Chauffeur van de rector: “Ik ga het niet missen”

Afscheidsinterview met de laatste chauffeur van de rector

Achttien jaar geleden werd Herman De Wandel de man die steevast schuin voor de rector zit. Drie rectoren en meer dan een miljoen kilometer later, reed hij vorige week voor een laatste keer voorbij de slagboom van de universiteit voor een afscheidsgesprek.

UGent, foto Hilde Cristiaens

“Ik ben mee binnengeglipt met een andere auto, ervaren chauffeur als ik ben”, meldt De Wandel. Eigenlijk is hij al sinds eind september op pensioen, maar hij stond erop om uittredend rector De Paepe tot 9 oktober als vrijwilliger naar haar afspraken te brengen.

De laatste der Mohikanen

Herman De Wandel was de eerste chauffeur die rechtstreeks met het kabinet van de rector verbonden was, maar ook meteen de laatste. “Ik krijg geen opvolger, de job wordt vanaf nu uitbesteed aan derden”, vertelt hij. “Dat komt wel goed als ze dat goed sturen, al heb ik gehoord dat er vorige week al wat problemen waren.”

Wat er het meest veranderd is doorheen de jaren? “De drukte”, zegt Herman zonder twijfelen. “Vijftien jaar lang kon ik zonder problemen naar Gent rijden. Maar de laatste twee à drie jaar was er altijd accordeonfile van in Lokeren. Er was altijd iets. Dan heb ik besloten om niet meer langs de E17 te rijden, maar langs de binnenwegen. Die drukte zal ik in geen geval missen.”

In de afgelopen acht jaar wist De Wandel 417.000 kilometer te vergaren op de teller van de immer glanzende Mercedes van het rectoraat. Toch was hij zodanig verknocht aan de wagen dat hij besloot om hem over te kopen van de universiteit. “Ik ben er zelf mee naar de garage geweest voor een grondige doorlichting, en ook naar de tweedehandskeuring”, vertelt hij wanneer we onze verbazing laten blijken. “Daar was hun eerste woord ook 'amai'. De auto is altijd goed onderhouden geweest. Hij heeft nog geen beetje roest”, zegt Herman trots.

“Geluk hebben, hé. En goed opletten!”

Toch vormden die ruim 400.000 kilometer geen koers zonder hindernissen. Eenmaal raakte de rectorale slee zelfs betrokken bij een ongeval met een vrachtwagen. “Die camion heeft mij in de flank aangereden. Toen ik aan het invoegen was, zwenkte hij plots naar rechts uit op de oprit van de snelweg. Ik geraakte er niet meer voorbij, en kon ook niet meer remmen. De truckchauffeur was aan het eten en had me duidelijk niet gezien”, vertelt Herman ons over zijn enige ongeval. “Ik was toen juist alleen aan het rijden. Ik kwam van Zwijnaarde en moest in het rectoraat iets gaan ophalen dat ze vergeten waren. Het was een rit die dus zelfs niet nodig was. Gelukkig was er enkel blikschade.” De magische formule om zo ongedeerd door het Belgische verkeer te rijden? “Geluk hebben, hé. En goed opletten!”

Geen zittend gat

Voor De Wandel bij de universiteit aan de slag ging, werkte hij in een staalbedrijf: “Eerst deed ik er zeven jaar lang de kwaliteitscontrole van staaldraden, daarna was ik veertien jaar lang ploegleider.” Hoewel Herman bijna twintig jaar lang praktisch dagelijks plaatsnam achter het stuur van de auto van de rector, heeft hij allerminst een zittend gat: “Vorige week op mijn pensioenfeest heb ik het ook nog verteld. Toen we net getrouwd waren, hadden we nog geen zetels. Uiteindelijk hebben we wel een salon aangeschaft, maar het heeft denk ik nog zeven jaar geduurd voordat ik er voor het eerst in gezeten heb.” (lacht)

“Ik heb nooit in mijn hele leven echt van negen tot vijf gewerkt”, vertelt hij ons. “Toen ik in het staalbedrijf aan de slag was, werkte ik bijna een heel weekend zonder te slapen. Ik deed mijn nachturen op het werk en overdag deed ik nog een bijbaantje. Daarna ging ik naar de koers kijken en dan moest ik weer gaan werken. Ik ben ooit op vrijdagochtend opgestaan en heb toen tot maandag gewerkt, met slechts drie of vier uur slaap. Toen ik op maandag eindelijk kon slapen, kwamen de getuigen van Jehova toch wel niet aan mijn deur bellen. Ik sloeg toen zo hard met de deur dat ik dacht dat hij er lossen door zou gaan. Ik was er dus wel aan gewend om heel onregelmatige uren te hebben.”

“Herman, heb je bij de paarden gezeten?” - Oud-rector Andreas De Leenheer

Een grote liefde voor pk’s heeft De Wandel zeker, vooral dan als we over echte paarden spreken. “Nu hebben we een stuk of tien paarden staan. Jong en oud.” Zo begint Herman met veel passie te vertellen over zijn tweede liefde: “We zijn altijd al veel met paarden bezig geweest. Paarden fokken en opleiden, het is echt de passie van de hele familie. Al meerdere keren hebben onze paarden op Europese kampioenschappen meegedaan en met de pony's zijn we zelfs al eens naar het wereldkampioenschap mogen gaan.”

“Tijdens het rectorschap van De Leenheer was er eens een paard uitgebroken toen ik net klaar stond om te vertrekken. Ik heb het paard in mijn kostuum terug op stal gezet en ben meteen vertrokken. Toen de rector in de auto stapte was het eerste wat hij zei: ‘Herman, heb je bij de paarden gezeten?’”, vertelt De Wandel ons met een brede glimlach op zijn gezicht.

Drie keer anders

“De Leenheer hield meestal wat afstand en was eerder sec, maar wel heel correct. Hij luisterde in de auto altijd heel braaf naar klassieke muziek. Er zat toen een wisselaar in met tien cd’s. Na een tijd kende ik die natuurlijk uit mijn hoofd.” De Leenheers belangrijkste uitspraak zal hij ook nooit vergeten: “Hij zei altijd: ‘Als we ergens te laat toekomen, is dat het teken dat we te laat vertrokken zijn.’ Dat is een hele geruststelling als chauffeur”, vertelt Herman.

Van Cauwenberghe zat dan weer graag over koetjes en kalfjes te praten, heel broederlijk. Tijdens de ritten hebben we ook enorm veel over sport gebabbeld. Er waren toen net Olympische Spelen. Dat was een grote passie van ons beiden”, vervolgt hij zijn verhaal.

“Als we ergens te laat toekomen, is dat het teken dat we te laat vertrokken zijn” - De Leenheer

Tijdens het lange wachten tussen ritten in heeft Herman heel wat boeken verslonden. “Wel enkel overdag, want ‘s avonds mocht ik dat niet doen. Als ik dan gelezen had tot vlak voordat ik moest vertrekken, konden mijn ogen zich moeilijk aanpassen aan de weg. Van Cauwenberge heeft me bijvoorbeeld een paar boeken over de Olympische spelen gegeven, die ik dan kon lezen tijdens het wachten.”

“Het was drie keer anders”, zegt De Wandel ons wanneer we hem vragen met welke rector hij de beste band had. “Op mijn pensioenfeest waren de drie rectoren aanwezig; dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Ze hadden veel respect voor mij en ik ook voor hen.”

Gezegend chauffeur

Herman draagt De Paepes handtas

“Mijn beste herinneringen … Of ging je die vraag zelf nog stellen?” Herman leest onze gedachten en vertelt over de bekende koppen die met hem meegereden hebben. “Desmond Tutu, de aartsbisschop uit Zuid-Afrika, zal ik bijvoorbeeld nooit vergeten. Tutu ontving toen zijn eredoctoraat van de UGent in de Aula. Ik hield de deur open zodat hij kon instappen, maar voordat hij instapte werd ik helemaal gezegend door hem. Dat was wel een hele ervaring.”

“Met oud IOC-voorzitter Jacques Rogge heb ik ook nog gereden. Bijna iedereen die een eredoctoraat ontving van de rector, heeft meegereden”, vertelt Herman ons nog. “Ook ben ik op enkele unieke plaatsen geweest waar je anders niet zomaar komt. Verschillende keren heb ik koninklijke koffie gedronken in het paleis, en ben ik zelfs eens in de geboortekamer van Koning Albert I geweest.”

Ga je het missen? Die vraag kon Herman snel beantwoorden. “Neen.” Echt niet? “Ik heb hier altijd graag gewerkt en nu ben ik graag op pensioen. Ik heb vandaag de hele dag op mijn tractor gezeten, daar kan ik me echt in uitleven.”

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen