Het STAM – een zeer intelligente afkorting voor 'Stadsmuseum van Gent' – beschrijft de geschiedenis van onze stad. Voor 2 euro kan iedereen tussen 19 en 25 jaar er een kijkje nemen.
Voor het belachelijk goedkope bedrag van twee euro, waarvoor je het vervoer naar het museum nog niet zou kunnen betalen, kan je het STAM bezoeken. Net voor je de eerste hal binnenwandelt, vraagt een bordje je om je schoenen te bedekken met een beschermhoesje. Verward ga je hier op in – of niet, er staat niemand om het te controleren – en betreed je de kamer. Onder de lelijke hoesjes staat nu een gigantische luchtfoto van het Gentse grondgebied. De kinderlijke ziel in ons moet toegeven dat sommigen meer dan een kwartier hebben gespendeerd met de daken van gebouwen te proberen herkennen. Direct een geslaagde eerste indruk.
Na enkele minuten waarin we een beetje verloren ronddwaalden in de gangetjes van het verlaten museum – want wie gaat naar een geschiedkundig museum op maandagnamiddag – bereikten we een grote kapel. Hier kan je, mits je twaalf vriendjes meeneemt, jezelf entertainen door het Laatste Avondmaal na te spelen. Best amusant voor enkele seconden.
De kinderlijke ziel in ons moet toegeven dat sommigen meer dan een kwartier hebben gespendeerd met de daken van gebouwen te proberen herkennen
De kamers die volgen, hielden steeds dezelfde tendens aan: een afwisseling tussen gigantische, sobere hallen en drukke, kleine tentoonstellingen. Herkenbaarheid lijkt een centrale rol te spelen in dit museum. Dit is de stad waar we allemaal onze studententijd doorbrengen. De straten, de rivieren en gebouwen hebben allemaal een verhaal, en dat verhaal is de geschiedenis van Gent. Het STAM brengt die geschiedenis op twee manieren tot leven: via historische artefacten en via interactieve 'spelletjes'. Een kamer vol legoblokjes en een tafel waar je elkaar Gents laken kon verkopen. Technopolis is er niets bij.
Toch moeten we helaas mededelen dat ergens in de helft van het museum ons enthousiasme een stille dood stierf. Of het lag aan een gebrek aan inspiratie in de laatste kamers, een spontane casus van museum fatigue of het latere uur van ons bezoek, blijft een raadsel, maar het museum kon ons plots niet meer bekoren. In de laatste geschiedkundige kamer werd een spanningspunt dat eigenlijk doorheen het hele museum speelde plots pijnlijk duidelijk: het museum gooit best veel op één hoop. Het anachronisme wordt bijvoorbeeld zeer pijnlijk wanneer een standbeeld van een Gentse orangist uit 1830 recht boven een uniform van een verzetslied in Dachau wordt tentoongesteld. De poging om periode tot periode te werken wordt verstoord door de vele artefacten die zich honderden jaren van elkaar bevinden.
Wie houdt van Legoblokjes en 'sokonderbroekjes' zal z'n ei kwijt kunnen in het STAM. De ietwat chaotische indeling en de occasionele anachronismen zal je er echter moeten bijnemen.
Reactie toevoegen