West

Ballet van Vlaanderen

Sidi Larbi Cherkaoui moest een frisse wind door het Ballet van Vlaanderen laten waaien. Helaas is de wervelstorm van vorig seizoen, met prachtige voorstelligen zoals ‘Fall’ of ‘Ravel’ verstild tot een zacht briesje. In West’ komen drie stukken van Amerikaanse choreografen aan bod die tonen hoe divers het hedendaagse ballet is. Tutu’s, pointes en symfonisch geweld maken plaats voor minimalistische muziek en verrassende bewegingen. Zo’n triple bill lijkt op papier een goed idee, maar in de praktijk werd niemand warm of koud van de voorstelling. Het is nog steeds niet duidelijk of de dansers voor ‘Pond Way’ van Merce Cunningham repetitietijd tekortkwamen, of dat er bewust asynchroon werd gedanst. Naar het einde toe werd de choreografie nogal eentonig, en lichtten her en der smarphonelichtjes op. Over de uitvoering van 'Shahrazad' van Jonah Bokaer kunnen we dan weer weinig zeggen: de vale linnen doeken, een flauw afkooksel van de poëtische sluier uit ‘Ravel’, ontrokken de dansers nagenoeg volledig aan het zicht. Misschien geen slecht idee, want de kostuums van modeontwerper Azzedine Alaïa deden pijn aan de ogen. De jubelkreten in verschillende media ten spijt: designerstukken werken op de catwalk, maar niet op het podium. De uitvoering van muziek van Nikolai Rimski-Kosakov door het Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen daarentegen was smetteloos. ‘Approximate Sonata 2016’ van William Forsythe was het beste stuk: de dans zat vol humor en speelt met de conventies van het klassieke ballet. Het ontlokte hier en daar een lach bij het publiek, maar toch kon het de avond niet meer redden. Een collectieve zucht van teleurstelling gleed door de zaal. Ronduit slecht is West niet, maar van een instituut als het Ballet van Vlaanderen mogen we meer verwachten. Hopelijk is er weer storm op komst. 

 

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen