A Prayer before Dawn – Film Fest Gent

Jean-Stephane Sauvaine, regisseur van 'Johnny Mad Dog', bracht dit jaar opnieuw een meesterwerk tot leven. Het pareltje had deze keer wel een paar gezichtstatoeages en kotste om de zoveel tijd wat bloed op. 

 

Jean-Stephane Sauvaire neemt ons mee naar Klong Prem, een van de meest beruchte gevangenissen in Thailand. Misschien heb je wat moeite om je bij zo’n plaats iets voor te stellen, maar hoge verwachtingen hoef je niet hebben. Het is een plaats waar de doorsnee gevangene meer tattoo's dan moreel geweten heeft en waar waarschijnlijk meer mensen dood dan levend buiten komen. Als sardines in een blik slapen de gevangenen in een kamer waarin ze van een wonder mogen spreken als ze wakker worden zonder bestolen of verkracht te zijn.

De bloederige film is gebaseerd op de memoires van Billy Moore in 'A Prayer before Dawn: A Nightmare in Thailand', een waargebeurd verhaal over een jonge drugsverslaafde Brit die probeert te overleven in exact diezelfde gevangenis in Bangkok. Luidruchtig, onaangenaam en vooral meedogenloos raast de film over je heen, vooruit gestuwd door testosteron en trekjes yaba (zo’n goeie 30mg methamfetamine gemengd met ongeveer 50mg cafeïne). De golven van ultragewelddadige beelden die constant op je inbeuken zorgen voor een reductie van alles tot enkel de fysieke lichamen van acteurs overblijven. Vaak valt er geen enkel trekje menselijkheid meer te herkennen.

Joe Cole zet een fenomenale prestatie neer als hoofdpersonage Billy Moore: hij zorgt voor het laatste beetje menselijkheid waaraan je jezelf als toeschouwer optrekt. Zijn bleke, ongetatoeëerde bokserslichaam maakt van hem een zwart schaap in de gele kudde van Thaise moordenaars. De enige reden waarom hij zo lang weet te overleven op deze godvergeten plaats is omdat hij weet hoe je aan Muay Thai (een brutale Thaise vechtsport) doet. Met behulp van een paar pakjes sigaretten die hij tijdens het gokken gewonnen heeft, kan Billy een plaatsje in de boksclub van de gevangenis bemachtigen. Doordat hij een andere taal spreekt, zit Billy (en bijgevolg ook de kijker) volledig geïsoleerd tussen de Thaise gevangenen. Toch ontwikkel je als toeschouwer na een tijdje een mager gevoel van verbondenheid met de andere ongelukkigen waarmee Billy de kamer deelt. Ironisch genoeg lijkt vooral elkaar afranselen tijdens de trainingen een band te scheppen.

'A Prayer before Dawn' heeft iets weg van een documentaire; alsof de regisseur het dagelijkse leven heeft gefilmd en toevallig op Billy Moore is gebotst. Wanneer de aftiteling na de film begint te rollen heb je het gevoel dat je dringend een douche moet nemen, om het opgedroogde bloed van onder je nagels te schrobben. Het lijkt alsof je zelf hebt vastgezeten in die gewelddadige hel en iets te veel trekjes yaba hebt genomen. Op weg naar huis zal je toch even opschrikken als iemand ‘goeiedag’ zegt, alsof je trommelvliezen enkel nog onverstaanbaar Aziatisch gekrijs hadden verwacht.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen