Het laatste wat we van de UGent verwachten is dat ze een plaats delict wordt. Toch is een ongeval snel gebeurd en de wetenschap misschien gevaarlijker dan gedacht. De potentiële gevaren van onze Alma Mater worden hier onder de loep genomen.
Als onschuldige UGent-student kan het gebeuren dat je in het labo wel eens een ongeval meemaakt, in theorie vooral door met gevaarlijke stoffen te werken. De praktijk blijkt anders: "De meeste ongevallen gebeuren vooral met courante stoffen die op papier niet zo gevaarlijk zijn, maar wel in grotere hoeveelheden en veel frequenter gebruikt worden. Accidenten met echt zeer gevaarlijke stoffen zijn eerder zeldzaam, maar kunnen wel grote gevolgen hebben", aldus Johan Winne, professor organische chemie aan de UGent. Gelukkig zet onze alma mater in op een zeer minutieus preventie- en veiligheidsbeleid.
Winne geeft ook een aantal voorbeelden van zo'n zeer gevaarlijke stofjes:
"Diazomethaan is een gasvormige stof die kookt bij -23 °C en minstens even giftig is als het meer bekende gifgas HCN. De stof is bovendien zwaar explosief. Ermee werken kan leiden tot de gevreesde 'vertraagde dood' na inademen van zeer kleine hoeveelheden. Daarbij heb je eerst geen symptomen, maar na 1 à 2 dagen raak je in steeds ernstigere ademnood, en is het eigenlijk al te laat."
"Waterstoffluoride is een enorm corrosieve vloeistof die kookt bij 20 °C en dus ook gasvormig is bij kamertemperatuur. De stof vreet zich een weg door steen en door glaswerk, en kan enkel in plastic containers gebruikt worden. Waterstoffluoride is ook erg toxisch bij inademing en bij aanraking met de huid. De stof maakt niet alleen lelijke brandwonden, maar na enkele dagen zal de fluor de calcium binden in je lichaam, waardoor je in grote problemen kan komen."
"De meeste zouten van cyanides zijn extreem toxisch en in zuur milieu kunnen ze omgezet worden tot vluchtig blauwzuur (HCN). Toch worden cyanides vrij vaak gebruikt en zijn de risico's bij goed gebruik beperkt."
Reactie toevoegen