"It’s more like a greenhouse in the summer and a refrigerator in the winter". Dit is hoe journalist Abdullah Miqdad zijn werkomstandigheden beschrijft. Het is de harde realiteit, niemand kan aan de honger en de bommen ontsnappen. Ook journalisten niet.
Afgesloten van de buitenwereld
Aangezien de regering-Netanyahu de aanwezigheid van buitenlandse media in de Gazastrook verbiedt, nemen lokale journalisten sinds de escalatie van het geweld in oktober 2023 het heft in eigen handen. Dit is uiteraard niet zonder risico: volgens bronnen waarmee VRT NWS in contact staat, lijkt het er sterk op dat plaatselijke journalisten worden geviseerd en bedreigd door het Israëlische leger. Dit wordt weerspiegeld in de statistieken: volgens de BBC zijn er in Gaza sinds 7 oktober minstens 197 journalisten gedood. VRT NWS en de journalistieke organisatie Reporters Without Borders berichten dat intussen meer dan 200 Palestijnse journalisten werden vermoord.
Oorlogsmisdaad
Het internationaal humanitair recht classificeert journalisten als burgers, waardoor zij een beschermde status genieten; daarom is het viseren van journalisten volgens het internationaal recht een oorlogsmisdaad. Het Israëlische leger beweert echter enkel aanvallen uit te voeren op leden van Hamas, maar verschillende mensenrechtenorganisaties hebben reeds aangekaart dat dit niet de volledige waarheid is, zo zou er wel degelijk sprake zijn van doelgerichte aanvallen op persmedewerkers. Zo getuigt ook de verslaggever Mahmoud Abu Salama aan VRT NWS, die zegt door de Israëlische inlichtingendienst gecontacteerd te zijn nadat hij journalistiek werk had verricht in Noord-Gaza. Burgers in de Gazastrook vermijden de plekken waar journalisten verslag uitbrengen, aangezien de helmen en 'press-vesten' die de verslaggevers dragen hen tot een gemakkelijk doelwit maken. Mahmoud Abu Salama werd overigens net als veel andere Palestijnse journalisten afgeschilderd als lid van Hamas, waardoor het Israëlische leger een mogelijke aanval kan 'legitimeren'.
Het internationaal humanitair recht classificeert journalisten als burgers, daarom is het viseren van journalisten volgens het internationaal recht een oorlogsmisdaad
Hoge tol
Hoewel Palestijnse journalisten in Gaza maar al te goed beseffen hoe cruciaal hun werk is, eist de langdurige blootstelling aan hongersnood en andere gruwel zijn tol. De verslaggevers wonen en werken vaak in tenten waar zelfs basisvoorzieningen - zoals water of wasgelegenheden - ontbreken. Velen onder hen lijden continu onder de vermoeidheid, ondervoeding en mentale druk. In Gaza leeft het besef dat journalisten geviseerd worden door het Israëlische leger, waardoor het mediapersoneel in constante angst verkeert: ze zijn niet enkel bang om zelf het leven te laten, maar vrezen ook voor hun familieleden en omgeving.
Blokkade omzeilen
Dat de Israëlische blokkade ook voor Vlaamse journalisten het werk moeilijker maakt om aan accurate berichtgeving te doen, kan Dries Blontrock, journalist bij De Standaard, beamen: "Buiten de grote internationale of Israëlische kranten geraak je Gaza niet binnen. Vroeger kon dat wel, in vorige oorlogen in Gaza, kon je ter plekke verslag uitgeven. Hierdoor kon je in gesprek gaan met Palestijnen die daar woonden en kon je met je eigen ogen zien wat er gebeurde." Desondanks proberen journalisten om mensen in Gaza via alternatieve manieren te bereiken. "Nu verloopt communicatie met mensen in Gaza vooral via kanalen zoals WhatsApp, dit maakt het mogelijk om audioberichten te sturen. Soms hoor je dan eens een machinegeweer ratelen op de achtergrond, dat helpt om beter te begrijpen hoe de situatie eraan toe gaat."
Hoewel het rapporteren van cijfers toelaat om de omvang en impact van het geweld in te schatten, dreig je al snel te vergeten dat er echte mensen achter schuil gaan
Informatieoorlog
Zoals vaker te zien is in conflicten tegenwoordig zijn er meerdere, tegenstrijdige, narratieven die het moeilijk maken om feit van fictie te scheiden. Ook rond de genocide in Gaza heerst er een ware informatieoorlog, Israëlische en Palestijnse narratieven spreken elkaar geregeld tegen.
Blontrock: "Je moet vaak een afweging maken, zo zie je regelmatig hetzelfde patroon opduiken na een aanslag. Eerst komen de Israëliërs naar buiten met een versie van de feiten. Later komt er meer informatie naar boven die hun versie tegenspreekt, waarna Israël met een nieuw narratief op de proppen komt. Het komt er vaak op neer dat je op zoek moet gaan naar videobeelden van de aanval. Meestal hebben verschillende mensen met hun smartphone gefilmd waardoor er veel beelden uit verschillende ooghoeken bestaan."
Wat met AI-beelden die alomtegenwoordig zijn?
"Die herken je direct. AI is goed in het genereren van cinematische beelden, maar ik heb het nog niet in staat gezien om waarheidsgetrouwe videobeelden van een oorlogsgebied na te bootsen. Factcheckers halen die er snel uit. Bovendien is de situatie voor mensen in Gaza al erg genoeg, zij hebben geen AI-beelden nodig om hun situatie erger voor te stellen."
Rapporteren van cijfers
Hoewel het rapporteren van cijfers toelaat om de omvang en impact van het geweld in te schatten, dreig je al snel te vergeten dat er echte mensen achter schuil gaan. Blontrock: "Mensen waar ik mee spreek, zeggen me vaak dat ze niet gewoon een getal willen zijn, dat hun zus die gedood is ook iemand was met een heel leven. Daarom probeer ik meer dan gewoon cijfers mee te geven, ik breng liever verhalen. In conflictsituaties vergeet je vaak dat er meer is dan alleen ellende. Zo sprak mijn collega, Samira Ataei, een man die zijn papegaai met zich meegenomen had wanneer hij moest vluchten. Ook kom je soms tegen dat een persoon je zegt dat je ze een week niet gaat kunnen contacteren omdat ze examens hebben. Dat zijn zo'n persoonlijke en unieke verhalen die tonen dat het leven doorgaat desondanks alles wat er om hen heen gebeurt."






Reactie toevoegen