Op 9 oktober ging Film Fest Gent weer van start met een variëteit aan verhalen op het scherm. Hieronder vind je het oordeel geveld door onze redacteurs.
Een gezin met twee tieners komt in een behekst huis wonen. Classic. De twist: de volledige film is gefilmd vanuit het single personperspectief van het spook dat in het huis rondwaart. Het heeft geen gedaante, maar is wel gebonden aan een fysieke locatie, het huis. Je kan het niet zien, enkel voelen.
Als kijker waan je je in virtual reality. De randen van het beeld zijn wat vervormd, waardoor je bij elke beweging een beetje wazig ziet. De eerste twee minuten is het speciale perspectief wat vreemd, maar het prikkelt tegelijk de zintuigen. Het volgende halfuur ben je een beetje mottig (zo’n VR-headset is toch ook niet alles). Daarna wen je eraan.
Het nieuwe leven van de familie ontvouwt zich en het spook observeert. Het luistert mee met gesprekken, vertoont wat voyeuristische trekjes en chillt in een kleerkast. Na een poosje vraag je je af wat de raison d'être van de presence is. Is het spook levend? Dood? Is het kwaadaardig? Goedaardig? Een pervert misschien? In ieder geval komt het steeds één stap te dicht in de comfortzone van diens onwetende huisgenoten. Dat valt vooral op bij Chloë, de dochter van het gezin. Het lijkt wel alsof het spook affectie ontwikkelt voor haar.
Chloë wordt door haar broer Tyler bestempeld als "fucking psychic", maar verloor niet zo lang geleden twee vriendinnen aan een overdosis drugs. Ze schippert tussen rouw en verliefdheid op een vriend van haar broer. Ondertussen blijft de vraag hangen: weet de presence zelf eigenlijk wel wat het daar in hemelsnaam uitspookt?
‘Presence’ is een trage horrorfilm zonder echte jumpscares. Het is beklemmend. Zelden verheft het geluid zich boven dat van een tafelgesprek. Ook de muziek treedt nauwelijks op de voorgrond. Het was bij momenten zo stil dat iemand in de zaal niet in zijn binnengesmokkelde Twix durfde te bijten. De film is niet bijster lang, maar het plot is ook niet bijster dik. Een prima kijkstuk voor broekschijters die zich graag eens aan een horrorfilm zouden wagen.
Verhalen over de Tweede Wereldoorlog in de cinema zijn dikgezaaid. Ook 'De Laatste Joodse Zomer', een documentaire met filmallures, gaat daarover. De docu verkent de levens van verschillende mensen tijdens de oorlog in Antwerpen. In de zomer van 1942 werden daar meer dan 10.000 Joden opgepakt tijdens gewelddadige razzia's, niet alleen door de Duitse bezetter, maar ook door Vlaamse collaborateurs. Die razzia's waren lang een blinde vlek in het collectieve geheugen, maar daar wilde regisseur Thom Vander Beken verandering in brengen.
Het zijn de mensen die de gruwelen zelf meegemaakt hebben of hun nabestaanden die de verhalen vertellen. Daarnaast spelen ze ook zelf scènes na, of toch een interpretatie ervan. Dat zorgt voor een vreemde mix tussen waargebeurde verhalen en een vertelstijl die soms wel fictie lijkt. Daarnaast wordt de kijker ook letterlijk uit het verhaal gesleurd, wanneer een visagiste iemands haar nog even goed legt of een camera blijft lopen nadat iemand 'cut' zegt.
De documentaire is niet eenzijdig. In het begin zijn er vooral Joden aan het woord, maar hoe verder de film vordert, hoe meer nabestaanden van collaborateurs aan het woord komen. Een zoon van een Antwerpse politieman vertelt bijvoorbeeld over het aandeel van zijn vader in de razzia's. Vander Beken zei in een interview met 'Cultureclub' dat hij initieel verwachtte dat het vooral moeilijk zou zijn om de Joodse families te overtuigen, maar de nabestaanden van collaborateurs terughoudender waren. Die keuze toont vooral de manier waarop er aan beide kanten over de tragedie gesproken wordt, namelijk niet. De nabestaanden zeggen bijna allemaal dat ze lang niet op de hoogte waren van wat hun ouders of familie eigenlijk gedaan hebben. Over verzetsdaden, trauma's en collaboratie wordt niet gesproken. Dat terwijl het net belangrijk is om alle verhalen te vertellen, om te vermijden dat de Holocaust voor de komende generaties gewoon een onderwerp in een droge geschiedenisles wordt.
Anora is een danseres in een stripclub die zichzelf 'Ani' noemt. Omdat ze van haar oma Russisch heeft geleerd, zet haar baas haar vaak in bij Russisch cliënteel. Een klant van haar, Vanya, is de zoon van een Russische miljonair. Hij betaalt haar een grote som om een week zijn vriendin te zijn.
Deze prent duurt 2 uur en 19 minuten, wat toch een stuk langer is dan de gemiddelde film. Er gebeurt veel, maar heel interessant is het allemaal niet. In de montage hadden ze gerust wat meer de schaar erin mogen zetten.
De film wordt omschreven als een dramedy. Dat is het ook: af en toe is 'Anora' best grappig. De humor zit echter vooral in het onschuldig ogende hoofdpersonage, dat een grote mond heeft en hard kan schoppen. Dit verveelt snel. Mikey Madison, die Ani speelt, kun je kennen uit ‘Scream 5’, en dat herinner je je vooral tijdens de scène waarin ze wel twee minuten lang aan een stuk schreeuwt.
Verder zoekt het verhaal niet veel naar de essentie van onze protagonist. Naar het einde toe is er een hint van diepgang, waar het vraagstuk van intimiteit binnen het beroep van sekswerk wordt geëxploreerd, maar dat dooft ook snel weer uit. De banden tussen Ani en haar collega’s voelen stereotiep. Alles voelt oppervlakkig. De winnaar van de Palme d'Or dit jaar is een Assepoesterverhaal, maar hebben we nood aan nog een versie van dat sprookje?
Sinds de aankondiging van zijn kandidatuur in 2015, is Trump een van de meest besproken en meest geïmiteerde figuren op aarde. In een wereld van Trumpiaanse overvloed slaagt 'The Apprentice' erin om een unieke vertelling en fantastische nabootsing van de oranje tiran op het scherm te toveren. De film vertelt de origin story van Donald Trump. 'The Apprentice' neemt je hiervoor mee naar het New York van de jaren 70 en 80. Trump begint als een schattig, ietwat verlegen groentje met honger naar prestige. Hij wordt bij de hand genomen door de controversiële advocaat Roy Cohn. Cohn voelt medelijden met de ietwat sullige jonge Trump en leert hem alles wat hij weet. De naam van de film is dan ook een knipoog naar de show ‘The Apprentice’, waar deelnemers de strijd aanbinden om in de leer te gaan bij Trump.
Regisseur Ali Abassi heeft alles op alles gezet om de film te doen aanvoelen als beeldmateriaal uit de jaren 70 en 80. De soundtrack was bovendien fantastisch. De selectie gaat van eighties deep cuts naar boogie superhits. Hoewel de needle drops nu en dan heel plots zijn, maken ze de inleving nog zo veel echter.
Ook de acteerprestaties dragen bij aan de kwaliteit van de film. Sebastian Stan slaagt erin een geloofwaardige Trump neer te zetten. Naarmate Trump dichter en dichter komt bij het figuur dat we vandaag kennen, begint Sebastian Stan ook meer en meer te verdwijnen, en voelt het alsof je met de man zelf in de kamer zit. Het verloop van het verhaal heeft iets weg van een maffiafilm. Het jonge personage wordt aan de tafel bij de grote jongens uitgenodigd (waarvan één een echte maffioso is) en wordt, naarmate zijn macht stijgt, steeds medogelozer en hoogmoediger.
Het einde van de film is eerder thrillerachtig, of zelfs horror. De tijdsprong die midden in de film plaatsvindt, voelt wel wat bruusk. Waar de film in de eerste helft probeert te zien waar alles vandaan komt, is het tweede deel eerder de Trump die we kennen, een slechterik die geassocieerd wordt met plastische chirurgie, leugens en media-aandacht. Dit neemt niet weg dat deze film een spektakel is die de eigenaar van de Trump Tower akelig accuraat voorstelt.
'The Substance' neemt je mee naar een universum waar de wereld er op het eerste gezicht altijd mooi uitziet en alles mogelijk lijkt te zijn. Het verhaal speelt zich af in Los Angeles en vertelt het verhaal van Elizabeth Sparkle, die bekendheid vergaart op een Jane Fonda-achtige wijze. Haar sterrenstatus wordt haar bruusk ontnomen nadat de man achter het programma haar te oud acht.
De bal gaat aan het rollen wanneer Elisabeth lucht krijgt van the substance, een goedje waardoor je een versie van jezelf krijgt die beter, mooier en jonger is. Je moet je wel aan strikte voorwaarden houden om die jongere, perfecte versie van jezelf te behouden. Een daarvan is wekelijks wisselen van lichaam. De korte samenvatting doet het misschien niet vermoeden, maar deze film is op en top body horror.
