Waarom het tweehonderdjarige bestaan van de Universiteit Gent geen louter feestelijke gebeurtenis mag zijn

Ode aan de vervallen universiteit
Hannes Cools

De Universiteit Gent viert dit jaar haar tweehonderdjarige bestaan. Ondanks het feit dat universiteiten al meer dan twee eeuwen worden gezien als een bakermat van het verlichte denken, merk ik dat er de laatste jaren weinig vooruitgang wordt geboekt op vlak van de hervorming van het universitair onderwijs, de man-vrouwverdeling bij academisch personeel en diversiteit onder studenten. De Universiteit Gent geniet een zeker aanzien maar achter die façade van faam merk je een verouderde instelling in verval.

 

Om te duiden waar het probleem van verdoken bouwvalligheid ligt, moeten we uitzoomen naar de huidige maatschappij: de democratisering van het universitair onderwijs heeft de laatste jaren de drempel verlaagd waardoor er studenten terechtkomen die er niet horen omwille van hun capaciteiten en omgekeerd. Er worden profielen aangetrokken die ‘per se die Master willen halen’ omdat het zo wordt opgelegd door hun omgeving. De intrinsieke waarde die een masterdiploma omsluiert, creëert een ingesteldheid waar de titel primeert op de inhoud en dat is problematisch.

 

Universitair onderwijs bevindt zich nog te veel in een ingemaakte kast van een stoffig ministerie: de professor draagt zijn les voor en de student consumeert. Die wisselwerking doet een soort van kritische passiviteit ontstaan. En net vandaag, in tijden van fake news en alternative facts moet de universiteit zich opwerpen als kennisinstelling waar gedegen onderzoek wordt gevoerd en relevante vragen worden gesteld, weg van de gejaagdheid en de oppervlakkigheid. Dat wil niet zeggen dat we een elitaire instelling moeten creëren voor de happy few, wel dat iedereen met het geschikte profiel en de juiste kwaliteiten een plaats verdienen, ongeacht hun levensbeschouwelijke, politieke, culturele of sociale achtergrond. De universiteit is niet voor iedereen, maar de kans ertoe wel.

 

Onze huidige maatschappij kan een belangrijke inspiratiebron vormen voor het onderwijs, enkel maar door haar te observeren en haar pijnpunten bloot te leggen. We mogen onszelf niet vastrijden in die rechtlijnige kennisaccumulatie, nee, we moeten meer dan ooit het pad kiezen van multiperspectivisme, kritisch denken en interconnectiviteit. Dit door te durven buiten het reguliere circuit van het vakgebied te gaan en debatteren tussen studenten te stimuleren. Zou het niet interessant zijn om interfacultaire vakken of projecten aan te bieden, zodat studenten buitenom hun vakgebied tools verwerven en daarmee aan de slag kunnen in hun latere loopbaan? Zo kunnen we meer affiniteit met de realiteit creëren door zaken te ondernemen en wordt leerstof meer gediversifieerd door ze uit haar keurslijf te halen. Daarmee zetten we in op generieke competenties en levenslang leren, niet op de klassieke kennisconsumptie.

De man-vrouwverdeling bij academisch personeel aan de UGent is onevenwichtig verdeeld. In een document van de beleidscel Gender en Diversiteit kan je zien hoe bij doctoraten, het begin van de academische loopbaan, de verdeling gelijk opgaat. Hoe hoger je in functie gaat, hoe meer onevenwichtig de genderverdeling. Bij professoren of gewoon hoogleraren is 2 op de 10 een vrouw, een fenomeen dat over alle wetenschapsdiciplines heen merkbaar is. Bovendien zijn alle decanen van de elf faculteiten mannen. Wanneer gaat dat glazen plafond aan diggelen? Veel is inherent verbonden aan rolpatronen en daarom moeten we die dringend doorbreken. Vandaag lijkt een ideale wetenschapper nog al te vaak een persoon die altijd met zijn werk bezig is en zijn academische carrière niet kan combineren met een zorgende rol. We moeten aansturen op meer begeleiding, talentontwikkeling en een verlaging van de publicatiedruk door bijvoorbeeld de ene professor te laten doceren en de andere te laten publiceren.

 

Er worden nog te veel kwaliteiten, talenten, ervaringen en competenties van studenten met een andere etnische achtergrond verspild. Velen vinden hun weg niet naar de universiteit omdat ze in het middelbaar in een hopeloos watervalsysteem zijn verzeild geraakt. Om u een idee te geven: 9,5% van de studenten heeft een andere etnische achtergrond, maar meer dan de helft daarvan komt van landen van de Europese Unie. Als we een dwarsdoorsnede nemen van onze maatschappij vandaag, weet je dat daar meer diversiteit speelt met evenveel potentieel en talent als wij Belgen. Het is bovendien een cijfer dat al jaren gelijk blijft. Daarom moet de UGent een voortrekkersrol spelen om studenten met een andere etnische achtergrond te laten participeren in het universitair onderwijs. Zo kan ze een omgeving creëren rond inclusiviteit, multiperspectivisme en kritisch denken, drie cruciale tools voor het onderwijs van de toekomst. Als je nooit de oever verlaat, zal je nooit andere zeeën ontdekken.

 

Laten we deze feestelijk gebeurtenis starten met volgende gedachte: nog nooit werd in deze streken zo publiek en zo heftig gedebatteerd, gespeculeerd, gepolemiseerd en nagedacht over onze identiteit, over wie we zijn of zouden moeten worden. Laten we daarom vertrouwen op ons intellect en daarmee de universiteit aanwenden als een hefboom om expertise en kennis op te bouwen die van onmiskenbaar belang blijft in onze tot vluchtigheid verworden maatschappij. Durf denken, UGent. Durf denken.

 

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen