Fidels favoriet: een interview met Raúl Castro

Fidel Castro's overlijden heeft heel wat teweeg gebracht. Bittere tranen werden geplengd. Vier woorden lange tweets de wereld ingestuurd. En ik zocht en vond Raúl Castro's telefoonnummer. Relaas van een aangrijpende elegie.

Hallo, spreek ik met Raúl Castro? 

"WAT? Weer zo'n kapitalistisch zwijn dat zijn medeleven komt aanbieden? Ik ben het beu godverdomme. Beu zeg ik u. Na jarenlang voor paria's van de wereldpolitiek te zijn versleten zijn we opeens weer hip. Nu komen ze uit hun holen gekropen om te zeggen dat Fidel nog zo'n slechte niet was (steekt af in een onbegrijpelijk gewauwel). 
- rotte sigaren". 
(stilte)

Raúl? Raúl? 


"Sorry. Ja, ik mag mij eigenlijk niet meer opwinden op mijn leeftijd van mijn dokter. Echt een aanwinst, die gast. Nochtans een Amerikaan, dat gaat normaal gezien in tegen m'n principes. Maar 't is zo'n goeie jongen. En de Cubanen kunnen het zich eenmaal niet veroorloven nóg een briljant leider kwijt te spelen. Dus spelen we op safe. Dit komt best wel niet in de openbaarheid. Met wie spreek ik eigenlijk?"

Met Maarten van Schamper, het studentenblad van de UGent, in België. Ik vroeg me af of ik u enkele vraagjes zou mogen stellen. 

"Gent zegt u? Is dat die stad waar die dictator al jarenlang bestuurt? Die halve kaalkop?"

U bedoelt Daniël Termont? Ja, die is toch al een eindje bezig. Van 2007 heeft hij de leiding, als ik me niet vergis.


"Juist, Daniël. Die heb ik eens ontmoet op het Internationaal Congres voor Sossen in 2011. Een aangenaam man, dat wel. Maar wat die bij momenten allemaal bazelde. Ik herinner me vaag een hoop geneuzel over een of ander verkeersplan dat de automobilisten zou wegpesten uit het stadscentrum. Hij leek me er nog trots op ook. Hij verzekerde me dat hij daarmee zeker tot beste burgemeester ter wereld zou worden verkozen (bulderlacht). Wat gaan ze nog allemaal verzinnen! Gelukkig werd hij plots weggeroepen. Blijkbaar had hij een dringend telefoontje gekregen van een of andere Jeroen (Piqueur? red.), die hem uitnodigde op een luxejacht of zoiets. Mij niet gelaten!

Laat ons beginnen bij het begin. In 1952 besloot u samen met uw broer onder de wapens te komen tegen de dictator -


Tegen Batista! De schijnheiligaard! Doet zich eerst voor als een links lieverdje, begint vervolgens zoete broodjes te bakken met de Amerikanen, maffia incluis. Plots moest hij niks meer weten van de communisten, ook al hadden die hem aan de macht geholpen. Stank voor dank zeg ik je. Ik heb hem eigenlijk nooit vertrouwd. Zo'n gladde paling. Maar Fidel, met zijn groot hart, bleef herhalen dat we hem een kans moesten geven. En wie verwacht nu ook zoiets. (Stilte) Maar daarna hadden we hem wel goed liggen! (Bulderlacht)

Aanvankelijk moest u wel het onderspit delven, bij uw mislukte aanval op de Moncadakazerne in Santiago. 


(Windt zich op) Ik had het José nog zo gezegd, godverdomme! Hij had er op de vooravond zijn muil over moeten houden tegen dat mokkel. Die idioot heeft heel wat doden op zijn geweten. (Zucht) Hij was tot over zijn oren verliefd op dat meisje. Wil zich belangrijk voordoen, verklapt dan het hele aanvalsplan van de volgende dag. Nu, om een lang en pijnlijk verhaal kort te maken: dankzij José werd de helft van onze groep afgeslacht, en Fidel en ik vlogen linea recta in Batista's gevangenis. Dat was geen al te vrolijke periode. (Stilte) Maar na een paar jaar waant hij zich machtig genoeg om ons zomaar vrij te laten (lacht). Daar had hij toch beter wat langer over nagedacht. Fidel en ik lieten er niet te veel gras over groeien en vluchtten naar Mexico. Daar bouwden we in stiltje een legertje op, met den Ché onder andere. Ché Guevara, nog wel van gehoord zeker? Een jaar later, in 1956, zetten we met onze kameraden koers naar Cuba, en klaar is kees. (Begint enthousiast en luidkeels te scanderen) Viva la revolución!


Uw revolutie liep nochtans niet helemaal van een leien dakje. Verre van zelfs.


Kijk jongen, op bepaalde ogenblikken hadden we het inderdaad niet onder de markt tegen het regeringsleger. Maar achteraf gezien zijn wij wel met de pluimen gaan lopen. Want waar zit ik nu?

Euh ... U bent ergens in Cuba, hoogstwaarschijnlijk Havana, waar u de toegestroomde massa aan het troosten bent? 


Bijna helemaal correct. Een echte Cubaan, die kan zichzelf wel troosten. Ik bevind me nu in m'n luxueuze ambtswoning, hartje Havana. En weet je waar Batista nu uithangt? 

Was die niet al een eindje overleden? 


(Grinnikt) Dat is het nu juist! Die rat ligt al decennia lang onder de grond te rotten. Verdiend. 

Uw broer regeerde uiteindelijk meer dan 40 jaar over Cuba. Dat was ook niet altijd rozengeur en maneschijn. Getuige daarvan de drommen Cubaanse bannelingen die na Fidels dood aan het vieren waren in Miami. Juanita Castro, uw zus, vluchtte eveneens naar de VS. 

Zwart schaap van de familie


Dat is allemaal uit zijn context gerukt. Eigenlijk waren dat allemaal vaderlandslievende landsgenoten, die stonden te juichen toen ze hoorden dat Trump verkozen was door die malloten. (lacht beminnelijk) En ons Juanita, dat is altijd al het zwarte schaap van de familie geweest. Moest altijd dwarsliggen. Maar de revolutie gaat voort, met of zonder haar. Nu enkel nog een jonge, dynamische opvolger vinden. Zeg eens, zou jij het nummer niet hebben van die Termont? 

 

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen