De derde dag van Gent Jazz beloofde op papier er één voor de echte liefhebbers van het genre te worden. Met programmaties als Mccoy Tyner en Wayne Shorter Quartet strikte de organisatie alvast twee monumenten. Wij gingen eens kijken of de Bijlokesite ’s avonds dan ook dezelfde sfeer wist op te roepen als een bruin, intiem jazzcafé uit de jaren 60.
Aftrappen deed het festival echter met een meer moderne sound. Trompettisten Enrico Rava en Tomasz Stańko openden op het hoofdpodium, en deden dat meer dan behoorlijk. Het internationaal onderonsje stond garant voor een portie melancholische jazz, die bij momenten gemaakt leek voor zonnige middagen als deze. Iets verderop stond Trio Grande, drie mannen die een ongewone set brachten, waarin verschillende stijlen door elkaar liepen. Het trio speelde drie sets, maar had schijnbaar evenveel instrumenten bij als het orkest van Wayne Shorter. Rietblazer van dienst Laurent Dehors speelde op bepaalde momenten zelfs op twee saxofonen tegelijkertijd, om vervolgens af te wisselen met een contrabasklarinet en de solopartijen te geven aan zijn collega op tuba en trombone. Vervelen deed het nooit.
Bassdrumbone bracht dan weer jazz die gelukkig iets minder voor de hand liggend was dan hun groepsnaam kan doen vermoeden. Het trio dat ondertussen al veertig jaar samen speelt, moest even hun best doen om de zaal te overtuigen. Toen zijn micro storing gaf, en de trombonist al lachend het geluid imiteerde, kon er amper een lachje af bij het publiek.
Pianist van formaat
Datzelfde publiek leek zich daarentegen wel te vinden in wat erop volgde. Voor het concert van de legendarische jazzpianist McCoy Tyner liep de tent zonder enige moeite vol. Het optreden werd een hommage aan Gery Allen, die normaal gezien mee zou spelen. De pianiste overleed vorige week echter aan kanker. Craig Taborn, die als gastmuzikant mee op het podium stond aangezien de 78-jarige Tyner geen heel concert meer voor zijn rekening kan nemen, speelde voor haar het innemende ‘When Kabuya Dances’: een nummer van Allen, dat hij als puber haar live zag spelen en dat hij nu zelf op een aangrijpende manier bracht. Zonde dat het breekbare nummer op verschillende momenten verstoord werd door het lawaai van de stoeltjes in de VIP-ruimte. Tyner zelf speelde nog geen handvol nummers, maar dat maakte het halfuur dat hij speelde er niet minder mooi op. En toegegeven: dat hij ernstig ziek is geweest valt te merken, maar dat hij een pianist van formaat is, blijft elke seconde duidelijk.
Epische composities
Wayne Shorter wordt niet alleen gelauwerd als solist, maar ook als componist. Het was dan ook vooral die tweede kant die we mochten verwachten van deze headliner. Gesterkt door het Casco Philharmonic, bracht hij in Gent ‘Emanon’, geïnspireerd door sciencefiction en superhelden. We waren getuige van veel sfeerschepping, langgerekte nummers, maar ook van enkele mensen die haast indommelden naar het einde toe. Dat we van de improvisator niet zoveel gingen zien als toen hij hier vijf jaar geleden met zijn kwartet speelde, was te verwachten, maar als componist loste hij moeilijk de verwachtingen in die je van zo’n grootheid kon verwachten. Daartegenover stond dan weer dat Brian Blade zien drummen met een 36-koppig kamerensemble, wel degelijk een episch gevoel naar boven liet komen, iets wat je wel mag verwachten bij een werk over superhelden.
Reactie toevoegen