Schrijver Guido van Heulendonk heeft naar eigen zeggen niet echt een "sentimenteel verleden" met Gentse studentencafés, maar de Vooruit belichaamt voor hem wel zijn schrijverschap.
Zo werd er in 1995 zijn bekendste boek 'Paarden zijn ook varkens' voorgesteld dat later bekroond werd met de Gouden Uil. "Dat is fijn natuurlijk, als erkenning. Het duwt je verkoop direct naar een grotere hoogte." Nochtans zag het er na zijn opleiding Germaanse filologie niet naar uit dat hij schrijver zou worden. Toen Guido van Heulendonk afstudeerde, begon hij een carrière in het onderwijs en geraakte verknocht aan de gitaar. Hij speelde eind jaren 70 in een amateursduo dat 'Oasis' heette. "Een jeugdzonde. We wachten nog steeds op royalties van Liam en Noel Gallagher", lacht van Heulendonk, die eigenlijk Guido Beelaert heet.
"Als schrijver kunnen alle maskers afvallen"
Het pseudoniem vond hij nodig als barrière tegen het lesgeven. "Alles wat Mariken van Nieumeghen oversteeg, kon wel riskant gevonden worden door mijn toenmalige directie. Ik vond het dus veiliger om toch een heel klein schermpje tussen die twee levens op te trekken. Ik denk niet dat ik het nu nog zou doen, maar eenmaal ermee begonnen, zit je eraan vast. Ik had ook wel een poëticaal motief. In de samenleving ben je verplicht tot een rollenspel. Als schrijver kunnen alle maskers afvallen en word je dus toch een beetje een andere persoon."
Mooie jonge goden
De drang om te schrijven doofde gelukkig niet uit. Met Paul de Wispelaere als vertrouwenspersoon werd hij aangemoedigd om te publiceren - net zoals zijn jaargenoot Stefan Hertmans. Dat bleek achteraf zijn entree in de literatuur. "Ik ben gedebuteerd in de generatie van de zogenaamde 'Mooie Jonge Goden': Tom Lanoye, Herman Brusselmans, maar ik had eigenlijk meer contact met de oudere garde, al volg ik het wereldje niet fanatiek op. Ik ben niet het soort schrijver dat elk feestje afdweilt." Als schrijver is hij perfectionistisch. "Ik contacteer mijn uitgeverij alleen als ik vind dat er echt geen komma meer veranderd kan worden." Dat daar dan soms een periode van zes jaar inactiviteit tussen zit, lijkt zijn uitgeverij niet te deren.
"Ik ben niet het soort schrijver dat elk feestje afdweilt"
Of hij nu aan nieuw werk bezig is? "Jà." Hij zegt het met jongensachtig enthousiasme. "Ik had niet verwacht dat die 'ja' er nu zo raar zou uitkomen, maar tot mijn eigen verbazing ben ik een week geleden opnieuw begonnen", glundert hij. Wanneer dat boek het levenslicht ziet, weet hij niet, "maar als ik mijn vorige boeken als maatstaf neem, zal dat toch ongeveer een jaar duren."
Muze of maîtresse
Een recente worp, 'Barnsteen' (2010) gaat over een Gentenaar die het verleden van zijn verdronken moeder probeert te reconstrueren in Riga. Op die tocht ontdekt hij de parallellen tussen Letland en België, en wordt hij hopeloos verliefd op zijn onbereikbare stadsgids, Ineta. In wel meer van zijn romans zijn vrouwen vaak muze, en in mindere mate hoofdpersonage. "Ja, ik denk dat ik je wel gelijk moet geven. Als de vrouw optreedt in mijn romans, dan is ze vaak geïdealiseerd, maar in mijn verhalenbundel 'Aimez-vous les moules' heb ik evengoed een hoogbegaafd meisje als hoofdfiguur neergezet. Ik heb dus wel andere vrouwelijke registers verkend. Het is zeker moeilijker, maar terzelfdertijd ook uitdagender om vanuit die psyche te schrijven."
"Het is moeilijker, maar ook uitdagender om vanuit de vrouwelijke psyche te schrijven"
Een boek mag niet liegen
Aan wie hij schatplichtig is? "In mijn beginperiode zeker aan Kingsley Amis en Edgar Allan Poe, over wie ik mijn thesis schreef en rond wie mijn verhalenbundel 'De echo van de raaf' is opgebouwd. In Vlaanderen ook aan Willem Elsschot, en de vroege Jef Geeraerts. Niet die van de thrillers", verduidelijkt hij. "Wél die van de Gangreencyclus met zijn bezwerende lavastijl en de oneindige zinnen die geen punten kennen." Zelf zou hij zijn signatuur realistisch noemen: onnauwkeurigheden zijn uit den boze. "Ik heb dat zelf als lezer ook: als er fouten staan, en dat mag de futielste aangelegenheid zijn, dan verpest dat mijn lectuur al. Een boek mag niet liegen. In geen enkel opzicht: stilistisch, thematisch. Binnen de wereld die het creëert mogen er geen contradicties zitten. De auteur bepaalt de wetten, maar eenmaal hij ze vastgelegd heeft, moet hij zich daaraan houden. Vandaar dat ik niet echt wild word van magisch realisme."
Kommer en kwel
Een van de opvallendste motieven binnen zijn oeuvre is het perspectief van 'de mislukkeling'. Is mislukking dan per se boeiender dan succes? "Tegenslag is per definitie materie voor de literatuur. Als je de wereldliteratuur bekijkt - van Homerus over Shakespeare tot nu - gaat het altijd over kommer en kwel. Het is veel moeilijker om boeiend over iemand te schrijven die gelukkig is. Maar misschien maak ik het mijzelf te gemakkelijk (lacht).
"Geluk is een inspiratiebron om muziek te maken, niet om een roman te schrijven"
Als je je gelukkig voelt, ga je zelden de pen opnemen. Geluk is een inspiratiebron om muziek te maken, niet om een roman te schrijven." Dat hij zijn gedichten alleen aan zijn vrouw laat lezen, beschouwt hij niet als een mislukking. "Ik heb geen behoefte om als dichter naar buiten te komen. Ik adem alleen in het proza, en dat is al moeilijk genoeg."
Reactie toevoegen