‘The Substance’ is niet voor de zwakken van maag. Tegelijk schuilt er wel echt een betekenis achter deze expliciete, gruwelijke manieren waarin het lichaam in beeld wordt gebracht. Alles wat er te zien is, zijn dingen die Elisabeth zichzelf aandoet uit zelfhaat en omdat de mensen om haar heen haar zo gevormd hebben. De expliciete aard van de beelden verwijzen naar een realiteit waarin vrouwen pijnlijke, risicovolle procedures ondergaan om te pogen een ideaalbeeld te evenaren.
De mentale druk van deze normen wordt op confronterende wijze uitgebeeld, wanneer het personage van de actrice Demi Moore zichzelf bekritiseert en isoleert. Het leven stopt als je vijftig bent en vrouwen hebben enkel waarde als ze mooi en jong zijn, aldus haar omgeving.
‘The Substance’ is een wilde rit die steeds absurder wordt. Op een bepaald moment kun je alleen maar het hoofd buigen voor de persoon die hiervoor financierders heeft kunnen vinden. Je krijgt borsten te zien die worden uitgespuugd, ruggen die openbarsten en waar jongere versies van datzelfde lichaam uit tevoorschijn komen, die zich keren tegen hun oudere, zelfhatende wederhelften. De artistieke keuzes in deze film kunnen tegelijk niets anders dan respect afdwingen. De film is immers niet absurder dan haar onderwerp: de onmogelijke standaarden die vrouwen vanaf een bepaalde leeftijd opgelegd krijgen.
Je verlaat de zaal in een verwarde toestand, met een sluimerend misselijk gevoel en een degout van kippenbouten en garnalen.
In het Hong Kong van 2024 is LGBTQIA+ nog steeds taboe. Angie en Pat zijn echter een schitterend voorbeeld van een sterk koppel, ongeacht hun geaardheid. Het mooie leven dat ze hebben opgebouwd, staat in schril contrast met dat van Pats broer. Hij is zijn job opnieuw kwijtgeraakt en doet nu illegaal de nachtshift in een parkeergarage. Ook bij zijn kinderen loopt het niet allemaal van een leien dakje. Maar de familiedinertjes bij Angie en Pat thuis zijn een lichtpuntje voor de hele familie. Nadat je als kijker een kwartier kan genieten van het zorgeloze leven van het koppel, slaat de sfeer van de film plots om.
Wanneer Pat overlijdt, stort het leven van Angie in. Ze krijgt niet veel tijd om te rouwen, want er is een probleem met de erfkwestie. Doordat een lesbisch huwelijk niet mogelijk is in Hong Kong, is het niet Angie, maar de broer van Pat die het appartement erft. "Over geld maken zelfs moeder en kind ruzie", klinkt het. Het is een quote die het vervolg van de film pijnlijk goed samenvat.
De film heeft een rustig tempo. Als kijker ontdek je geleidelijk aan de verschillende familiedynamieken. De personages hebben geen uitgesproken reacties, maar de acteurs weten die sereniteit mooi neer te zetten. Vooral de actrice die Angie vertolkt, Patra Au, heeft een kalmte die goed past bij het verhaal. Angie en haar schoonbroer wonen in twee verschillende delen van dezelfde stad. Dit wordt benadrukt door de beelden van Hong Kong die verwerkt worden in de film: zowel de glamoureuze, mooie kanten van de grootstad, als de vuile, bedroevende delen.
Tijdens het Berlin International Film Fest ontving deze film de Teddy Award, een prijs voor films die het LGBTQIA+-thema mooi in beeld brengen. En daar slaagt regisseur Ray Yeung volledig in. De verschillende vooroordelen die vaak onderhuids nog spelen tegenover LGBTQAI+-koppels worden uitdrukkelijk in beeld gebracht.
'The Outrun' neemt je mee op de emotioneel beladen reis van de Ierse Rona. Het verhaal start in een Engelse pub in Londen, waar Rona in beschonken toestand weg wordt gestuurd. Vanaf hier flitst het verhaal tussen heden en verleden, en toont het de verwoestende impact die een verslaving heeft op zowel de persoon als de omgeving. Wanneer ze het absolute dieptepunt bereikt, besluit ze tijdelijk te verblijven op de Schotse Orkney-eilanden, bij haar ouders.
Saoirse Ronan zet een ongelofelijk overtuigend portret neer van een jonge vrouw die in de knoop zit met zichzelf. De camera is gedurende het overgrote deel van de film op haar gericht. Ze vertelt het getormenteerde verhaal niet zozeer met haar woorden, maar wel met haar houding en gezichtsuitdrukkingen. De onstabiele camera en flitsende beelden drukken de warrige en onstabiele toestand van de protagonist uit. Het is soms wat moeilijk te volgen, maar wel authentiek.
Het regieteam toont zich meester in de vertellingskunst door het gebruik van de woeste natuur op de Orkney-eilanden. Een terugkerend element in de film is Rona's zoektocht naar de kwartelkoning, een zeldzame vogelsoort die de natuurbescherming in kaart wil brengen. Haar zoektocht lijkt gelijk te lopen met haar hersteltraject.
De haarkleur van Rona toont de status van haar herstel. Haar felle blauwe lokken versterken de stoere, zorgeloze indruk die je initieel krijgt bij Rona als student. Tegelijk geeft de kleur een droevige ondertoon aan de vreugde die de feestende Rona lijkt uit te stralen, terwijl ze achter de schermen met haar demonen worstelt. Doorheen de reis van vallen en opstaan, verdwijnt de blauwe kleur en lijkt Rona een leeg blad te worden, verstoken van enige vreugde. Dat geeft ze op een gegeven moment ook toe: "Ik weet niet of ik nuchter gelukkig kan zijn."
Het verhaal en de regie gaan samen met een ontzettend goede soundtrack. John Gürtler en Jan Miserre verweven rustige muziektonen met woeste stormgeluiden. De muziek weerspiegelt het lawaai in haar hoofd en de rust die ze zoekt, en is zo een prachtige aanvulling op het verhaal.
Wanneer de bisschop van Rome, ook wel gekend onder de titel van ‘de paus’, komt te overlijden, verzamelen alle kardinalen zich in het Vaticaan voor hun beruchte ‘conclaaf’. Op deze uiterst geheimzinnige happening zonderen ze zich compleet af van de buitenwereld, met maar één doel: de verkiezing van een nieuwe kerkvorst. De verkiezing gebeurt steevast achter gesloten deuren, dus hoe het er daarbinnen écht aan toegaat is tot op heden misschien wel het grootste ‘mysterie van het geloof’. Toch doet 'Conclave' een uiterst entertainende en spannende poging om dit gebeuren in beeld te brengen.
“De paus is dood, de troon is vacant”, klinkt het in de film, een quote die de essentie van het verhaal vrij goed weet samen te vatten. Van zodra de paus is heengegaan, ontplooit zich een machtsstrijd onder de kardinalen. Centraal in dit politieke schaakspel staat kardinaal Lawrence (Ralph Fiennes), een intimus van de vorige paus, belast met de organisatie van het conclaaf. Hij moet erop toezien dat alles volgens het protocol verloopt, niet makkelijk wanneer tussen de stemmingsrondes door blijkt dat zowat elke kardinaal een duister geheim heeft …
De film werpt een kritische blik op de kerk. Zo stellen de geestelijken zich bijvoorbeeld luidop de vraag of vrouwen niet meer inspraak verdienen, brengt de film intern racisme onder de kardinalen in beeld en komt ook de houding van de kerk ten opzichte van homokoppels ter sprake. Daarbovenop kampt kardinaal Lawrence ook nog eens met een persoonlijke geloofscrisis, wat de vraag opwerpt of kerk en geloof niet los van elkaar kunnen staan. Dit alles wordt tot slot nog eens overgoten met een sausje van geheimzinnigheid, juicy kardinaaldrama en publieke schandalen, wat 'Conclave' zeker en vast de twee uur waard maakt. Alsof dit alles nog niet genoeg is, geven de acteurs, nog niet in het minste Ralph Fiennes, ijzersterke performances die je meezuigen in het verhaal.
Ook op visueel vlak stelt de film allesbehalve teleur. De decors zijn adembenemend en worden meesterlijk in beeld gebracht. Door de levensgrote projectie op het witte doek heb je als kijker het gevoel zélf op een binnenkoer van het Vaticaan te staan. Ook de scènes waarbij de grote groep kardinalen in beeld komt, zijn visueel adembenemend. Dit komt onder meer door de prachtige, gedetailleerde kostuums: meiters, habijten en solideo’s spatten van het scherm in tinten van donkerzwart en vurig rood. Tot slot is ook de muziek, met één herkenbaar akkoord doorheen de film, zeker en vast een vermelding waard.
Reactie toevoegen