeer veel inspanningen geleverd om de kosten waar mogelijk zeer laag te houden. Toch blijf ik het jammer vinden dat er voor bepaalde vakken boeken moeten aangekocht worden waarin uiteindelijk slechts enkele pagina’s nuttig blijken te zijn.

Neutraal.

De studiekost in België valt relatief goed mee. Er zou wel meer steun mogen zijn voor mensen die minder middelen hebben om verder te studeren.

Rechtreeks contact met studenten is van essentieel belang en het is belangrijk dat vooral campus Mercator hierbij niet vergeten wordt. In eerste plaats kan een nauwere samenwerking met VETO er mee voor zorgen dat er een betere interactie komt met de studenten op campus Mercator, zodat ook zij meer betrokken worden bij facultaire aangelegenheden.

Vergaderingen laten afwisselen tussen de campussen en hier ook alle acties houden die in de Blandijn georganiseerd worden.

Hiervoor zou ik liever eerst eens overleggen met stuvers van campus Mercator zelf, om tot oplossingen of andere ideeën te komen die zowel voor campus Mercator als de Blandijn te doen zijn.

Vergaderingen of activiteiten organiseren op de campus. In het begin van het jaar een soort van kennismakingsactiviteit te organiseren op campus Mercator of een eetverkoop te organiseren. Zodat wij zichtbaarder worden op Mercator en hun kunnen bereiken.

Hoewel het betrekken van campus Mercator enorm belangrijk is en ik vooral heb vernomen dat op dit vlak nood is aan betere communicatie naar hen toe, zit ik graag persoonlijk samen met de studenten van die campus zelf om samen tot concrete oplossingen te komen.

Als voorzitter heb ik me dit jaar maximaal ingezet om studenten toegepaste taalkunde zo goed mogelijk bij onze werking te betrekken. Zo hebben we een algemene vergadering op Mercator gehouden, hebben we daar een banner geplaatst en hebben we er een volledige dag gestaan voor de koffiekoekenactie. Op dat moment hebben we veel studenten kunnen aanspreken en uitleg kunnen geven over onze lopende projecten en dossiers. Ik ben dan ook meer dan verheugd om te zien dat een aantal studenten TTK zich kandidaat hebben gesteld voor de faculteitsraad. Ik hoop dat we de huidige initiatieven volgend jaar minstens even goed kunnen verderzetten.

/

Bij acties en peilingen is het belangrijk om zelf naar campus Mercator te gaan, zodat ook zij op de hoogte blijven van alles wat gebeurt, zelf een stem kunnen hebben en de Stuvers zien (en weten dat ze vertegenwoordigt worden). Aangezien samenwerking een belangrijk punt voor me is, vind ik het vanzelfsprekend dat zowel de studenten op campus Mercator als Blandijn zo veel mogelijk betrokken worden.

Ik denk dat het een goed idee is om VETO en Blandinia evenementen wat meer te mixen om zo te maken dat er meer communicatie is tussen die verenigingen en zo ook de studenten. Verder zou het misschien handig zijn om de proffen wat meer met elkaar in contact te brengen, aangezien vele proffen van de Blandijn en van Mercator dezelfde interessegebieden delen. Tot slot is er meer nood aan informatie-uitwisseling tussen de campussen op vlak van levenslang leren. Een vriendin van mij doet een master Vertalen en wist totaal niets af van de Discovering Linguistics lezingen of de literaire duetten enz. Meer brochures en posters dus ook.

Ik ben hier nog niet goed van op de hoogte, maar wil graag luisteren naar wat de studenten veranderd zouden willen zien.

Omdat deze studenten op een andere campus zitten is het heel belangrijk dat we extra hard ons best doen om ook te zorgen dat deze studenten vertegenwoordigd worden. We moeten zorgen dat we voor deze studenten bereikbaar zijn zoals we dat ook voor andere LW-studenten zijn door ons simpelweg meer in campus mercator en haar studenten te verdiepen en meer met hen in contact te komen.

Ik studeer zelf aan deze campus, dus ik probeer in ieder geval zoveel mogelijk de belangen van de studenten aan deze campus te verdedigen. Ik voel zelf wat de studenten hier bezighoudt en neem het mee naar de raad.

Ik zal het anders verwoorden: campus Mercator (Toegepaste Taalkunde) mag ons niet vergeten. Als student Taal- en Letterkunde heb ik weinig contact en inzicht in de actuele problemen van de richting Toegepaste Taalkunde, dus moeten we als studentenvertegenwoordiger handelen op basis van de opinies van deze studenten en stuvers. Zelf denk ik dat we met StuArt gemakkelijk bekendheidsacties en vergaderingen kunnen laten plaatsvinden in Campus Mercator.

Hiermee ben ik als eerstejaar nog niet in aanraking gekomen.

In samenspraak met de Stuvers van de richtingen op Mercator! Op die manier kunnen we samen denken aan iedereen met mensen die de specifieke noden en details van de campus kennen.

Zelf een mercatorstudent zijnde, kijk ik ernaar uit mijn campus hierin een stem te geven. Ik vind het belangrijk acties, vergaderingen etc. niet alleen op Blandijn, maar ook op Mercator te laten plaatsvinden.

Contact houden met de studentenkring VETO en meer naar de studenten toegaan.

De educatieve master staat nog in zijn kinderschoenen en dus zijn er nog heel wat problemen die aangepakt moeten worden. Ik zit zelf niet in de educatieve master en spreek dus niet uit eigen ervaring, maar ik hoor van mijn medestudenten dat er vooral heel veel onduidelijkheden zijn in verband met vakken en stages die aangepakt moeten worden. Wat de eduma Taal- en Letterkunde betreft, hoor ik dat de verschillende talen niet voldoende op elkaar afgestemd zijn. Dit zijn alvast twee werkpunten waar verbetering mogelijk is, maar het zijn zeker niet de enige.

De werklast voor de eduma ligt vrij hoog, dus mogelijk dat dit een punt van verbetering is.

De stagevakken moeten meer afgestemd worden op de gewone theorievakken. Wat zeker kan helpen is om de educatieve master voor onze richtingen organisatorisch meer over te laten aan onze faculteit in plaats van vooral aan de psychologie en pedagogische wetenschappen. Nu verliezen we daardoor de voeling met de studenten die de educatieve master volgen.

Hier heb ik voorlopig geen commentaar op (wegens onvoldoende info hierover).

Ik denk vooral dat er moet geluisterd worden naar zowel studenten als proffen. En zoeken waar de problemen zitten, zoals de hoge werklast of vele deadlines. Dit jaar zijn er heel wat studenten gestopt na het eerste semester. Het is belangrijk om bij deze studenten te polsen waarom ze zijn gestopt of veranderd van richting. Er zijn dit jaar al gesprekken met de OC, er is een beleidsmedewerker aangesteld door StuArt. Dit moet zeker opgevolgd blijven en verder geëvalueerd worden.

Gezien de EduMa vooral op facultair niveau geregeld wordt, heb ik hier voorlopig, als OC-stuver, weinig zicht op. Dit is echter een enorm belangrijk punt gezien dit de studenten zijn die de generatie van morgen zullen klaarstomen om onze maatschappij (en misschien de universiteit) met een kritische blik tegemoet te treden.

Voor we iets willen verbeteren, hebben we een duidelijk zicht nodig op de huidige problemen en pijnpunten. We hebben reeds een pilootproject gelanceerd bij taal- en letterkunde en toegepaste taalkunde om deze in kaart te brengen en om in dialoog te gaan met de clustercoördinatoren. De lessen die we hieruit getrokken hebben nemen we dit jaar nog mee om ook de andere opleidingen te bevragen. Dit is een belangrijk en omvangrijk dossier en moet volgend jaar zeker en vast verder opgevolgd worden.

/

Ik heb vooral ervaring met het educatieve traject (aangezien ik daar zelf ook in zit). Een groot verbeteringspunt ligt vooral in duidelijkheid (en dus in zekere zin communicatie). Er wordt vaak verwacht dat studenten hun plan trekken, maar dat is niet altijd vanzelfsprekend. Hoewel het op zeker hoogte nodig is dat studenten een zekere zelfstandigheid kweken, mag een gebrek aan duidelijke informatie niet voor extra stress zorgen en is het ook niet de bedoeling dat naar basisinformatie gevraagd moet worden. Ook de werkdruk ligt vrij hoog, heb ik de indruk. Ik denk dat een groot probleem ligt bij het feit dat de EduMa over meerdere opleidingen verspreid is en meerdere trajecten (zo is er een educatief traject, educatieve master en verkorte educatieve master). Er wordt duidelijk een poging gemaakt enige duidelijkheid te scheppen, maar er is nog steeds te weinig eenduidige, opleidingsspecifieke informatie. De EduMa is nog te veel all over the place, waardoor veel studenten sukkelen met het vinden van informatie die voor hun traject en studies concreet van toepassing zijn.

Eerst en vooral ben ik al geen al te grote fan van de educatieve master, aangezien ik het net goed vond dat je als student je traject min of meer volledig kon afronden vooraleer je die stof leert doorgeven aan anderen. Ik denk vooral dat de educatieve master er te snel is gekomen, zonder genoeg nadenken over wat de studenten wilden. Vele studenten waren begonnen aan een studie met het oog op de SLO (rip) en dat is nu weggevallen. Qua verbetering hoor ik vooral dat de lesuren soms tot half negen ’s avonds zijn, wat ik echt wel heel laat vind, vooral voor pendelaars. Ik zou dus allereerst zeker nog eens goed bekijken om die studenten een beter lessenrooster te geven, daarna kan er worden gekeken naar resultaten van enquêtes voor verdere verbeteringen.

Daar heb ik nog onvoldoende ervaring mee. Ik denk dat een meer flexibele academiekalender wat meer ruimte zou kunnen bieden aan de studenten, maar ook hier moet er eerst met studenten uit de hogere jaren en betrokken docenten worden gesproken.

Ik heb te weinig dossierkennis om hier iets over te kunnen zeggen. Maar ik ben zeker van plan me hier in de toekomst in te verdiepen.

Ik heb hier als eerstejaarsstudent eerlijk gezegd geen idee van. Ik wil wel graag horen wat daarover de bezorgdheden zijn.

De educatieve master staat nog maar in zijn kinderschoenen. Er is nog veel ruimte voor verbetering. Het geluk is nu dat er studenten zijn die deze richting volgen. Aan hun moeten we deze vraag stellen. Enkel zij hebben een reëel beeld van hoe het kan verbeteren.

Vaak hoor ik dat de educatieve master chaotisch ingedeeld is. Er moet sowieso meer structuur komen in bv. wanneer studenten welke vakken kunnen opnemen. Daarbovenop moet verplichte aanwezigheid voor de algemene vakken van de eduma, afgeschaft worden en studenten altijd toegang hebben tot lesopnames. Ook kan het geen kwaad om de vakken wat betreft de semesterverdeling eens te herbekijken en eventueel bij te schaven. Zelf studeer ik nog niet de educatieve master, dus stel ik zeker voor dat studenten in de educatieve master hun opleiding grondig en kritisch evalueren.

Hiermee ben ik als eerstejaar nog niet in aanraking gekomen.

Ik volg zelf niet het keuzetraject ‘onderwijs’ waardoor ik minder goed zelf weet hoe alles precies aanvoelt en vlot binnen het traject. Ik denk dat hiervoor best overlegd wordt met de studenten die het keuzetraject en de Master volgen, zodat zij kunnen aanduiden waar de knelpunten liggen en hoe we die kunnen omzetten in sterke punten.

De stage en studies lijken op dit moment nog te moeilijk te combineren, dit zou beter moeten ingepland worden.

De planning van de stages beter inrichten om de werklast een beetje te drukken.