Terwijl Popeye een blik spinazie opentrekt om zijn spierballen te kunnen rollen, worden in de sportwereld minder onschuldige middelen gebruikt voor extra superkracht. Het DoCoLab van de UGent levert sterke prestaties om de fraudeurs op te sporen.
In den beginne waren er paarden en gokkantoren
Tijdens de Olympische Spelen wakkeren de vragen rond doping weer aan. Gelukkig is de UGent een ideale plaats om die te beantwoorden. Professor Van Eenoo is hoofd van het dopingcontrolelab van de UGent. Dit labo werd in 1963 opgericht aan de Faculteit Diergeneeskunde om paarden te controleren op doping. Gokkantoren waren de grote geldschieters voor dit onderzoek, want zij hadden er alle baat bij dat een race eerlijk verliep. Ondertussen test het labo geen paarden meer, maar focussen ze op menselijke sporters. De onderzoekers genieten wereldwijd aanzien. Ze waren dan ook aanwezig op de Olympische Spelen om mee te helpen om alle duizenden stalen te testen.
Negen klassen van verboden middelen
Wanneer wordt een stof beschouwd als doping? Van Eenoo legt uit: "Er zijn drie redenen waarom een middel op de verboden lijst kan komen. De eerste reden is dat het middel het potentieel heeft de prestatie te verbeteren. Een tweede reden is het risico van de stof om de gezondheid te schaden. En ten derde kunnen middelen ook verboden worden omdat ze in strijd zijn met de geest van de sport. Cannabis staat voornamelijk voor die derde reden op de lijst. Beeld je maar eens in dat Pogačar de Ronde van Frankrijk wint en een joint opsteekt aan de finishlijn. Een wielrenner die stoned interviews geeft, dat gaat in tegen de sportgeest."
"Momenteel zijn er negen klassen van verboden middelen. Niet alleen de stoffen die op deze lijst staan, maar ook die met een gelijkaardige chemische structuur zijn verboden. Anders zijn er een aantal snoodaards die een kleine chemische verandering maken aan een gekende doping, waardoor het middel nog functioneel is, maar een andere naam heeft, en dus niet meer op de verboden lijst zou staan."
"Beeld je maar eens in dat Pogačar de ronde van Frankrijk wint en een jont opsteekt aan de finishlijn"
In een competitieve wereld, waarin nieuwe records steeds weer de grenzen opzoeken van de menselijke kracht, zoeken sommigen een makkelijkere weg naar succes. Steeds betere doping komt de sportwereld binnengeslopen, en ook daar moet het DoCoLab zich op voorbereiden. Ze doen daarom niet enkel routinecontroles, maar ook eigen onderzoek naar methodes om de nieuwe doping te kunnen opsporen. "Wanneer er een nieuw dopingmiddel is, gaan wij op zoek naar restanten in het bloed of de urine die ons kunnen verklappen dat een sporter het heeft ingenomen. Zo kunnen we testen ontwikkelen om die nieuwe doping op te sporen. We proberen de dopingwereld ook een stapje voor te zijn. Gendoping is bijvoorbeeld een opkomende vorm, maar momenteel wordt dit nog niet gebruikt. Terwijl de nieuwe methode in volle ontwikkeling is, zijn wij bezig met uit te zoeken hoe we hierop kunnen testen." Bij een kleine toer doorheen het labo wordt snel duidelijk dat voor al deze verschillende testen ook veel machines nodig zijn. Allemaal samen zijn ze wel 7 miljoen euro waard, vertelt prof. Van Eenoo.
Zieke atleten en medicatie
Maar wat als je als sporter een ziekte hebt waarbij één van de verboden middelen cruciale medicatie is? Zo kan EPO bijvoorbeeld een behandeling zijn tegen bloedarmoede, maar is het niet toegelaten in de sportwereld. "Wanneer je een middel moet nemen dat op de lijst staat, kan je als sporter een aanvraag indienen voor een 'toestemming wegens therapeutische noodzaak'. Men zal dan nagaan of de sporter effectief de ziekte heeft en of er geen alternatieve medicatie mogelijk is. Je kan dan toestemming krijgen om een bepaald middel te gebruiken, maar enkel voor zover het noodzakelijk is. Er zal geen toelating gegeven worden om plots onbeperkt EPO te gebruiken. Zulke gevallen worden streng gecontroleerd, maar zieke sporters worden op die manier toch niet uitgesloten."
Na jaren ervaring kan Van Eenoo zeggen dat er geen enkele sport is die kan ontkomen aan dopingschandalen. "In elke sport waar er een significant aantal atleten getest wordt, zijn er dopinggebruikers." Er zijn echter sporten waarbij atleten zich er sneller aan wagen dan andere. "Enerzijds sporten met een nadruk op kracht, zoals powerliften en kogelstoten, en anderzijds uithoudingssporten zoals triatlon. Die disciplines zijn meer geneigd om doping te gebruiken dan die waar veel techniek voor nodig is."
"In elke sport waar er een significant aantal atleten getest wordt, zijn er dopinggebruikers"
Kunstpenissen als reddingsmiddel
Dan rest er nog maar één belangrijke vraag. Als expert in doping is Van Eenoo de uitgelezen persoon om 'tips' te geven over hoe je dopinggebruik het best kan verstoppen. "Ten eerste moet je proberen te achterhalen hoelang een stof detecteerbaar is. Als atleet kan je tijdens een controle simpelweg de deur niet open doen op een ongelegen moment. Dat mag twee keer per jaar, bij een derde keer word je geschorst. Een andere methode die men soms gebruikt om de dopingcontrole te bedotten is een bloedtransfusie. De sporter neemt dan proper bloed van zichzelf af en brengt dit vlak voor een controle terug bij zichzelf in. Ook bij een urinestaalcontrole zijn er ontsnappingsmogelijkheden. Er bestaan kunstpenissen die de sporter kan vullen met clean urine, die dan 'uitgeplast' kan worden tijdens de controle. Deze kunstpenissen zijn makkelijk te vinden op websites zoals whizzinator.com."
Om de uitvoering van al deze trucjes te verhinderen, worden sporters tijdens events vaak vergezeld door een chaperon die hen constant in het oog houdt. Zo kunnen sporters niet even snel wegglippen om een kunstpenis te vullen met veilige urine.
Reactie toevoegen