Colombia, zestiger à tachtiger jaren, we bevinden ons in de beginjaren van de drugshandel. Rapayet kan de bruidsschat van zijn wife-to-be niet betalen, en start een wiethandel met een vriend en zijn welgestelde neef Ánibal, die een gigantische plantage heeft te midden van de wouden. De makers van Embrace of the Serpent wagen zich wederom in het circuit met een film die zich profileert als de koelbloedige neef van The Godfather. Om het nu effectief te gaan vergelijken met de grootvader van moderne maffiafilms is waarschijnlijk wat overroepen, maar deze slow-burn tragiek tracht zeker zijn mannetje te staan met een interessant nieuw perspectief op een aloud genre. Waar de meeste Hollywoodfilms liever de drugstraffic zelf in beeld brengen - deze is immers spannender, zo meent men - neemt deze film een kijkje bij het producerend deel van de handel, wat er gebeurt wanneer het vliegtuigje is opgestegen en de verhandelaars achterblijven op de startbaan.
Deze film gaat niet zozeer over drugshandel, maar over hoe drugshandel families en eeuwenoude tradities corrumpeert. Verdeeld over vijf hoofdstukken (cantos) zie je hoe de koelbloedige Rapayet, die sinds het begin al gewantrouwd wordt door de matriarch van de Wayúu-clan, langzaamaan zijn rijkdommen uitbreidt, om dan zijn familie uit elkaar gerukt te zien worden door de hebzucht en arrogantie van zijn medemens.
Een pareltje voor het oog
Párajos de Verano is een film die traag begint en met een noodzakelijke versnelling naar de tweede helft toe een verhaal vertelt dat velen al zullen kennen. Laat dit echter geen drempel zijn om over te struikelen. Het plot mag dan enigszins voorspelbaar zijn, de manier waarop dit gebracht wordt is rauw en ongebreideld. Een pareltje voor het oog, de regisseurs begrijpen overduidelijk hoe visual storytelling in elkaar zit en weten er prachtig gebruik van te maken in enkele droomsequenties. De volledige film is tot aan de rand gevuld met eye-gasms en camerawerk van de bovenste plank. Zelfs de soundtrack weet, ondanks de niet-familiaire vibes, te raken waar nodig en het verhaal dat ene duwtje in de rug te geven. De film is levensecht gebracht, en dankt daaraan zijn rauwheid en plotsklapse karakter.
Echter, geen enkele film is perfect, en hier voel je toch dat er nog redelijk wat ontbreekt qua acteerwerk. Het is eigen aan buitenlandse films om acteerwerk te leveren dat schijnbaar onbegrijpelijk overkomt, bijna aftands, maar hier stond het stoïcijns karakter van sommige acteurs/actrices in de weg van de emotionele toets. Sommige emotionele ankerpunten in de film kwamen totaal niet over en dit was vooral te wijden aan het personage van de matriarch (Úrsula), dat er niet in slaagt verdriet, angst, en woede krachtig in beeld te brengen. Dit kan de kijker soms uit de film duwen, wat jammer is.
Ter conclusie, een must-watch voor de cinefielen onder ons en zij die een slow burn met pit wel kunnen appreciëren. Een krachtig hybrisverhaal met metaforen en rauwheid die velen zullen smaken.
Reactie toevoegen