In de Veldstraat staat een paleis. In dat paleis regeerde een koning honderd dagen lang. Een sprookje in het hart van Gent: Hotel d’Hane-Steenhuyse.
Het is waarschijnlijker dat je het gebouw al vele malen langsliep met je koopgrage blik gericht op etalages of op andere koopgrage blikken, dan dat je het gebouw in al haar glorie opmerkte. Dat is spijtig, want het 18e-eeuwse stadspaleis bezit, zoals de beste schoonheden, vorm én inhoud. Voorheen hidden in plain sight, maar vanaf 30 maart open voor het brede publiek op elke vrijdag, zaterdag en zondag van 14u tot 18u. Laat onze alledaagsheid buiten razen en stap de serene 19e eeuw binnen.
Louis-die-zwiet
Het majestueuze gebouw werd door drie generaties graven van de adellijke familie D'Hane de Steenhuyse gebouwd. Het paleis is dan ook een amalgaan van verschillende decoratieve en architecturale stijlen. Er zijn twee gevels: de in Lodewijk XV-stijl ontworpen hoofdgevel - die u waarschijnlijk telkens steevast succesvol negeert - ligt aan de Veldstraat en bevat zowel barok- als rococo-elementen. De achtergevel is in neoklassieke Lodewijk XVI-stijl. Anders dan de voorgevel heeft de achtergevel drie horizontale geledingen. Het gebouw bood door de jaren heen onderdak aan tal van bijzondere historische figuren. Zo was het paleis in de 19e eeuw vooral van nut voor het adellijke societygebeuren, met als hoogtepunt hiervan het verblijf van de uit Frankrijk verdreven koning Lodewijk XVIII. Hij was de broer van Lodewijk XVI, die samen met zijn vrouw Marie Antoinette door de jolige Fransen in de nasleep van de Frans Revolutie werden geguillotineerd. Samen met zijn hofhouding regeerde hij er in ballingschap voor honderd dagen, de tijd die Napoleon nodig had om vanuit zijn verbanning op het eiland Elba terug triomferend Parijs binnen te treden. Afgezien van een enorme entourage en onmetelijke rijkdom was de heerser ook gezegend met een fantastische eetlust. De Gentenaren die nieuwsgierig vanop straat het paleis binnenkeken, spraken dan ook over ‘Louis-die-zwiet’, wanneer de koning er soms urenlang enorme banketten naar binnen speelde en hierbij hevig transpireerde. Franse schrijver en politicus François René de Chateaubriand reisde mee in zijn gevolg. Nonchalant kunnen we nog enkele andere illustere gasten vermelden, zoals Talleyrand, Frans diplomaat die diende onder vier koningen en één keizer, Alexander I, tsaar van Rusland, John Quincy Adams, Amerikaans diplomaat en later president, en Willem I en II der Nederlanden.
De Pruikentijd
De ruimtes op het gelijkvloers hebben veeleer een representatieve functie. Het zijn salons en zalen die typerend zijn voor het destijdse rijke societyleven van de gegoede sociale klassen. Vooral de hoge balzaal à l'italienne is rijkelijk gedecoreerd met plafondschilderingen, spiegels, een eretrap en een parketvloer met drie verschillende ingelegde houtsoorten. De kamers op de verdieping waren discreter. Men vindt er slaapkamers van de heer en de vrouw des huizes (gescheiden, naar de gewoonte van toen), een bibliotheek, een kamer voor verzamelingen van de heer des huizes, een kamer met ‘chinoiserieën’ (de hogere klassen toonden in de 19e eeuw een obsessie met het Verre Oosten en wijdden niet zelden een kamer aan dit thema), een salon met piano en dergelijke. De kelders en zolderkamers werden gebruikt als dienstruimtes. De kamers werden ingericht met veel aandacht voor symmetrie en hiërarchie. De muren werden zo symmetrisch mogelijk ingedeeld met wandplaten, vensters, behang, echte en valse deuren, en elke kamer heeft haar eigen kleurschema. Alles samen geeft het een serene, opgeruimde doch ornamentele indruk, die typisch is voor de periode. In de 20e eeuw raakte het gebouw helaas in onbruik. In 1949 opende men er het Museum der Honderd Dagen, dat slechts op een beperkt succes kon rekenen. Hoewel het gebouw intussen eigendom is van de stad Gent en in de jaren 90 werd gerenoveerd, is het overduidelijk dat het zeker aan beter onderhoud toe is. Ten aanzien van dit streven werd in de inkomhal een collectebus geplaatst voor de bezoekers. Vergeet dus niet enkele briefjes in de doos te laten dwarrelen wanneer je uit je koets stapt en voor een uurtje intrek neemt in het illustere stadspaleis!
Reactie toevoegen