Er zit meer in een liedje dan je denkt

Wetenschappelijk onderzoek naar muziek, beweging en gezondheid

God is een dj en het IPEM laat de lammen weer lopen. Het onbekende, maar nobele onderzoekscentrum van de opleiding Musicologie doet veel meer dan Brahms en Beethoven bestuderen. Al decennialang gebeurt er onderzoek naar de relatie tussen muziek, beweging en het lichaam. 

Micheline Lesaffre

Verscholen tussen de hydraulische machines van het technicum ligt het Instituut voor Psychoakoestiek en Elektronische Muziek. Het IPEM werd in 1963 opgericht als samenwerking tussen de toenmalige BRT en de Gentse Rijksuniversiteit. Het doel was om wetenschappelijk onderzoek te linken aan de artistieke praktijk, zodat publicaties meer zouden zijn dan stoffige archiefvulling. Met de spraakmakende publicatie van het boek ‘Embodied Music Cognition and Mediation Technology’ introduceerde professor Leman de theorie van de lijfelijke muziekcognitie, een model voor onderzoek naar de relatie tussen lichaamsbeweging en muziek. Voordien lag de focus vooral op de mentale beleving, terwijl de embodied music cognition ijvert voor meer aandacht voor de rol van het lichaam in de omgang met muziek.

Prof. Dr. Micheline Lesaffre: “Uit neurologisch onderzoek bleek dat wat je fysiek ervaart erg belangrijk is. Je lichaam is een een soort mediator tussen de signalen die binnenkomen en hoe je daar mentaal mee omgaat. We zijn gaan kijken naar hoe we dat inzicht kunnen toepassen in het domein van welzijn en revalidatie. Er wordt in de sector al veel met muziek gewerkt, maar er is weinig fundamenteel onderzoek waar men de parameters van beweging bestudeert.” 

 

Surfen op muziek

Cowabunga

Het IPEM werkt nu op verschillende lijnen: enerzijds is er de tak sport en recreatie, anderzijds het domein van revalidatie. Zo ontwikkelde het IPEM op vraag van het UZ een reeks oefeningen voor mensen die kampen met de gevolgen van een herseninfarct. Dankzij een music balance board leren patiënten opnieuw hun evenwicht terug te vinden. De sensoren op het krachtenbord meten de gewichtsverdeling en geven er een sonorisatie aan. Concreet houdt dit in dat er meer of minder ritmische ruis komt op de playlist van patiënten, afhankelijk van hoeveel ze uit balans staan. Een goede houding wordt juist beloond met de heldere melodie van hun favoriete muziek. Welke liedjes het beste werken, is zeer individueel bepaald, maar zeker is dat de muziek niet te ritmisch mag zijn, want dan gaan de proefpersonen meer door hun knieën buigen om mee te bewegen op de muziek in plaats van hun lichaamshouding te corrigeren. Opgewekte muziek doet het ook beter dan melancholische melodieën. De eerste reacties zijn zeer positief, maar er is nog verder onderzoek nodig voor ze definitief in een therapieprogramma worden opgenomen.

 

De bomma en de beats

Het is geen sinecure om experimenten te doen met dementerende mensen. Lesaffre: “We hebben dezelfde platen gebruikt, omdat ouderen met alzheimer vaak angstig reageren wanneer we sensoren op hen aanbrengen of een labocontext creëren met camera’s. Dankzij de platen hebben we echt kunnen meten in welke mate ze kunnen meebewegen met muziek en emotioneel betrokken raken. In combinatie met video-opnames kunnen we nagaan of ze effectief bewegen op de muziek of enkel reageren op zaken die in de omgeving gebeuren.” Uit de experimenten bleek dat live-performance een beter effect heeft dan een televisiescherm. Zappen naar Tien Om Te Zien helpt dus niet, alleen de echte Willy Somers krijgt de bomma aan het dansen. Lesaffre: “De resultaten ondersteunen onze paradigma’s van lijfelijke cognitie: de fysieke aanwezigheid en de emotionele impact daarvan speelt een hele grote rol.” In een volgende stap gaan de onderzoekers aan de slag met de parameters van de muziek zelf. “Door hun favoriete muziek bijvoorbeeld sneller of trager af te spelen, bestuderen we of dat een invloed heeft op het vermogen tot synchronisatie.”

Door naar fundamentele eigenschappen van de muziek en van het lichaam te kijken, willen de onderzoekers nieuwe therapeutische programma’s ontwikkelen. Er is nog maar weinig interdisciplinair onderzoek gedaan, terwijl net dàt de sleutel is om toepasbare modellen te ontwikkelen. Door een team te vormen met neurologen en fysiotherapeuten kan evidence based onderzoek gebeuren, aangezien musicologen geen toegang hebben tot patiënten. “We kunnen ze niet genezen met muziek, maar wel een betere levenskwaliteit geven.” 

"We kunnen ze niet genezen met muziek, maar wel een betere levenskwaliteit geven.” 

Beathealth

Beathealth kadert in een breder Europees project waarbij muziek wordt ingezet om de gezondheid en het welbevinden te bevorderen. Zowel gezonde lopers als mensen met Parkinson varen er wel bij. Sporters worden via rhythmic auditory stimulation gemotiveerd om vaker, langer en beter te lopen. Door de muziek juist te kiezen en de beats licht te manipuleren, gaan lopers onbewust sneller lopen met kleinere passen, wat de kans op blessures kan verminderen. Parkinsonpatiënten hebben vaak problemen met wandelen en vertonen een asymmetrie in hun loopgedrag. Stappen met een metronoom heeft al een positief effect op de staplengte en het armgebruik, maar is weinig motiverend. De binnen Beathealth ontwikkelde applicatie probeert de boel wat op te vrolijken. De loper draagt rond de enkels en de torso sensoren, die via bluetooth signalen doorsturen naar de smartphone. Zo weet de app precies hoeveel stappen de jogger zet per minuut. Op basis daarvan wordt een nummer geselecteerd uit een database van zo’n 360 liedjes, zodat de beat van het nummer exact overeen komt met de stappen. Beathealth heeft nog een extraatje: door de muziek minimaal te versnellen ga je onbewust sneller lopen, zonder dat de muziek hoorbaar verandert. Onderzoekster Jeska Buhmann: “Naast het effect op snelheid en staplengte is het motivationele aspect heel belangrijk voor ons. We zijn nog volop bezig met de data-analyse, maar eerste resultaten zien er goed uit.”

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen