Retorica op het internet

Tips om online discussies te winnen

Discussies op het internet zijn een beetje zoals Temptation Island: we verklaren het voor gek, kijken tegelijk geamuseerd toe en alleen wie zot genoeg is, neemt eraan deel.

Maarten Boudry

Een heerlijk lustoord. Zachtjes kabbelende gesprekken. Een intellectuele discussie onder gelijkgestemde geesten. Tot plots. Een storm steekt op. De ontspannen conversatie ontaardt in een woest steekspel. Er wordt met modder gegooid, op de man gespeeld. Dodelijke oneliners vervangen de verheven taal. Hoe overleef je de aanval? Hoe kun je de Waarheid laten zegevieren? Of beter: hoe overtuig je anderen van jouw Grote Gelijk? Enkele tips van filosoof Maarten Boudry, zelf geen onbekende in virtuele arena's.

Online oorlog

Internetdiscussies worden meestal als iets negatiefs beschouwd. Zijn er ook inherent positieve aspecten?

Maarten Boudry

“Zelfs als je je volledig opsluit in je eigen cocon kom je toch in aanraking met mensen die compleet anders denken dan jij. Wat voor mij ook positief is, is dat je, in tegenstelling tot een mondelinge debat, geen discussie hebt over wat er al dan niet gezegd is, wat in het beste geval leidt tot een vlotter debat. Een negatief aspect is dat mensen veel minder geremd zijn om zwaarder uit te halen, ook ad hominem. Wanneer mensen achter hun laptop zitten, zien ze gewoon namen, geen mensen met wie ze persoonlijk contact hebben. Verschillende tv-programma’s hebben dit getest, door mensen te bellen die racistische reacties online posten. Sommigen hielden voet bij stuk, maar velen gaven toch toe ‘dat het zo niet bedoeld was’. Een ander negatief aspect is niet zozeer de discussie zelf, maar wel dat er een negatieve sfeer ontstaat rond de discussie. Er is de meeste aandacht voor de meest negatieve zaken, want die springen in het oog. Heftige reacties die vroeger vervluchtten aan de cafétoog, worden nu als rotte kersen geplukt en verspreid. Maar ik zou zeker niet zeggen dat het een eenzijdig negatief verhaal is. Voor alle nieuwe technologieën geldt dat het enige tijd duurt voor er een deontologische code ontwikkeld wordt, het is niet zo dat mensen dat op een bepaald moment afspreken.”

Knack heeft op een bepaald moment de commentaren onder artikels helemaal uitgezet.Wat vindt u daarvan?

Maarten Boudry

“Je kunt het zien als een wapenwedloop tussen moderatoren en trolls. Trolls worden steeds beter in het verspreiden van racistische boodschappen, propaganda of zelfs reclame. Ze hebben een disproportioneel grote impact en als je dat allemaal z’n beloop zou laten gaan, zouden alle discussiefora overspoeld worden door bagger. Dat ontmoedigt natuurlijk de mensen die wel willen reageren. Het volledige discussieforum afsluiten lijkt me niet wenselijk, maar ik kan wel begrijpen dat het modereren van een forum heel wat moeite kost en dat een krant de afweging maakt om dat niet te doen.

"Trolls hebben een disproportioneel grote impact"

Wat De Standaard doet, is heel strikte regels opstellen; er mogen bijvoorbeeld geen links in de commentaren staan, er is een maximumlengte … Ik weet echter liever dat ook de meest racistische commentaren bestaan, want als ik nu kijk naar reacties onder artikels van De Standaard blijven enkel de meest hoffelijke reacties over. Mensen zoeken altijd wel een uitlaatklep en het feit dat ze niet mogen reageren zorgt voor frustraties. Bovendien is een krant verantwoordelijk voor de inhoud van de artikels zelf, dus misschien is een disclaimer een beter idee. Maar er moet misschien niet al te veel aandacht besteed worden aan de reageerders eronder. De mensen die het meest genuanceerd zijn, zullen zich niet geroepen voelen om hele dagen reacties te posten. Mensen die echt de moeite doen om hun punt te uiten, zullen nog altijd wel een lezersbrief sturen. Als ik iets schrijf voor Knack.be en mensen reageren er vervolgens op, dan steek ik daar zelf vaak iets van op. Niet dat dat representatief is voor de bevolking, maar het levert heel wat informatie op.”

Omdat ik het zeg, daarom

Drogredenen bestaan al sinds de antieke oudheid en toch ontgaat het mensen dat er zoiets bestaat als ‘ad hominem’. Hoe ga je daarmee om? Is het goed om mensen daarop te wijzen of eerder contraproductief?

“De termen ad hominem of drogreden maken weinig indruk. Als mensen per se iemand zwart willen maken, dan doen ze dat wel. Daarenboven, net omdat het zo’n handige etiketten zijn, worden ze heel gemakkelijk misbruikt. Als je bijvoorbeeld kunt argumenteren waarom iemand hypocriet is, is dat niet ad hominem. Zeker in politieke discussies of in rechtzaken is het heel vaak relevant om op een persoon in te gaan. Om een getuige te wreken moet je op de persoon ingaan. Het ad hominem-argument is dan toelaatbaar, zelfs noodzakelijk. Daarbij, het is onmogelijk om altijd zelf alle informatie te controleren, dus tot op zeker hoogte moet je vertrouwen kunnen stellen in de persoon die de argumenten aanbrengt. Weten dat een persoon een bepaalde achtergrond heeft, is dan relevant om de informatie te beoordelen.

Ondervindt u zelf dat u minder discussies in het echt voert dan vroeger het geval was?

“Ik denk het wel. Ik heb al vaker lange, heftige discussies gevoerd met vrienden die zich voornamelijk op Facebook afspelen. Het zijn communicerende vaten: hoe meer je op Facebook bespreekt, hoe minder je de nood voelt er in het echt over te spreken. In bepaalde contexten is het weliswaar nuttiger om iemand voor je te hebben, maar ook aan het gesproken woord zijn nadelen verbonden. Het is enorm vluchtig en voor je het weet begin je een metadiscussie te voeren over wat er al dan niet gezegd is. Wanneer je spreekt, heb je geen tijd om na te denken, er zijn geen referenties die je bij de hand hebt. Een mondeling debat is voor een deel vulling. Een radiointerview lul ik meestal zoveel mogelijk vol. Zeker in een politiek debat, is alles beter dan met je mond vol tanden te zitten. Het voordeel van het geschreven woord is dat je even kunt nadenken over de structuur en de inhoud van je antwoord en eventueel later kunt terugverwijzen.”

"Een radiointerview lul ik meestal zoveel mogelijk vol"

Lepe trucjes? Moi?

In mijnen tijd 

Zijn we er als samenleving dan op vooruit gegaan of geldt het credo ‘vroeger was alles beter’?

“De oude Grieken waren natuurlijk veel beter in het memoriseren van teksten omdat hun brein daarop was ingesteld. Het was de enige manier om zaken in herinnering te houden. We hebben de kunst van het redevoeren misschien wat verloren. Toch is goed dat er vandaag een diversiteit aan opties is.”

Heeft u tips om een internetdiscussie te winnen?

“Een leep trucje dat ik soms toepas om discussies af te sluiten, is door aan te kondigen: “Dit is mijn laatste antwoord.” Dat laat in feite het laatste woord over aan de ander en paradoxaal genoeg zorgt net dat ervoor dat de ander niet goed weet of hij nog tegen iemand aan het praten is. Dus de facto geef je het laatste woord aan jezelf.”

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reactie toevoegen