Blandijn-professor krijgt ongelijk in zaak rond grensoverschrijdend gedrag

Een professor die in 2017 een tuchtsanctie opgelegd kreeg vanwege ernstig grensoverschrijdend gedrag ging daartegen in beroep. Het arrest, waarin het beroep wordt verworpen, dateert van mei dit jaar, maar kwam pas afgelopen vrijdag aan het licht door een artikel van Apache.

De professor in kwestie kwam in 2016 in opspraak na een artikel van Apache waarin werd beschreven hoe meer dan tien klachten rond seksuele intimidatie en machtsmisbruik aan de UGent werden stilgehouden. In combinatie met een getuigenis in Schamper, die verscheen rond dezelfde periode, zorgde dit voor veel media-aandacht en herhaaldelijke veranderingen in de bijhorende communicatie vanuit de UGent.

Hierop volgend plaatste toenmalige rector Anne De Paepe de professor op non-actief en werd een tuchtprocedure opgestart. In 2017 stelde de tuchtcommissie dat de klachten rond seksuele intimidatie en machtsmisbruik niet bewezen waren. "De tenlasteleggingen van ernstig grensoverschrijdend gedrag, onethische gedragingen en een onoordeelkundige omgang met belangenconflicten" achtte de commissie daarentegen wel bewezen.

Onoordeelkundig gedrag

De tuchtcommissie van de UGent kwam tot dit besluit nadat ze vaststelde dat de professor drie opeenvolgende relaties had met (doctoraats)studentes en medewerkers. Telkens ging het om vrouwen waartegenover hij zich op het moment van de feiten in een hiërarchisch bovengeschikte positie bevond.

De commissie wees, onder andere, op het peterschap dat hij aanging van het kind van een doctoraatsstudente. Volgens de tuchtcommissie had hij daardoor een persoonlijke relatie met haar, waardoor het zetelen in haar doctoraatsbegeleidingscommissie als "onoordeelkundig gedrag" werd bestempeld. Hij was daarnaast ook lid van de beoordelingscommissie die een voorstel zou formuleren over de aanstelling van een positie waarvoor zij zich kandidaat had gesteld. Daarnaast beschreef de tuchtcommissie ook een studente waarvan hij promotor bleef nadat hij een amoureuze relatie met haar was begonnen.

De tuchtcommissie beschreef een studente waarvan hij promotor bleef nadat hij een relatie met haar was begonnen

De tuchtcommissie besloot in 2017 dat de relaties grensoverschrijdend gedrag impliceerden. Ze vond dat, hoewel de relaties een consensueel karakter hadden, machtsmisbruik van de academicus mogelijk was, zelfs wanneer het niet werkelijk zou hebben plaatsgevonden. Dit omdat de vrouwen in kwestie zich telkens in een hiërarchisch ondergeschikte positie bevonden, en hij voorzorgen had moeten nemen om de schijn van mogelijke beïnvloeding te verhinderen.

De tuchtcommissie stelde dat hij bovendien handelde "zonder de nodige openheid of transparantie naar zijn professionele omgeving toe". Hij had volgens hen melding moeten maken van belangenconflicten die voortkwamen uit zijn relaties. Zijn gedrag had, zo besloot de tuchtcommissie, een systematisch karakter, waardoor "de sfeer binnen de vakgroep reeds een tijd vertroebeld was, onder meer omdat de tuchtrechtelijk vervolgde de indruk gaf eigenzinnig te handelen en 'onaantastbaar' te zijn".

Het Bestuurscollege besloot in 2017 na advies van de tuchtcommissie om de academicus niet te ontslaan, maar van graad te verlagen. Hij werd terug op actief gezet, maar werd gedegradeerd van gewoon hoogleraar tot hoofddocent en verloor anciënniteit. Deze sanctie resulteerde, onder andere, in een verlaging van twee loonschalen. De terugkeer van de professor gebeurde bovendien in alle stilte, wat leidde tot commotie bij de studenten.

Raad van State

De bewuste professor was echter van oordeel dat de tuchtprocedure niet correct was verlopen en ging in beroep bij de Raad van State. Daarin klaagde hij onder meer aan dat de opgelegde sanctie niet in overeenstemming was met de vastgelegde feiten. Hij argumenteerde namelijk dat het hebben van een consensuele affectieve of seksuele relatie "nooit grensoverschrijdend, noch onethisch kan zijn". Zo stelde hij dat de tuchtcommissie "de correlatie tussen het hebben van een consensuele relatie en de mogelijkheid van het bestaan van een belangenconflict" niet had geduid. In verband met het peterschap van het kind van de doctoraatsstudente benadrukte hij daarnaast dat "hij het niet was die gevraagd heeft om peter te zijn van haar kind".

Hij argumenteerde dat het hebben van een consensuele relatie "nooit grensoverschrijdend, noch onethisch kan zijn"

Verder beargumenteerde hij ook dat het hebben van drie consensuele opeenvolgende relaties met studentes en vrouwelijke doctorandi en/of medewerkers hem niet verweten kan worden. Volgens hem is dit verwijt naar het aantal relaties "volstrekt uit den boze volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens".

De Raad van State moest bijgevolg oordelen of de tuchtcommissie al dan niet onredelijk was geweest bij de beoordeling van de feiten. De procedurele elementen die de prof aanhaalde, werden ongegrond verklaard. De Raad van State verwerpt dan ook het beroep en besluit hiermee dat de UGent haar boekje niet te buiten ging met de opgelegde sanctie. Breder geeft de Raad van State hiermee aan dat het redelijk is van de UGent om van professoren te verwachten dat ze gepaste stappen ondernemen om te verhinderen dat er zelfs maar een mogelijkheid tot beïnvloeding en machtsmisbruik zou bestaan, zelfs wanneer dit niet werkelijk zou plaatsvinden.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen