Dat het oneerlijk is dat iedereen onder ons uit een baarmoeder wordt getrokken en op een willekeurige plaats de wereld wordt ingegooid, waarna hij of zij het daar en met de bijbehorende omstandigheden moet zien te redden, is een idee dat we maar al te graag een beetje verdringen. Capharnaüm is zo’n verhaal dat je nog eens dubbel en dik in aanraking brengt met die ongelofelijk pijnlijke roulette der ongelijkheid, terwijl de film er in slaagt de val van zelfmedelijden vakkundig te ontwijken.
In het eerste deel van de film kijken we naar de ongeveer twaalfjarige Zain (Zain Al Rafeea) die de rechter in een Libanese rechtszaal brutaal aankijkt en op een zeer kordate manier zegt dat hij niet weet hoe oud hij precies is, omdat zijn ouders nooit een geboorteakte hebben laten opmaken, en dat de rechter zijn informatie dan maar aan hen moet vragen. Hij knikt laagdunkig naar zijn vader en moeder, die zijn tegenpartij vormen, want hij klaagt zijn ouders aan dat ze hem ter wereld gebracht hebben terwijl hij daar nooit om gevraagd heeft. Daarnaast blijkt hij ook nog een moord te hebben gepleegd. Libanese regisseur Nadine Labaki gebruikt de rest van de film om een complexe reeks aan gebeurtenissen te schetsen die Zain tot in de rechtbank hebben geleid.
De handheld camera van cinematograaf Christopher Aoun volgt het jonge, doch allesbehalve onbezonnen leven van Zain op de voet. We wijken nooit van zijn zijde terwijl hij probeert te overleven tussen zijn ontelbare broertjes en zusjes en ondertussen de meppende handen en kwetsende woorden van zijn ouders tracht te ontkomen. Dat alles in de harde wereld van arme straatverkopers. Warmte vindt hij bij zijn elfjarige zus, maar hun band staat op het spel wanneer hun ouders haar proberen uit te huwelijken aan een veel oudere man uit de buurt. Zijn tocht op zoek naar een leven, warmte en menselijkheid brengt hem verder in de junglestad waarin hij woont. Hij ontmoet Rahil (Yordanos Shiferaw), een illegale immigrante uit Ethiopië wiens bazen geen idee hebben dat ze geen geld heeft voor een babysit en haar baby verstopt bij zich houdt tijdens haar werk als schoonmaakster. Wanneer ook zij uit Zains leven verdwijnt, beslist hij om de zorg om de kleine Yonas - moest er een Oscar bestaan voor meest schattige peuter had Boluwatife Treasure Bankole al lang het beeldje mogen gaan ophalen - op zich te nemen en neemt hij hem op sleeptouw tijdens zijn overlevingstocht.
Deze tocht wordt een sociaal-realistische verhaal naar het motto ‘van de regen in de drop’, maar zeker ook met een stevige dosis humor, menselijkheid en ontroering. Regisseur Labaki ging op zoek naar zo veel mogelijk niet-professionele acteurs, die vaak min of meer dezelfde achtergrond hebben als hun personage. Zo is Zain Al Rafeea zelf een Syrische vluchteling en werkte hij voor de opnames als bezorger. De film was een ware hit op het filmfestival van Cannes dit jaar en katapulteerde hem onmiddellijk naar een klein sterrendom, wat niemand onberoerd liet. De film kaapte daar de Juryprijs weg en is nu ook een van de favorieten voor Beste Buitenlandse Film voor de komende Oscars. Labaki’s gedurfde manier van casten, heeft een ongelofelijk resultaat tot gevolg. Op deze manier vervaagt ze ook de grens tussen realiteit en fictie en komt het schrijnende en toch soms komische verhaal van de film nog harder binnen. Labaki trekt met veel genoegen aan enkele emotionele touwtjes en kon zo soms niet kiezen welke van de verhaallijnen aandacht verdiende: Zains voorgeschiedenis, Zains revancheplot of Zains proces. Maar dit puntje van kritiek deert de overkoepelende indruk van de film niet. Het publiek zat aan zijn stoel geplakt en zinderde nog een lange tijd na van deze claustrofobische, sociaal bewogen film.
Reactie toevoegen