IJkingstoetsen aan de UGent

Verplichte maar niet-bindende ijkingstoetsen aan de UGent: Rector Rik van de Walle liet al weten dat hij er een grote voorstander van is; "De ijkingstoetsen moeten het potentieel van toekomstige studenten in kaart brengen, zodat die een betere studiekeuze maken", liet hij op Twitter weten. Maar in welke mate kan dit studenten in wording daadwerkelijk helpen?

Een meting die de pas afgestudeerde jongere uit het middelbaar onderwijs naar de meest geschikte studierichting zou kunnen oriënteren. Op deze manier, door -al dan niet gedwongen- een spiegel voor te houden, zouden ijkingstoetsen een verscheidenheid aan studiegerelateerde problemen kunnen verhelpen. Zoals het soms onvoorbereid tot zelfs ‘kansloos’ starten aan een richting en de hoge kosten die verbonden zijn aan constant kwakkelende eerstejaars. Naast de mogelijk demotiverende bijwerking van deze testen, evenals de accuraatheid ervan, rest voor velen de vraag of dit een effectieve oplossing is, of het eerder een kleine pleister voor een bredere en diepere wonde is waarmee het hoger onderwijs geconfronteerd wordt.

Een geïnformeerde keuze maken

Een verplichte niet-bindende ijkingstoets is reeds van toepassing voor de richtingen Burgerlijk Ingenieur, Burgelijk Ingenieur-Architect en voor de Diergeneeskunde, die hiermee de jaarlijkse stijging in het aantal studenten een halt wilden toeroepen. “Eigenlijk was er voor studenten Diergeneeskunde bijvoorbeeld maar een beperkte plaats over om praktijk te doen”, duidt Lot Fonteyne, oprichtster van de SIMON-test, “Als je met dertig rond een paard staat, is dat immers niet meer zo veilig.” Volgens De Standaard ondervond sinds het instellen van deze verplichte ijkingstoets in 2019 het aantal inschrijvingen binnen de diergeneeskunde een forse daling. Vorig jaar werd er daarnaast ook een gebruikersonderzoek uitgevoerd, waaraan 40% van de mensen die een ijkingstoets hadden afgelegd deelnam. Uit dit onderzoek bleek dat velen actief omgingen met het resultaat: cursussen uit het secundair onderwijs werden vaak nog eens bovengehaald en ook meer groepssessies werden gevolgd. Vooraleer de inschrijvingen zijn afgesloten kunnen we echter nog geen definitieve conclusies trekken.

"Je wil studiekiezers alle mogelijke tools geven om een geïnformeerde keuze te maken" - Lot Fonteyne

In onze enquête velde 62% van de ondervraagden een positief oordeel over een verplichte niet-bindende ijkingstoets. “Zeker relevant”, bevestigt een respondent. “Momenteel stromen veel te veel onvoorbereide studenten door naar het hoger onderwijs. Zeker als we kijken naar de slaagcijfers in een eerste jaar dient dit grondig aangepakt te worden. Een ijkingstoets kan alleen maar helpen om meer studenten in de juiste richting te krijgen. Ik vind het geen slecht idee om een student zo inzicht te geven in de moeilijkheidsgraad”, vult een andere aan, “Als het niet zo goed was, kan de student enkel maar weten dat hij/zij zich er meer zal moeten voor inzetten.” En indien het resultaat zou tegenvallen, wordt plan B misschien in een ander perspectief geplaatst.

Ook Lot Fonteyne erkent het nut van deze maatregelen, “Als die proeven echt gevalideerd zijn en ze een goed advies genereren, dan vind ik dat geen slecht idee, want je wil studiekiezers alle mogelijke tools geven om een geïnformeerde keuze te maken. Voor mij is het perspectief van de eindgebruiker het belangrijkste. Over hoe zo’n test echter in z’n werk zal gaan,” nuanceert Fonteyne, "bestaat nog onzekerheid. De bestaande ijkingstoetsen zijn voornamelijk opgesteld voor STEM-gerelateerde opleidingen. Dan spreken we over de faculteiten zoals Wetenschappen, Bio-ingenieurswetenschappen, de meer exacte wetenschappen. Vorig jaar is er wel de vraag gekomen van de minister of er ook ijkingstoetsen ontwikkeld kunnen worden voor niet-STEM-opleidingen. Als je spreekt over ijkingstoetsen voor deze opleidingen, dan is er nog een lange weg te gaan.”

De Gentse Studentenraad (GSR) heeft geen tegenadvies uitgesproken, maar wil erover waken dat ijkingstoetsen bovenal een informerende rol vervullen: “IJkingstoetsen moeten testen hoe goed je voorkennis is”, zegt Nathan Steynaert, bestuurder onderwijs bij de GSR, “en hoe je je beter kan voorbereiden vooraleer je aan jouw richting begint. Het zou niet mogen betekenen dat als je faalt op jouw toelatingsproef, je beter niet de richting gaat doen; het zou eerder betekenen dat je je kennis best nog wat bij moet schaven. De student moet instrumenten aangereikt krijgen zoals het monitoraat, zodat zij ook doorheen het jaar geholpen kan worden.”

IJkingstoetsen niet als eindpunt

Men kan natuurlijk nooit perfecte testen opmaken: altijd zullen er mensen zijn die onterecht een negatief advies krijgen. Zo beschreven enkelen hoe de SIMON-test hen verkeerd had ingeschat: “Het resultaat was niet echt wat ik verwacht had," getuigde een respondent. “Ik had een vrij lage slaagkans, maar desondanks heb ik mijn eerste twee jaren universiteit zeer goed doorlopen.”

"IJkingstoetsen moeten testen hoe goed je voorkennis is"

Voor velen wekt dit de bekommernis op dat dit toekomstige studenten een verkeerd beeld zou geven over hun eigen vermogens. “Als ik op mijn achttiende zo een test had moeten afleggen, had die met grote waarschijnlijkheid mij een negatief advies gegeven - zoals vele van mijn leerkrachten middelbaar onderwijs bij mijn afstuderen”, schreef iemand. “Hierdoor zou ik ontmoedigd geweest zijn en zelfs nooit begonnen zijn aan een wetenschappelijke richting. Wat nu, dertien jaar later, de beste beslissing blijkt.” Emma Moerman, ook bestuurder onderwijs binnen de GSR, maakt zich eveneens zorgen over deze neveneffecten: “Er zullen altijd studenten zijn die er dan zullen voor kiezen om níét de richting te nemen, of gewoon gedemotiveerd aan de richting zullen beginnen, wat nooit een goed teken is natuurlijk.” “Het wordt een beetje een selffulfilling prophecy;" vult Steynaert aan, “dat je sowieso zal falen als je faalt op de ijkingstoets.”

Dat het weliswaar gaat over belangrijke dingen, bevestigt Fonteyne: “Het gaat over studiekeuzes. We koppelen daar nu ook een gebruikersonderzoek aan, zowel bij SIMON als bij de ijkingstoetsen, om te kijken wat zo’n feedback met iemand doet. Zijn er dan bepaalde groepen die zich minder zullen inschrijven? Dat wil je immers niet; je wil geen bias in je resultaten. Dat zijn zaken die je best bekijkt vooraleer je een advies geeft aan de studenten in spe. We moeten daar voorzichtig mee omspringen."

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen